TVN Home » Tijdschrift Theosofia » Archief » 2006 » Oktober » Globalisering en theosofie, Erna Klaasse-van Maaren
Post image for Globalisering en theosofie, Erna Klaasse-van Maaren

Globalisering en theosofie, Erna Klaasse-van Maaren

Er is nog geen vaste definitie van globalisering. Een omschrijving van globalisering is ‘het mondiaal dichter bij elkaar komen van verschillende maatschappijen, culturen en economie’. Meestal wordt bij globalisering gedacht aan het markteconomische aspect ervan.

Dat er vele manieren zijn om naar globalisering te kijken, bleek uit het programma in het seizoen 2004/2005 van Loge Utrecht van de Theosofische Vereniging, waarvan hier een korte weergave. Het programma bestond uit lezingen en studieavonden. Twee van de studieavonden werden door de aanwezigen samen ingevuld, de overige studieavonden begonnen met een inleiding.

De eerste lezing werd gegeven door Prof. Dr. Hans Gerding1 . Hij sprak over het Global Consciousness Project, een onderzoeksproject van de Princeton Universiteit. Het project onderzoekt de theorie dat het menselijke bewustzijn een extern veld kan creëren dat niet detecteerbaar is met behulp van conventionele middelen.

Het idee is dat het gecombineerde bewustzijnsveld van een groot aantal mensen met vergelijkbare gedachten of gevoelens samen, in tegenstelling tot het veld van een individu, meetbaar is.2

De tweede lezing was een inleiding op vier studieavonden. Hier werd ingegaan op heilige teksten uit verschillende culturen waarbij gewezen werd op de universele grondstructuren. De nadruk lag op het transformerende aspect of de mystieke weg. De mystieke weg werd als universeel verschijnsel in relatie gebracht met globalisering.

Dit artikel komt ook als top-artikel op de website www.theosofie.nl

186        Theosofia 107/5 · oktober 2006

Het uitgangspunt van een volgende lezing was het boek ‘Het Heelheidprincipe3 van Anna Lemkow. Hierbij werd holisme als basis genomen voor het zoeken naar universele normen en waarden.

Twee andere lezingen hadden als onderwerp globalisering in biologisch en theosofisch perspectief en meditatie als universeel verschijnsel.

Bij de laatste lezing werden we meegenomen op een reis door De Mahatma Brieven4 , die immers een boodschap voor de gehele mensheid zijn. De mahatma’s wijzen herhaaldelijk op de ontwikkeling van de kosmos en de mens en op universele principes.

Tijdens de twee avonden die gezamenlijk werden ingevuld bleek het begrip globalisering veel verschillende gevoelens en ideeën op te roepen bij de deelnemers. Sommigen benadrukten de gevolgen van de vrije markt of vreesden een wereldregering die nooit democratisch zou kunnen zijn. Anderen vonden globalisering een neutraal begrip en zagen het belang om na te denken over het wereldomvattende. Op de tweede studieavond werd de vraag gesteld of globalisering wel een verschijnsel van deze tijd is. Daarover hieronder meer.

We kennen al heel lang veroveringen, kolonisatie, cultuurvermenging, slavernij, de VOC en we hebben ook al zestig jaar de Verenigde Naties. Het lijkt een langdurig en veelomvattend proces, dat versneld wordt door de ontwikkeling van de technologie, de moderne communicatiemiddelen en de media.

In de afgelopen decennia zijn er vele rapporten verschenen die direct of indirect over globalisering gaan. Hieronder een overzicht van een aantal daarvan met enkele citaten.

In het rapport ‘De grenzen voorbij’ uit 1991, het vervolg op het rapport van de Club van Rome ‘De grenzen aan de groei’ uit 1972, is een paragraaf opgenomen genaamd ‘Liefhebben’. Hieruit citeer ik een stuk. In de moderne samenleving mag over liefde niet hardop worden gesproken, behalve dan in de meest romantische en alledaagse betekenis ervan. Wie mensen oproept om als broeders en zusters van elkaar te houden, wordt eerder bespot dan serieus genomen. Het grootste verschil tussen optimisten en pessimisten is hun antwoord op de vraag of mensen in staat zijn gezamenlijk te handelen op basis van liefde. In een samenleving die structureel het individualisme, de wedijver en het cynisme in de mens aanwakkert, zijn de pessimisten in de meerderheid.

Dat pessimisme is, denken wij, het allergrootste probleem van het huidige sociale systeem; en het is de achterliggende oorzaak van niet-duurzaamheid. Een cultuur die niet in de beste menselijke eigenschappen kan geloven, er niet over kan spreken en ze niet ontwikkelt, lijdt aan een tragische verstoring van de informatiestroom. ‘Hoe goed kan een samenleving zijn, gezien de aard van de mens?’ vroeg psycholoog Abraham Maslow. ‘Hoe goed kan een mens zijn, gezien de aard van de samenleving?’

