TVN Home » Product Tags: varma

Varma

27 november 2018

Yogic Practice – Yama and Niyama

By S.S. Varma.

28 Pages | First edition 1991, first reprint 2002 | Softcover | Theosophical Publishing House, Adyar | ISBN: 8170591805.

Dutch translation: De Beoefening van Yoga – Yama en Niyama (1995, 2011) | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN: 9789061750918.

Yoga literally means ‘unification’, unification of the individual soul and the Oversoul and herewith unification of all that is. Everybody realizes he or she is one with the Divine, thus should realize he or she is one with everybody else. This is spirituality. Although this total unification marks its final goal, ‘yoga’ could be understood as much as ‘the way towards’.

This booklet includes rules of ethical behavior. Yama comprises virtues, such as abstaining oneself from violence, lies and betrayal, robbery, unchastity and greed. Niyama covers living up to these commandments relating to purity, contentment, abstinence, self-study and self-surrender to God. In this little publication, Varma reveals the true essence of these virtues.

From page 17:

” Before dealing with the five elements of Niyama, it may be useful to consider the distinction between the Yamas and the Niyamas. Both seem to point at a common purpose – the transmutation of the lower nature to serve as a suitable vehicle of the Divine Life. The practices included in Yama are moral and prohibitive and lay the foundation of a yogic life, while those in Niyama are disciplinary and constructive in character and aim at organizing the life of the spiritual aspirant. “

auteur: Varma, S.S.
ISBN: 8170591805
Quantity

Prijs: € 2,50

Loading Updating cart…

De Beoefening van Yoga – Yama & Niyama

Door S.S. Varma.

26 Pagina’s | Eerste druk 1995, tweede druk 2011 | Brochure | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN: 9789061750918.

Engels origineel: Yogic Practice – Yama and Niyama | Uitgegeven in 1991 & 2002 | The Theosophical Publishing House, Adyar | ISBN: 8170591805.

Yoga betekent letterlijk ‘eenwording’, eenwording van de individuele ziel met de Overziel en daarmee eenwording met alles wat is. Iedereen die beseft dat hij of zij één is met het Allerhoogste, weet daarmee ook dat hij of zij één is met ieder ander. Alleen dit is spiritualiteit. Hoewel deze eenwording het einddoel is, is ‘yoga’ ook ‘het pad dat daarheen leidt’ gaan betekenen.

In deze brochure staan voorschriften voor ethisch gedrag. Yama omvat deugden als het zich onthouden van geweld, leugen en bedrog, diefstal, onkuisheid en hebzucht. Niyama slaat op het naleven van de geboden, die betrekking hebben op zuiverheid, tevredenheid, onthouding, zelfstudie en zelfovergave aan God. Varma brengt deze deugden terug tot hun ware essentie.

Afkomstig van blz. 17:

” Voordat we beginnen met de behandeling van de vijf onderdelen van niyama, kan het nuttig zijn om eerst het verschil tussen de yama’s en de niyama’s verder toe te lichten. Beide lijken naar een gemeenschappelijk doel te streven: de verandering van de lagere aard op een wijze, die haar geschikt maakt om als voertuig te dienen voor het Goddelijke Leven. De oefeningen vervat in yama zijn ethische verboden en leggen het fundament voor het leven van een yogi, terwijl die van niyama disciplinair en constructief van aard zijn en ten doel hebben om het leven van de spirituele aspirant te organiseren. “

auteur: Varma, S.S.
ISBN: 9789061750918
Additional DescriptionMore Details

In deze brochure staan voorschriften voor ethisch gedrag. Yama omvat deugden als het zich onthouden van geweld, leugen en bedrog, diefstal, onkuisheid en hebzucht. Niyama slaat op het naleven van de geboden die betrekking hebben op zuiverheid, tevredenheid, onthouding, zelfstudie en zelfovergave aan God. Varma brengt deze deugden terug tot hun ware essentie.

Quantity

Prijs: € 4,00

Loading Updating cart…

Teachings on Discipleship – As Outlined in the Mahatma Letters

By S.S. Varma.

