TVN Home » Nieuwsbrief » Theosofische ethiek

Theosofische ethiek

16 april 2015

“De Sleutel tot de Theosofie” van H.P.B. heeft als ondertitel: “Een heldere uiteenzetting in de vorm van vragen en antwoorden van de ethiek, wetenschap en filosofie voor de studie waarvan de Theosophical Society is opgericht”.
De ethiek houdt zich bezig met de vragen omtrent het juiste handelen. In feite hebben de theosofische leringen altijd een ethisch element. In de oude inwijdingskennis en stelsels is de hoogste ethiek ook altijd aanwezig.
“Theosoof is hij of zij die theosofie doet” zei Blavatsky

Volgens de oude wijsheid is ethiek niet een stel regels die door de mensen zijn bedacht, hoe men zich gedragen moet, of een opgelegde moraal, een moralistische dwang. Ethiek is in wezen het Goede, wat uit het Ene voortvloeit. Daarom gaat zij ook altijd samen met wijsheid en liefde.
In het diepst van zijn hart voelt de mens dit, want daar bestaat hij in het Ene. Het gaat er dus niet om een opgelegde, overgeleefde moraal te volgen, of om op handige manier door deze ruwe samenleving te manoevreren, maar om het eenmaken van het eigen hart met het hart van het heelal, het al-goede.
Echte moraliteit is dus juist gedrag gebaseerd op juist inzicht. Ieder mens heeft een aangeboren gevoel voor waarheid, rechtvaardigheid, trouw, eer en liefde.

—–

We vervolgen nu met een aantal ethische regels – speciaal betrekking hebbend op de omgang met onze medemensen – door een anonieme theosoof opgeschreven in de jaren 20 en gebaseerd op ‘Aan de voeten van de Meester’ door Krishnamurti, alias Alcyone: “Meditations being selections from ‘ At the Feet of the Master’ by a server”. 4th ed. Adyar, Theosophical publishing house, 1927

Wees vriendelijk en tolerant jegens allen en dat in gelijke mate, ongeacht de persoon. Het is je plicht om altijd blij en sereen te zijn, omdat je beseft dat alle kwaad voorbijgaand is. Positieve, helpende energie kan niet door jou de wereld instomen als je negatief en zwaarmoedig bent. Je kunt daarmee immers anderen in negatieve zin infecteren. Dus positief zijn is de regel voor de leerling. Vermijd voortdurende zorgelijkheid. Werp zorgen en depressies van je af zodra ze opkomen. Een liefdevol hart is de belangrijkste eigenschap van de leerling. Daardoor zal hij of zij er op letten nooit enig levend wezen te kwetsen, en hij of zij zal altijd hulp bieden wanneer dat nodig is.

Roddel is een ondeugd waartegen iemand die een liefdevol hart nastreeft zich moet wapenen. Het begint al met een kwadaardige gedachte, en dat is op zich al fout. Zie wat kwaadspreken doet: je kwade gedachten beinvloeden je omgeving, dus vermeerder je het kwade in de wereld. Je betrekt anderen bij deze schadelijke bezigheid, zodat zij zich ook schuldig maken eraan. Ze beinvloeden je broeder of zuster en jezelf, en je verhindert daarmee je eigen groei. Spreek daarom nooit kwaad van anderen, en luister ook niet naar roddels.
Besef dat als je een slecht verhaal over iemand hoort, het misschien helemaal niet waar is. En zelfs als het waar is, is het vaak vriendelijker niets te zeggen.
Schrijf anderen geen motieven toe. Alleen zijn of haar eigen hoger zelf kent zijn motieven, en hij kan motieven hebben waar jij helemaal geen weet van hebt.
We kunnen onbedoeld anderen kwetsen als we niet bewust op onze woorden letten, of als we niet beseffen hoe een handeling of opmerking een ander kan treffen. Wees dus altijd bedachtzaam in spreken en handelen. Wees op je hoede voor onbedoeld kwetsen.

Je gedachten over anderen moeten waarachtig zijn. Je moet niet van hen denken wat je niet kan weten. Veronderstel ook niet dat anderen altijd aan jou denken. Dus als iemand iets doet waarvan je denkt dat het je schaadt, denk dan niet meteen ‘hij of zij wil mij opzettelijk kwetsen’. Bedenk dat ieder mens zijn of haar eigen zorgen en gedachten heeft, die voornamelijk om hem of haar zelf draaien. Spreekt iemand op boze toon tegen je denk dan niet meteen ‘hij haat mij en wenst mij te kwetsen’. Het is weliswaar dom van hem of haar zich kwaad te maken, maar laten we daarom niet onwaarachtig over hem of haar denken.

In alles en iedereen is het goede, en in alles en iedereen zit ook het kwade. Beide kunnen we met onze gedachten versterken. En daarmee bevorderen we de evolutie of hinderen haar. We kunnen de wil van de Logos doen, of deze tegenwerken. Jouw eventuele boosaardige gedachte kan je naaste in verleiding brengen slecht te handelen, want hij is nog niet volmaakt, evenmin als jijzelf.

Voordat je spreekt bedenk dan zorgvuldig: is het waar, vriendelijk en behulpzaam wat ik wil zeggen? Oefen dat reeds nu, want ben je eenmaal hoger op de inwijdingsladder geklommen, dan geldt dit nog veel sterker.
Denk ook na voordat je begint te spreken om niet inaccuraat te zijn.

Je begeertelichaam heeft nu eenmaal zijn begeerten – tientallen. Het wil dat je boos wordt, dat je scherpe opmerkingen maakt, dat je je jaloers voelt, geldzucht hebt, anderen hun bezit benijdt, dat je toegeeft aan zwaarmoedigheid. Maar wil JIJ dat? Jij zelf wil dat allemaal niet.

Bemoei je niet met andermans zaken. Wat hij of zij doet of gelooft gaat jou niets aan, dus laat hem of haar met rust.

Wees altijd waarachtig in je spreken, accuraat en zonder overdrijving.
Het is goed weinig te spreken. Wees ook niet begerig te spreken om knap te lijken, of om op te vallen. Veel van ons praten is onnodig en onbedachtzaam. In het occulisme geldt trouwens: Weten, durven, willen en zwijgen.