De duurzaamheidsrevolutie moet bovenal een transformatie van de samenleving zijn die eerder het beste dan het slechtste in de mens naar boven brengt, stimuleert en koestert. Veel mensen hebben de noodzaak en de mogelijkheid ertoe ingezien. John Maynard Keynes schreef bijvoorbeeld in 1932:

Het probleem van armoede en gebrek en de economische strijd tussen klassen en volkeren is alleen maar een geweldige warboel, een onnodige en voorbijgaande warboel. De westerse wereld heeft immers reeds de middelen en de techniek – als wij maar de organisatie zouden kunnen creeren om ze te gebruiken – die in staat zijn het grote Economische Probleem, dat nu al onze geestelijke en materiële energie verbruikt, te verkleinen tot iets van het tweede plan… De dag is dus niet ver weg waarop het Economische Probleem een minder belangrijke plaats zal innemen, zoals het behoort, en… ons hart en hoofd in beslag zullen worden genomen… door onze werkelijke problemen – problemen betreffende het leven en de menselijke relaties, de schepping, onze gedragingen en de religie.

Theosofia 107/5 · oktober 2006        187

Aurelio Peccei, de grote industriële leider die voortdurend schreef over de problemen van groei en grenzen, economie en milieu, hulpbronnen en beheer, kwam steeds weer tot de conclusie dat de oplossingen voor de problemen van de wereld beginnen met een ‘nieuw humanisme’:

Het humanisme dat past bij ons tijdperk, moet in de plaats komen van en een geheel andere inhoud geven aan principes en normen die we tot nu toe als onaantastbaar hebben beschouwd, maar die niet meer bruikbaar zijn of niet meer overeenkomen met ons doel; dit humanisme moet ervoor zorgen dat er nieuwe waardensystemen ontstaan die ons innerlijk evenwicht herstellen; het moet nieuwe spirituele, ethische, filosofische, sociale, politieke, esthetische en artistieke motivaties verschaffen om de leegheid van ons leven te vullen. Het moet in staat zijn om ons weer… liefde, vriendschap, begrip, solidariteit, opofferingsgezindheid, levenslustigheid te laten voelen; en het moet ons duidelijk maken dat hoe nauwer deze eigenschappen ons verbinden met andere levensvormen en met onze broeders en zusters overal ter wereld, des te meer wij zullen winnen.5

Er zijn verschillende commissies geweest, waaronder de Onafhankelijke Commissie voor Internationale Ontwikkelingsvraagstukken. Deze commissie is ook bekend als de Commissie Brandt, naar haar voorzitter, Willy Brandt. De commissie bestond uit een unieke verzameling ervaren denkers uit rijke, geïndustrialiseerde landen en arme ‘Derdewereldlanden’. Brandts’ talent lag in zijn vermogen om een groot bereik van verschillende economische en politieke meningen bijeen te brengen en samen te voegen die, tot dan toe, elkaar als vijandig hadden ervaren. Uit zowel de conclusies als de aanbevelingen van de Commissie Brandt sprak een omvattende visie. Het Rapport uit 1980 was destijds uniek wat betreft de beschrijving van de onontkoombare economische verbondenheid tussen rijke en arme landen.

De commissie Palme inzake Ontwapenings- en Veiligheidsvraagstukken, en de commissie Brundtland inzake Milieu en Ontwikkeling, vulden het werk aan dat begonnen was door de commissie Brandt en breidden het uit, respectievelijk in de rapporten ‘Gemeenschappelijke Veiligheid’(1982) en ‘Onze Gezamenlijke Toekomst’(1987)

Brandt nodigde in 1990 de leden van deze verschillende commissies en van de Zuid-Commissie uit (vanaf 1986: doel samenwerking tussen ontwikkelingslanden versterken, voorzitter was Julius Nyerere, Tanzania) om de situatie in de wereld na de Koude Oorlog te bespreken. Dit leidde in 1992 tot de instelling van de Commissie voor Mondiaal Bestuur dat een rapport uitbracht in 1995 ‘Onze Mondiale Buurt’ met daarin aanbevelingen voor meer samenwerking, veiligheid en rechtvaardigheid in de wereld door versterking, democratisering en diversifiëring van de Verenigde Naties. 6

Nog steeds verschijnen er rapporten van commissies, waaronder het rapport ‘A fair globalization – Creating opportunities for all’ in februari 2004 van The World Commission on the Social Dimension of Globalization.7

Uit deze rapporten blijkt een toegenomen bewustzijn van onderlinge afhankelijkheid, van verbondenheid en zelfs van broederschap. Deze verbondenheid en broederschap zijn terug te vinden in het eerste doeleinde van de Theosofische Vereniging (de doeleinden staan op de omslag van Theosofia) en ook in de gedachte van eenheid. Ik citeer uit de Bowenbrochure .8

