TVN Home » Nieuwsbrief » artikelen » MINDFULNESS 3 – vertrouwen, niet-streven

MINDFULNESS 3 – vertrouwen, niet-streven

5 april 2018

MINDFULNESS 3

Zeven gedragsvormen zijn de belangrijkste pijlers bij het beoefenen van mindfulness. Dat zijn niet-oordelen, geduld, beginnersgeest, vertrouwen, niet-streven, acceptatie, loslaten. Deze gedragsvormen dienen bewust ontwikkeld te worden wanneer je oefent.

Zij zijn niet onafhankelijk van elkaar. Elk van hen hangt af van en beïnvloedt de mate waarin je de anderen tot ontwikkeling kan brengen. Werkend aan één van hen zal je dit snel naar de anderen voeren. Aangezien zij samen de basis vormen waarop je een sterke meditatieoefening voor jezelf kunt creëren, introduceren wij hen voordat je met de technieken te maken krijgt en je vanaf het begin met deze gedragsvormen bekend raakt. Wanneer je eenmaal met de oefening zelf bezig bent, verdient dit hoofdstuk herlezen te worden om je te herinneren aan de manieren hoe je door zou kunnen gaan met het bemesten van de gedragsvormende voedingsbodem zodat je mindfulness-oefening vruchten zal afwerpen.

In de Nieuwsbrief van Februari behandelden we de eerste drie punten, nu gaan we door met 4 en 5.

  1. Vertrouwen

 De vierde basishouding voor mindfulness is vertrouwen. En nogmaals: het gaat niet om een goedkope en kwezelige vorm van vertrouwen. We kunnen ons afvragen: wat is vertrouwen waard? Kunnen we vertrouwen op wat we weten? Kunnen we vertrouwen op wat we weten dat we niet weten? Kunnen we erop vertrouwen dat dingen gebeuren op hun eigen tijd, en dat we niet alles hoeven te repareren, niets hoeven te repareren zelfs? Kunnen we op onze eigen intuïtie vertrouwen, ook als die door anderen wordt weersproken? Kunnen we erop vertrouwen dat we onze eigen persoon zijn?

En iets anders: kun je vertrouwen op wat je denkt? Kun je jouw ideeën en meningen vertrouwen? Die zijn vaak onbetrouwbaar omdat het zo eenvoudig is om een verkeerde waarneming te hebben, verkeerd te begrijpen, verkeerd te duiden wat er werkelijk aan de hand is. Misschien is wat jij denkt maar tot op zekere hoogte waar. Zou dat waar kunnen zijn? Zou het misschien zo zijn dat we geen nieuwe mogelijkheden kunnen zien doordat we verblind zijn als gevolg van onze niet nader bekeken aanname dat ons standpunt absoluut waar is.

Als je niet geheel kunt vertrouwen op wat je denkt, wat dacht je er dan van om op je bewustzijn te vertrouwen? Of op je hart te vertrouwen? Te vertrouwen op je motivatie om op zijn minst geen kwaad te berokkenen? Wat dacht je ervan om op je ervaring te kunnen vertrouwen tot dat bewezen is dat die het mis heeft – en om die ontdekking dan te vertrouwen?

Wat dacht je ervan om op je zintuigen te vertrouwen? Zoals je weet, kan elk zintuig worden gefopt. Het is dus misschien niet mogelijk om absoluut te vertrouwen op onze zintuigen of op de buitenkant van de dingen. Toch zouden we misschien kunnen experimenteren met onszelf trainen iets meer in contact te komen met onze zintuigen, en te bekijken of we een grotere vertrouwdheid kunnen ontwikkelen met datgene wat onze zintuigen kenbaar maken wanneer we er goed naar luisteren. Dit ligt natuurlijk dicht op het vertrouwen op het lichaam.

Kun je op je lichaam vertrouwen? Vertrouw jij op je lichaam? Hoe zit het als je lichaam in het verleden kanker heeft gehad, of nu kanker heeft? Is er dan nog steeds ruimte voor vertrouwen? Is er een gevoel dat er misschien nog steeds veel meer goed aan is dan er mis mee is – wat er ook mis is? Misschien kun je vanuit die houding van vertrouwen mobiliseren wat er goed gaat met je lichaam, om zo veel mogelijk voluit te leven, ook al weet je niet wat er gaat gebeuren. Kunnen we dat ‘niet weten’ vertrouwen? Soms misschien wel; soms niet, en soms weten we het niet. En dat ‘niet weten’ is misschien op zichzelf wel iets waar je op kunt vertrouwen.

  1. Niet-streven

De vijfde basishouding – en voor veel westerlingen echt een lastige – is niet-streven. Niet streven? Hoe bedoel je? Dat klinkt nogal subversief en on-westers. Wij Westerlingen ‘gaan ervoor’, wij zijn enorme doeners. We zouden onze soort wel ‘mes die doet’ kunnen noemen. Onze cultuur is er een van doen, van verder komen, van altijd ergens naar toe moeten. Het idee dat je bij het beoefenen van meditatie nergens naartoe hoeft, niets hoeft te doen en nergens naar hoeft te streven. Kan voor ons, met onze ‘streberige’ aard en onze behoefte om altijd maar beter te worden, overkomen als iets wat ons vreemd is – mysterieus en merkwaardig.

