TVN Home » Tijdschrift Theosofia » Archief » 2006 » Oktober » De kunst van het mediteren, Marie Poutz
Post image for De kunst van het mediteren, Marie Poutz

De kunst van het mediteren, Marie Poutz

Mensen zijn geneigd te denken dat, om succesvol te zijn, meditatie gepaard moet gaan met enige astrale verschijnselen – zoals het zien van vormen, kleuren, het horen van geluiden, bellen enz., zelfs met enige zuiver lichamelijke gevoelens – een rilling langs de ruggengraat, een tinteling in de vingertoppen – die voorbeelden komen bij me op en zij worden met vreugde verwelkomd en van de daken geschreeuwd, tot ontzetting van hen die die ervaringen niet hebben gehad en daarom hun eigen meditatie als mislukt beschouwen.

Zulke onbenullige en vaak dwaze verschijnselen maken een meditatie niet geslaagd. Zij zijn eerder een sta-in-de-weg, omdat zij de aandacht van de innerlijke werkelijkheden afleiden.

Het is beter om niets te zien en te horen op de psychische gebieden, zodat het bewustzijn, dat geheel naar binnen is gekeerd, gemeenschap met het goddelijke kan bereiken en geleidelijk het persoonlijk zelf kan verenigen met het Ego bewustzijn.

Degenen die zeggen dat zij geen resultaat kunnen zien, hebben soms meer succes dan zij denken, want hun dierbaren die hen nabij staan, zien hen groeien in geduldig begrijpen en in grote vrede en dat is een bewijs dat het intuïtieve beginsel, het buddhi, zoals we in de theosofie zeggen, langzaam aan wordt vrijgemaakt in de meditatie en naar beneden het hersenbewustzijn binnen dringt.

Laten we eens een paar vereisten voor een succesvolle meditatie bekijken. De eerste vereiste is dat we volledig van de creatieve kracht van de gedachte overtuigd moeten zijn. Als we niet de overtuiging hebben, dat we ook werkelijk iets doen, dan zal de meditatie slechts een vorm blijven. We verkondigen dat we in de kracht van de gedachte geloven, we spreken er over, we onderwijzen het, maar de manier waarop we dit allemaal vergeten wanneer we geconfronteerd worden met moeilijkheden en wegzinken in deprimerende of destructieve gedachten, in grote en kleine zorgen, laat zien dat we dit alleen maar met de mond belijden. Het doet me denken aan mensen die, alsof het heel vanzelfsprekend is, naar de kerk of naar de tempel gaan, liederen zingen en gebeden opzeggen en dan terugkeren naar huis naar hun gewone en alledaagse leven en dan dat allemaal vergeten.

Marie Poutz was een oud en toegewijd lid van de T.S. in Amerika. Zij hield deze lezing in ‘Olcott’, Wheaton, Illinois, in de zomer van 1935.

Theosofia 107/5 · oktober 2006        175

Ik heb vaak gehoopt dat we de astrale en mentale wezens zouden kunnen zien die we de wereld inzenden. Maar misschien is het wel barmhartigheid dat we dat niet kunnen, want ons verantwoordelijkheidsgevoel zou ons wel eens kunnen vermorzelen.

Om dus met succes te mediteren moeten we er van overtuigd zijn, dat het een krachtige scheppende daad is – niet slechts een dromen en je ‘goed voelen.’

Vervolgens moeten we een zekere hoeveelheid concentratie bezitten en dat is heel erg moeilijk voor ons. Ons leven gaat zo snel van het een naar het ander, dat we bijna de hele tijd in het verleden, heden en de toekomst leven. In het verleden, omdat we ons vaag herinneren wat we hadden moeten doen en niet of onvolmaakt deden; in het heden omdat we met één deel van onze aandacht gericht zijn op wat we aan het doen zijn; in de toekomst omdat we al aan het dromen zijn wat we daarna zullen doen. Natuurlijk vragen bepaalde professionele en technische beroepen meer aandacht en meer concentratie; maar over het algemeen is onze aandacht zelden onverdeeld. Neem b.v. het lezen van de krant. Wij lezen de koppen over de moorden en ontvoeringen, maar hoeveel mensen zouden een volledig en intelligent verslag kunnen geven van de loop der gebeurtenissen in hun eigen land en elders! We zouden concentratie kunnen ontwikkelen die voor een geslaagde meditatie vereist is, als we de moed hadden ons op alles wat we doen te concentreren, op elk klusje, hoe oninteressant ook; kort gezegd als we intens en volledig in het nu zouden leven zoals Krishnamurti adviseert. Maar het is zo veel gemakkelijker om ons denken weg te laten drijven en als een vlinder rond te laten fladderen.

Meditatie is een zaak van ieder persoonlijk en een ieder moet ontdekken wat hem het best past.

Maar van tijd tot tijd zijn er algemene methoden en instructies gegeven en we zouden misschien over een paar van die methoden eens kunnen nadenken.

Stel dat de tijd voor onze dagelijkse meditatie is aangebroken. Ik ga ervan uit dat ieder van u zich er van bewust is hoe belangrijk dagelijks mediteren is, indien mogelijk op het zelfde uur en op dezelfde plaats om te profiteren van het ritme dat door zo’n regelmaat in gang is gezet.

De eerste moeilijkheid die we moeten overwinnen is de gedachte aan de vele plichten die nog gedaan moeten worden. De meesten van ons zijn zo druk, dat we ons af zitten te vragen wat we voor de kinderen moeten doen en of zij op hun ontbijt wachten en of dit of dat, of iets anders gedaan moet worden. Het is onmogelijk om op zo’n manier te mediteren. Wij hebben besloten om 15 minuten of langer te blijven zitten en we moeten gewoon de rest buitensluiten. We mediteren niet en we doen ook niets als we allebei proberen te doen.