DE FUNDAMENTELE EENHEID VAN BESTAAN. Deze eenheid is iets heel anders dan de gebruikelijke opvatting van eenheid – bijvoorbeeld wanneer we spreken van een natie of leger als eenheid, of dat de ene planeet verbonden is met een andere door middel van magnetische krachten en dergelijke. Zo is de leer niet. Zij zegt dat het bestaan één is, niet een verzameling van zaken die met elkaar verbonden zijn. Fundamenteel is er één Zijn. Het Zijn heeft twee aspekten, positief en negatief. Het positieve is Geest of Bewustzijn. Het negatieve is Substantie, het subject van bewustzijn. Dit Zijn is het Absolute in zijn allereerste manifestatie. Omdat het absoluut is, is er niets buiten. Het is Al-Zijn. Het is ondeelbaar, anders zou het niet absoluut zijn. Als er een deel van afgescheiden zou kunnen worden, zou het overblijvende deel niet meer absoluut zijn, omdat er direkt sprake zou zijn van een vergelijking tussen het overblijvende en het afgescheiden deel. Vergelijking is onverenigbaar met enig idee van absoluutheid. Daarom is het duidelijk dat dit fundamentele ene Bestaan of absolute Zijn, de Realiteit moet zijn in elke vorm die er is.

188        Theosofia 107/5 · oktober 2006

We worden ons dus steeds meer bewust van onze verbondenheid, zoals uit de rapporten blijkt. Een volgende stap voor de mensheid is dat we ons er bewust van worden dat het eigenlijk geen verbondenheid is, maar zoals mevrouw H.P. Blavatsky zegt, een fundamentele eenheid. Anders gezegd: fundamenteel is er één Zijn. Doch het gevoel van verbondenheid zal eerst verder moeten groeien, waarmee het gevoel en idee van afgescheidenheid zal afnemen.

In het eerste citaat ‘Liefhebben’ wordt gesproken over het ontwikkelen van de beste menselijke eigenschappen en een ‘nieuw humanisme’. De hier genoemde eigenschappen zijn nodig voor broederschap en kunnen ontwikkeld worden door gebruik te maken van alle drie de doeleinden van de Theosofische Vereniging. Dat wat Keynes ‘onze werkelijke problemen’ noemt, komt tot uitdrukking in deze drie doeleinden.

Mahatma Gandhi zei: ‘Wij moeten de verandering zijn die we in de wereld willen zien’.

In ‘De sleutel tot theosofie9 zegt Blavatsky bijvoorbeeld dat altruïsme een integrerend deel is van zelfontwikkeling. In ‘De stem van de stilte10 lezen we (fragment II, de twee paden) ‘Om Nirvana te bereiken moet men zelfkennis bereiken, en zelfkennis is het kind van liefdevolle daden.’ (136) en ‘Leven voor het welzijn van de mensheid is de eerste stap. De zes verheven deugden beoefenen is de tweede.’ (144).

Uit het bovenstaande blijkt dat globalisering bij het individu begint. Wij moeten ons, individuen, dus ontwikkelen om de mogelijk negatieve kanten van globalisering op te heffen en te voorkomen en de positieve kanten (meer) te laten ontstaan. Hierbij zijn volgens de theosofie zelfkennis en altruïsme nodig. We kunnen dit bereiken door de drie doeleinden te bestuderen en uit te voeren. De Theosofische Vereniging kent vele boeken die daarbij kunnen helpen, maar ook daarbuiten is veel te vinden. Vervolgens moeten we natuurlijk vooral niet vergeten het in ons dagelijks leven toe te passen, wat ons zeker ook verder zal helpen ons te ontwikkelen.

Bronvermelding

1. Prof. Dr. Hans Gerding is bijzonder hoogleraar metafysica in de geest van de theosofie aan de faculteit van de wijsbegeerte van de Universiteit Leiden en tevens directeur van het Parapsychologisch Instituut in Utrecht.

2. Wikipedia de vrije encyclopedie op het web:

Http://nl.wikipedia.org/wiki/Global_ Consciousness_Project

Ook te raadplegen hierover is de site van het project zelf: http://noosphere.princeton.edu

3. Anna Lemkow, Het heelheidprincipe. Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland,1993.

4. De Mahatma Brieven aan A.P. Sinnett, samengesteld door A. Trevor Barker. Theosophical University Press, Den Haag.

5. Donella H. Meadows, Dennis L. Meadows en Jørgen Randers, De grenzen voorbij. Een wereldwijde catastrofe of een duurzame wereld. p. 249-250. Uitgeverij Het spectrum, 1992.

6. Alexander Douwes Dekker, Willy Brandt – een van de groten der aarde: artikel in Share Nederland nummer 1 – Januari/februari 2003.

7. Http://www.ilo.org/public/english/ fairglobalization/report/index.htm

8. Robert Bowen, Madame Blavatsky over de studie van theosofie, p.7. Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland, 1990.

9. H.P. Blavatsky, De sleutel tot theosophie. p.185, 5B. J. Couvreur, Den Haag

10. H.P. Blavatsky, De stem van de stilte. Gezamenlijke uitgave van Stichting Theosofie/ Theosofische Stichting H.P. Blavatsky/Theosofische Vereniging in Nederland, 1982.