TVN Home » Nieuwsbrief » artikelen » Instant karma (Radha Burnier)

Instant karma (Radha Burnier)

18 november 2014

De kwaliteit van een daad die verricht wordt, heeft een onmiddellijk effect op de ijlere lichamen en op het bewustzijn van de verantwoordelijke persoon. Er wordt een psychologische impuls geschapen en een neiging wordt ingezaaid in het psycho-mentale veld. Tezamen met andere soortgelijke neigingen wordt zo het karakter van iedere persoon opgebouwd. Elke gedachte van geweld of vriendelijkheid, minachting of mededogen, brengt een kleine verandering teweeg in ieder van ons. Dit kunnen we beschouwen als een onmiddellijke werking van de wentelingen van het wiel van karma. Goede en slechte daden beïnvloeden de kwaliteit van iemands bewustzijn elke keer, en verheffen of verlagen het. Instant karma zorgt dat wij zinken of stijgen, moreel en spiritueel, door wat wij doen of laten.

Dit onderwerp wordt toegelicht in het hierna volgende artikel van mevr. Radha Burnier, president van de Theosophical Society (Adyar).

Instant karma

Door Radha Burnier

In de Dhammapada, waarvan men zegt dat het de woorden van de Boeddha zelf bevat, wordt ons verteld dat het kwaad dat iemand doet, hem achtervolgt, zo zeker als de wielen van een kar de hoeven volgen van de ossen waardoor deze getrokken wordt. Ook het goede dat iemand doet, volgt hem precies zoals de mens door zijn schaduw vergezeld wordt. Deze belangrijke verklaring wordt in de wind geslagen door vrijwel de hele mensheid, omdat men niet in staat is enig verband te zien tussen de eigen daden en de vreugde en het verdriet die men ervaart. Men is sceptisch over reïncarnatie, terwijl men zonder dit principe te aanvaarden, geen causaal verband kan leggen tussen handelingen en de resultaten daarvan op de lange termijn.

Maar er is ook een andere visie, een subtielere, die ons kan doen beseffen dat wij volkomen verantwoordelijk zijn voor ons eigen handelen en de scheppers zijn van de vreugde of het verdriet dat ons lot is. Eén van de grote waarheden van de theosofie formuleert het als volgt: ‘Elk mens is zijn eigen absolute wetgever, de verstrekker van glorie of somberheid aan zichzelf; de beslisser over zijn leven, zijn beloning, zijn straf.’ De mens is in staat te weten wat hij aan het doen is, en dat bewustzijn werpt een morele verantwoordelijkheid op zijn schouders om te handelen op manieren die geluk brengen en geen lijden, niet alleen aan hemzelf maar ook aan anderen.

Om dit ingewikkelde vraagstuk te begrijpen, moet men volledig begrijpen dat het denken, het voelen en fysiek handelen onderling verbonden zijn. De lichamen (kosa’s) waarin wij ons hullen op de fysieke en ijlere gebieden van bestaan doordringen elkaar en hebben dus invloed op elkaar. Het is nu algemeen bekend dat emoties zoals boosheid, die samengaan met bepaalde trillingen van een subtielere orde dan de fysieke, leiden tot maagzweren, hoge bloeddruk en andere kwalen van het stoffelijk lichaam. Ambitie, frustratie en andere complexen en driften produceren soortgelijke spanningen in het stoffelijk lichaam, resulterend in zwakte van het hart en het vaatstelsel en andere ernstige problemen. Anderzijds heeft de lichamelijke conditie invloed op het denkvermogen en de emoties; lichamelijke ziekte kan bijvoorbeeld leiden tot depressie en aanverwante mentale activiteiten. Deze onderlinge effecten zijn onvermijdelijk, en door te gaan begrijpen hoe karma werkt, kunnen we weten hoe wij ons leven in de richting van vrijheid van pijn en echt geluk kunnen sturen.

Wanneer wreedheid bedreven wordt, bijvoorbeeld wanneer een kind mishandeld wordt, merkt misschien niemand dat en blijft de misdaad misschien ongestraft. In zulke gevallen, die in overvloed bestaan, lijkt het alsof er geen nare consequentie bestaat, en aldus blijft het bestaan van de karmische wet onbewezen. Met slechte mensen gaat het goed en goede mensen moeten lijden, zeggen de materialisten, en leiden daaruit af dat er geen morele wet of gerechtigheid bestaat. Diegenen die geloven in karma omdat hen dit wordt aangeleerd, vrezen dat hun zonden zullen terugslaan op henzelf en zij zijn daarom wat terughoudender. Maar wanneer scepsis en ‘rationaliteit’ ‘de vreze Gods’ (zoals het vroeger genoemd werd) als onzin afdoen, dan bestaan er niet langer morele beperkingen, worden er genadeloze misdaden gepleegd en gaan mensen zich te buiten aan zelfzuchtigheid en geweld omdat zij denken dat zij er wel mee kunnen wegkomen. Maar zo is het niet.

Wanneer een gewelddadige of enige andere slechte of goede daad verricht wordt, heeft dat een onmiddellijk effect op de ijlere lichamen en op het bewustzijn van de verantwoordelijke persoon. Er wordt een psychologische impuls geschapen, en een neiging tot nog meer geweld wordt ingezaaid in het psycho-mentale veld. Tezamen met andere soortgelijke neigingen wordt zo het karakter van iedere persoon opgebouwd. Elke gedachte van geweld of vriendelijkheid, minachting of mededogen, brengt een kleine verandering teweeg in ieder van ons. De onzichtbare lichamen op het emotionele en mentale vlak genereren in de loop der tijd automatische reacties. Dan versterken de reacties en de externe acties de innerlijke neigingen. Een externe handeling kan schijnbaar ongestraft verricht worden als niemand kijkt, of als er geen bewijs voor naar voren gebracht wordt, maar omdat het fysieke verstrengeld is met de mentale en psychische equivalenten, leidt een goede of een slechte daad tot weldadige of pijnlijke resultaten. Dit gebeurt volgens de wentelingen van het wiel van karma. De goede en de slechte daden beïnvloeden de kwaliteit van iemands bewustzijn elke keer, en verheffen of verlagen het.

Dit onmiddellijke gevolg van handelingen wordt normaliter niet erkend of toegegeven behalve in clichés zoals: wanneer u een leugen vertelt, moet u er nog vele bij vertellen om deze te verbergen. Wat er feitelijk gebeurt, is dat wanneer er een leugen verteld wordt, de neiging tot liegen ontstaat of versterkt wordt, al naar gelang. In de Indiase mythologie is er een verhaal over hoe koning Yudhisthira, die bekend stond om zijn rechtschapenheid, op de proef werd gesteld en faalde toen hij een leugen vertelde om de oorlog te winnen. Zijn strijdwagen verzonk meteen. Dit verhaal maakt duidelijk dat wij zinken of stijgen, moreel en spiritueel, door wat wij doen of laten. Er is geen toverstaf om instant karma weg te wuiven.

Uit: The Theosophist van juni 2002

Vertaling: A.M.I.