TVN Home » Nieuwsbrief » artikelen » “Het licht van Boeddhi” door Radha Burnier

“Het licht van Boeddhi” door Radha Burnier

15 april 2015

Een artikel van mevr. Radha Burnier, vorige president van de Theosophical Society (Adyar) over

Het licht van Boeddhi

Zoals het woord zelf al aangeeft, betekent boeddhi helder inzicht, ‘wakker’ zijn. Boeddh betekent ‘wakker worden’. Boeddh betekent wakker zijn voor de ondeelbaarheid van het leven en dus voor de waarde van elke levende vorm. In deze holistische visie is er juist perspectief en een helder begrip van relaties. Elke straal van boeddhi die het gewone verstand doordringt, maakt het gevoeliger en helpt bij het ontwikkelen van de eigenschap viveka of spiritueel onderscheidingsvermogen.

De aantekeningen van Robert Bowen over de leringen van HP Blavatsky vermelden: ‘in de grond is er ÉÉN ZIJN… Daar het absoluut is, bestaat er niets buiten dat. Het is ondeelbaar… Het is dit denkbeeld dat altijd op de achtergrond van het denken bewaard moet worden…’. Dit is de benadering van Boeddhisch bewustzijn, en wanneer dit het verstand verlicht, al is het maar tijdelijk, kunnen weldadige beslissingen genomen worden. Moord lijkt dan niet te rechtvaardigen als het oorlog genoemd wordt. Bertrand Russell stond bekend om zijn geschriften hierover. Krishnamurti schreef:

Het is een uitgestrekte, cynische wereld, en cynisme kan nooit affectie, zorg en liefde tolereren. Ik ben bang dat wij die eigenschap kwijt zijn – de eigenschap mededogen. Probeer mededogen niet te analyseren; het kan heel gemakkelijk geanalyseerd worden. U kunt geen liefde analyseren. Liefde ligt niet binnen de beperkingen van het brein; omdat het brein het instrument is van gewaarwording, is het het middelpunt van alle reactie en actie, en wij proberen vrede, liefde te vinden binnen dit beperkte gebied…    Het schijnt mij toe dat het belangrijk is dat u de hele structuur ziet van menselijk geweld en wreedheid, die zich uiteindelijk uitdrukt in oorlog. Als u dat volkomen ziet, dan zult u juist bij het zien daarvan het goede doen.’

Elders schreef hij:

Tot er een radicale verandering plaatsvindt en wij alle nationaliteiten, ideologieën, religieuze scheidingen uitwissen, en een wereldwijde verbondenheid scheppen – innerlijk, voorafgaand aan het organiseren van de uiterlijke – zullen we doorgaan met oorlogvoeren. Wanneer u anderen kwaad doet of doodt, hetzij in woede of door georganiseerde moord die oorlog genoemd wordt, vernietigt u, die de rest van de mensheid vormt, uzelf.

Alle ware religieuze leringen gaan over tederheid, onschuld en liefde jegens alle levende wezens. Het ideale regeringsstelsel is er één die religie in deze zin steunt, door activiteiten en industrieën te stimuleren die vriendelijke en onzelfzuchtige gevoelens en gedachten bevorderen. Het verbond tussen politici en de geestelijkheid is verwerpelijk en schadelijk omdat hun doelstellingen zelfzuchtig en sektarisch zijn. Maar rechtvaardige leiders en ‘filosofenkoningen’ kunnen beleid formuleren dat de ontwikkeling van deugd bevordert en dat leidt tot het pad van goede wil en universele liefde.

Uit: The Theosophist van augustus 2002

Vertaling: A.M.I.