119 Pages | First edition 1995 | Hardcover | Theosophical Publishing House, Adyar | ISBN: 8170592674.

Dutch translation: Leringen over Leerlingschap – Zoals Geschetst in de Brieven van de Meesters | Published in 2001 | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN: 9061750814.

The letters of the Mahatmas were received sometimes phenomenally and at other times in the ordinary way by post. They were not written in the usual way but precipitated. Though they are more than a hundred years old, and deal with persons no longer living and events long passed, the wisdom communicated through them is timeless. The story of the beginning of the correspondence and its continuance is inextricably bound with the history of the Theosophical Society. Probably there is nothing so unique in theosophical literature as these letters by the Adepts, who inspired the formation of the Theosophical Society and whose messenger Madame H.P. Blavatsky (HPB) was.

From Chapter 4 – ‘The Way to the Masters’ (p. 71):

” The popular idea that the Guru helps at times of difficulties probably is not quite correct. HPB was cured several times, but it has to be specially noted that it was not to help her, but in the interest of the work. In her own battles, she was left to her own devices. Thus it has been made clear that right up to Adeptship one has to depend on oneself alone:

The fact is, that to the last and supreme initiation every ‘chela’ – (and even some adepts) – is left to his or her own device and counsel. We have to fight our own battles, and the familiar adage – ‘the adept becomes, he is not made’, is true to the letter. “

auteur: Varma, S.S.
ISBN: 8170592674
Quantity

Prijs: € 9,50

Loading Updating cart…

Leringen over Leerlingschap – Zoals Geschetst in de Brieven van de Meesters

By S.S. Varma.

142 Pagina’s |Uitgegeven in 2001 | Hardcover | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN 9061750814.

English origineel: Teachings on Discipleship – As Outlined in the Mahatma Letters | Eerste editie 1995 | The Theosophical Publishing House, Adyar | ISBN: 8170592674.

Leringen over Leerlingschap is een becommentarieerde verzameling uitspraken uit De Mahatma Brieven aan A.P. Sinnett (1923), rond het thema meester/leerling. Behandeld worden de vereisten voor het spirituele pad. Van de kant van de Tibetaanse meesters – de schrijvers van de brieven – wordt de relatie tot de leerling gekenmerkt door vrijheid en onvoorwaardelijk respect als gevolg van diep gevoelde en feitelijke broederschap. Zij nodigen geïnteresseerden uit zicht te ontwikkelen tot even grote vrienden van de mensheid. Leringen over Leerlingschap geeft stof tot nadenken over kwesties als God, religie, het kwaad, karma en broederschap.

Uit Hoofdstuk 1 – ‘De meester’ (blz. 26):

” Zelfs al zouden we een meester ontmoeten, dan is het niet eenvoudig hem te herkennen. HPB vertelt ergens hoe enkele mensen haar ondervroegen over de meesters, over waar en hoe men ze kon vinden, terwijl er feitelijk een in de kamer aanwezig was. Dus men kan hem niet aan uiterlijke tekens herkennen. “

 