Niet-streven hangt samen met de tijdloze kwaliteit van het huidige moment dat we nu noemen. Wanneer we tijdens de formele meditatieoefening dit moment bewonen, is er echt geen enkele plek waar we naartoe moeten, niets te doen en niets om te bereiken. Meditatie is niet te vergelijken met enig ander project. Dat je ooit hebt ondernomen, leren autorijden bijvoorbeeld; voor die andere dingen geldt dat als je het eenmaal hebt geleerd, het een automatisme wordt, een vaardigheid die je gebruikt en waar je nooit over nadenkt. En dat is misschien ook de reden dat er elk jaar weer zo veel ernstige auto-ongelukken gebeuren. Misschien wel de meerderheid van de automobilisten is tijdens het autorijden een groot deel van de tijd mijlenver weg met zijn of haar gedachten en nauwelijks met de auto bezig. Wij rijden rond, maar hebben onze aandacht er niet echt bij, bijvoorbeeld omdat we in beslag worden genomen door een mobiel telefoongesprek of door wat er op de radio te horen is. En zelfs als jij niet telefoneert of niet door iets anders van buitenaf wordt afgeleid, is het nog vaak zo dat je gedachten afdwalen naar je innerlijke monoloog. Misschien is het een goed idee om jezelf een seintje te geven als je achter het stuur zit – via je innerlijke ‘mindfulnessnetwerk’ – jezelf eraan te herinneren om in contact te blijven met wat zich aan de andere kant van je voorruit van moment tot moment afspeelt.

Niet-streven is niet zomaar iets. Het heeft te maken met beseffen dat je hier al bent. Je hoeft nergens naartoe, de opdracht is eenvoudig; wakker aanwezig blijven. En dat wakker aanwezig blijven wordt niet verkocht als een ideaalbeeld waarin je na veertig jaar in een grot in de Himalaya zitten, nadat je in de leer bent gegaan bij een beroemde goeroe, tienduizend keer een knieval hebt gedaan of wat dan ook per definitie beter zult zijn dan je nu bent. Waarschijnlijk zul je alleen maar ouder zijn. Wat nu gebeurt is dat wat ertoe doet. Zoals de grote zestiende-eeuwse Indiase dichter Kabir het verwoordde: als je nu geen aandacht hebt ‘kom je uiteindelijk terecht in een hutje in de Stad des Doods’. T.S. Eliot formuleerde het in zijn ‘Four Quartets’ zo: Ridiculous the waste sad time / Stretching before and after.

Zelfs de geringste aanzet die we doen om onszelf eraan te herinneren dat ‘dit het is’, dat we nu leven, dat we hier al zijn, kan een enorm verschil maken. Want zoals we al eerder zagen, is de toekomst waarnaar we verlangen al hier. Dit is het! Dit moment is de toekomst van alle eerdere momenten in je leven, inclusief die momenten waarop je dacht en droomde over een tijdstip in de toekomst. Je bent er al in. Dat heet ‘nu’. Hoe jij je verhoudt tot dit moment heeft invloed op de kwaliteit en het karakter van het volgende moment. Zo kunnen we de toekomst vormgeven door zorg te dragen voor het heden. Wat een opmerkelijke kans.

Wat is het doel van het leven? Is het alleen om ergens anders te komen en als je daar dan bent je te realiseren dat je nog steeds niet gelukkig bent en nu ergens anders wilt zijn. Als we niet uitkijken, lonkt er aan de horizon misschien altijd wel een betere tijd: ‘Als ik met pensioen ga, als ik van school af ben of mijn opleiding heb afgerond, als ik genoeg verdien, als ik getrouwd ben, als ik gescheiden ben, als de kinderen het huis uit zijn’. Wacht eens even . . . dit is het! Dit is je echte leven, je hebt alleen dit moment. De rest is alleen maar herinnering (die ook nu hier is) en verwachting (die zich ook hier en nu afspeelt). Dit moment is even goed als ieder ander moment. Het is zelfs volmaakt. Volmaakt wat het is. En alles wat in jouw ogen misschien onvolmaakt is, hoort daar ook bij.

Zoals we al hebben gezien, betekent niet-streven zeker niet dat je niet weet hoe je een heleboel voor elkaar kunt krijgen. Veel mensen die al langere tijd mediteren verzetten juist om allerlei kleine manieren, in allerlei verschillende banen en met verschillende roepingen uitstekend en belangrijk werk. De uitdaging is voor ieder van ons dat wat we doen voortvloeit uit wie we zijn, tot op zekere hoogte in elk geval. Dit is een kunstvorm op zichzelf: de kunst van bewust of mindful leven. En nogmaals: het leven zelf wordt dan de echte meditatie-oefening.

Denk nu niet dat ik de beoefening wil idealiseren. Oefenen is heel echt en verloopt vaak helemaal niet zo soepel. Het gaat niet over het bereiken van het een of andere bijzondere toestand van gelukzaligheid of kalmte. Het daagt ons continu uit en onthult steeds weer nieuwe en nog subtielere terreinen van zelfidentificatie en vastklampen, net zoals het leven zelf dat ook doet. Het is zwaar.

Het alternatief voor mindfulness is echter waarschijnlijk veel zwaarder, en problematischer. De intentie om mindful te leven alleen al betekent een kans, die zich op elk moment aandient, op een beter emotioneel evenwicht, een beter evenwicht in het denken en een grotere helderheid van geest en hart. Het is ook een vorm van relationele intelligentie, in die zin dat we, voor zover we het ons eigen maken, gemakkelijker in de omgang worden voor hen die met ons samenleven, of in onze omgeving vertoeven.

Uit: Mindfulness voor beginners, John Kabat-Zinn (ISBN 9789057123696)

Volgende nieuwsbrief verder met punten 6 en 7.

 Van 23 tot 28 juni 2017 vond op het Internationaal Theosofisch Centrum te Naarden de jaarlijkse School of the Wisdom plaats “To be a lamp onto oneself. Mindfulness: a gateway to a spiritual life” met Fernando de Torrijos. Een zeer succesvol seminar en retreat.

Er zijn video opnamen gemaakt. Klik hier om deel 1 te zien, en hier voor deel 2