auteur: Varma, S.S.
ISBN: 9061750814
Additional DescriptionMore Details

Van de kant van Tibetaanse meesters – de schrijvers van de brieven – wordt de relatie tot de leerling gekenmerkt door vrijheid en onvoorwaardelijk respect als gevolg van diep gevoelde en feitelijke broederschap. Zij nodigen geïnteresseerden uit zich te ontwikkelen tot even grote vrienden van de mensheid. Leringen over Leerlingschap geeft stof tot nadenken over kwesties als God, religie, het kwaad, karma en broederschap. Ook voor lezers die De Mahatma Brieven aan A.P. Sinnett niet kennen kan dit boekje interessant zijn en mogelijk een aanzet vormen tot bestudering van het gehele werk en/of tot verdieping van hun spirituele inzichten. Recensie S.S. Varma kreeg het idee voor dit boekje tijdens een workshop over de Mahatma Brieven. Die brieven kennen we als De Mahatma Brieven aan A.P. Sinnett, samengesteld door Trevor Barker  en de twee deeltjes die samengesteld zijn door C. Jinarajadasa: Letters from the Masters of the Wisdom, first and second series. Jinarajadasa maakte ook een samenstelling van de brieven aan Leadbeater en Olcott. De meeste brieven zijn geschreven door de Mahatma’s KH en M. De oorspronkelijk brieven aan Sinnett en Hume zijn opgenomen in een trust en worden bewaard in het British Museum in Londen. Je kunt ze gaan bekijken, als je het aanvraagt bij het museum, wat een bijzondere ervaring is. Al deze brieven geven een schat aan informatie over dat wat wel genoemd wordt: Philosophia perennis ofwel de eeuwige wijsbegeerte. Maar die informatie is verspreid over al die brieven die soms over persoonlijke raadgevingen gaan of over antwoorden op specifieke vragen. S.S.Varma schrijft dat hij zich in dit studieboekje over de brieven beperkt tot enkele onderwerpen die betrekking hebben op ons dagelijks leven en hij legt de uitspraken over die onderwerpen naast elkaar. Hij werkt met alle brieven en dat geeft een bijzondere kijk op het benaderen van het leven vanuit het getransformeerd bewustzijn van diegenen die we Mahatma’s of grote geesten noemen. Het begrip Mahatma wordt uitgelegd door een aanhaling van Sri Madhava Ashish:

De sleutel tot herkenning ( van een mahatma) ligt in het hart, waar we een vermogen kunnen vinden om in een ander de ware werkelijkheid te herkennen van wat we zoeken…het vermogen om een meester van de geheime wijsheid te herkennen hangt niet af van enige bijzondere kwaliteit van hem maar van wat wij innerlijk zijn.
De Mahatma’s zeggen zelf dat ze geen buitengewone vermogens hebben maar werken met de natuurlijke wetten en middelen, niet met bovennatuurlijke. Zij beschikken over inzicht in de wetten van bestaan verkregen door een lange weg van geestelijke ontwikkeling. KH stelt dat de adept de zeldzame bloem is van generaties van onderzoekers, en M schrijft dat iedere voorkeur voor individuen daarbij ondergeschikt gemaakt wordt aan de liefde voor het menselijk ras. Zij vertegenwoordigen een bepaalde staat van bewustzijn. In hoofdstuk 1 wordt de historie van de brieven behandeld (met boekenlijst ) en in hoofdstuk 2 het begrip mahatma.  In hoofdstuk 3 zijn we toe aan het dagelijks leven. Varma maakt een keuze uit alle boven genoemde brieven en komt zo tot een zekere toespitsing op het onderwerp over raadgevingen omtrent het vroegste stadium waarin iemand probeert te gaan onderscheiden tussen wel en niet. Zo komt naar voren dat het motief van het handelen het belangrijkste is en dat hij die zich bekommert om de mening van de massa nooit boven die massa zal uitstijgen. KH schrijft: “Verruim uw sympathieën in plaats van ze te beperken; probeer u met uw medemensen te vereenzelvigen, in plaats van uw kring van affiniteiten te verkleinen.” En: “U moet leren uw bewustzijn meer van uw uiterlijke zelf te scheiden.” Ook worden we gewaarschuwd voor een verkeerd gericht mysticisme, voortkomend uit geforceerde visioenen door onverantwoord ascetisme of overdreven hatha yoga, gericht op psychische vermogens. Herhaaldelijk wordt gewaarschuwd voor trots en egoïsme en voor zelfverheffing, ijdelheid en eigenwaan die, indien men ze meesleept naar de hogere beginselen ontzaglijk veel gevaarlijker zijn dan wanneer zij beperkt blijven tot de lagere fysieke natuur van de mens. De brief van KH waarin hij de visie van zijn “baas” de Maha Chohan op de TS doorgeeft wordt wel gezien als de belangrijkste van alle brieven. We lezen:
We moeten ons allemaal ontdoen van ons eigen ego, het bedrieglijke schijnbare zelf, om ons ware zelf te herkennen in een transcendentaal goddelijk leven. Maar als we niet zelfzuchtig willen zijn, moeten we pogen ook andere mensen die waarheid te doen inzien: de werkelijkheid van ons eigen transcendentale zelf te herkennen, die de Boeddha, de Christus, de God van elke prediker is.
Het vierde hoofdstuk gaat weer een stapje verder en geeft raad aan diegenen die een keus gemaakt hebben op de weg naar de meesters. Die weg houdt niet het beklimmen van de bergen van de Himalaya in zoals lang gedacht werd. Wel een harde leerschool omdat we te maken krijgen met een wereld die geheel van de onze verschilt, zoals wordt aangegeven. Een wereld waarin alle waarden die door ego-gerichtheid werden opgebouwd moeten worden opgegeven. Ook hier weer prachtige opmerkingen zoals: “… want u probeert tot de dingen van de geest door te dringen met de ogen van het vlees.” Varma schrijft dat bekeken vanuit het gezichtspunt van werelds winstbejag het dwaas kan lijken maar het maakt duidelijk dat een verandering van leven absoluut noodzakelijk is omdat deze waarheden van tijdloze wijsbegeerte alleen begrepen kunnen worden wanneer zij worden nageleefd. Het gaat hier om een totale regeneratie van het menselijk denken en functioneren. De sleutel tot die dieptesprong in het functioneren van het bewustzijn ligt in het ontwikkelen van geestelijke intuïtie. Er wordt gezegd dat de neofiet een toestand moet bereiken die nodig is voor die graad van verlichting waarop hij recht heeft en waarvoor hij geschikt is. En die verlichting moet van binnen uit komen. De waarheid kan herkend worden zodra het intuïtief vermogen tot waarnemend integraal inzicht daar is. Een aanhaling van Subba Row zegt daarover: “… tenzij hij het middel heeft gevonden om zijn individualiteitsbesef langzamerhand te verplaatsen van zijn vergankelijk stoffelijk lichaam naar het eeuwig niet-zijnde, dat door zijn zevende beginsel wordt vertegenwoordigd.” Ziedaar de weg naar de meesters. Er volgt nog een hoofdstuk over: God, religie en het kwaad. We lezen dat kwaad slechts de afwezigheid van het goede is. En dat God en Christus eenvoudig “goed” betekenen. Over religie komt naar voren dat de mens de altaren van zijn valse goden zal moeten vernietigen omdat het hem niet meer om de leringen gaat maar in plaats daarvan de leraar is gaan aanbidden. Over Karma in hoofdstuk 6 wordt aangegeven dat de wetten van karma pas werkelijk bestudeerd kunnen worden als de discipel het punt heeft bereikt waarop die wetten hem niet meer raken, omdat hij in staat is zijn aandacht te vestigen op dat wat door die wetten niet wordt beïnvloed. Dit alles werpt licht op het ontstaan van de Theosofische Vereniging waar vooral KH en M alles mee te maken hadden. Het laatste hoofdstukje gaat dan ook over bewuste broederschap en wat dat inhoudt. We kennen de aanhaling: “De ware theosoof is een filantroop – niet voor zichzelf maar voor de wereld leeft hij.” Het hele boekje geeft op een open heldere wijze inzicht in de Philosophia Perennis. Meestal wordt dat gedaan op een mystieke, metaforische manier maar hier staat het recht voor zijn raap. Dat is het unieke van de brieven van hen die het kunnen weten. Radha Burnier zegt in haar voorwoord dat we S.S. Varma dankbaar moeten zijn voor deze manier van aanreiken. Varma werd door de Adyar-gangers gekend als een fragiele geestige man met een bijzonder heldere geest. Met dit boekje laat hij een juweel na waar dankbaarheid een klein woord voor is. Rest het vermelden van de Noten met verwijzingen naar de aangehaalde brieven. De vertaling is uitstekend verzorgd.

Fay van Ierlant

Quantity

Prijs: € 15,75

Loading Updating cart…
LadenBezig met bijwerken…