De eerste moeilijkheid waar we overheen moeten komen, is dus de gedachte aan de vele plichten die om de hoek liggen te loeren om ons te overvallen. Sommige mensen proberen met kracht de herinnering aan dingen die nog gedaan moeten worden te onderdrukken. Maar het is verstandiger geen geweld te gebruiken. We kunnen een vurig paard niet met slaan tot onderwerping brengen.

Het is beter het denken een paar minuten van te voren op hogere dingen te richten. Dan gaan we gemakkelijk zitten en brengen het lichaam tot rust – fysiek, astraal en mentaal. Men adviseert om, als dat mogelijk is, met gekruiste benen op de vloer te zitten, maar er zijn veel mensen voor wie zo’n houding erg ongemakkelijk zou zijn. Zij zouden dan onmogelijk het lichaam kunnen vergeten. Ga dus makkelijk zitten met de ruggengraat rechtop zodat de stromingen er zonder onderbreking of hindernissen doorheen kunnen stromen.

Sommige mensen gebruiken mantra’s of speciale zinnen om hun lichaam rustig te maken. Gebruik dat waarvan u denkt dat het helpt. Ik zelf vind het woord ‘vrede’, drie maal langzaam herhaald, erg krachtig en bruikbaar. Dus ‘vrede’ … ‘vrede’… ‘vrede’ en tegelijkertijd voel ik vrede in mij opwellen vanuit het centrum van mijn wezen als een zuiver gestadig wit licht dat van binnenuit en van buitenaf straalt, mij met rust en sereniteit vult en dan in de wereld uitstraalt en deze met vrede vult.

176        Theosofia 107/5 · oktober 2006

Dan kan de meditatie beginnen. Men heeft meditatie in twee fases verdeeld – gewone meditatie en contemplatie. Maar de ene meditatie vloeit zo geleidelijk aan over in de andere dat we hen beide tegelijkertijd kunnen overdenken. Gewone meditatie bestaat uit het nadenken over het gekozen onderwerp, in het overdenken van de diverse aspecten ervan en het ontdekken van het doel en de waarde ervan. Je kunt een vers uit een geschrift kiezen, een passage uit een godsdienstig boek, een bijzondere eigenschap die je in je zelf wilt ontwikkelen. Maar laten we eens dat ene onderwerp uitwerken dat ik altijd buitengewoon belangrijk heb gevonden – het Ene Goddelijk Leven in alles en onze eenheid met dat Leven.

Veel mensen die dat onderwerp kiezen zijn geneigd te veel in een meditatie te omvatten. Zij denken nogal vaag aan het Leven in alles, in alle koninkrijken, in alle sterrenstelsels aan de hemelen en dat allemaal in een paar minuten. Natuurlijk is het resultaat dat zij van zo’n onbestemde meditatie opstaan zonder dat zij zich ergens in het bijzonder bewust van zijn geworden.

Laten we eens stil blijven staan bij dat woord ‘bewustwording.’ Meditatie heeft geen enkele zin als zij alleen als intellectuele oefening wordt gedaan, om ons een beter mentaal begrip van het een of het ander te geven. Meditatie moet leiden tot een ultieme, grotere verwerkelijking van ons zelf. Er is nogal een verschil tussen verwerkelijking en begrijpen. Het gaat om de bijzondere verwerkelijking die we door zo’n meditatie zouden kunnen verkrijgen.

Laten we dus één onderwerp per dag nemen – een vriend, een bloem, een rots, de Meester – en laten we proberen alles wat er aan goddelijkheid, aan schoonheid en aan goedheid in is te ontdekken. Als voorbeeld nemen we een rots. Denk tijdens de meditatie hoe het leven van de rots lijkt op jouw leven. De rots wordt net zoals jij geboren en sterft, hij heeft vorm, kleur enz. Hij maakt deel uit van de rotsachtige structuur die de grondslag van de aarde vormt, die de schepselen die erop leven draagt en die onwankelbaar door de eeuwen heen die dienst verricht…. De belichaming van kracht en betrouwbaarheid. Voeg er net zoveel details aan toe als je kunt bedenken. Als je steeds dichter bij het leven zelf komt, het leven dat in die rots uitgedrukt wordt, zal de scheidslijn tussen dat leven van de rots en het jouwe gaan verdwijnen, want het Leven is één en onze verdeling in de diverse rijken – het mineralen-,  planten-, dieren-, mensen- en bovenmenselijke rijk – is min of meer willekeurig. Zo’n verdeling bestaat niet. Het leven loopt door alle rijken heen en het is één.

Stijg dan boven het denkvermogen uit, houd op met redeneren, stijg in volkomen stilte op – de stilte van intense verering –  en schouw het voorwerp van je meditatie als een levende aanwezigheid.

Als het goed gaat, zou je met de levensvonk van de rots contact kunnen maken en er één mee worden. Je zou – zoals de rots – zijn voortdurende druk tegen zijn gevangenschap kunnen voelen. Je zou zijn vage en onverwoordbare verlangen naar grotere vrijheid voelen, een verlangen dat door jou en alle schepselen gedeeld wordt. Je zou zelfs de indrukken van buitenaf beginnen te voelen die het opgesloten leven door de scheuren heen bereiken daar waar de vorm van de rots minder vast is. En misschien zou je je de zwakke pogingen van het leven van de rots, die daarop reageert, kunnen voorstellen. Wie weet, misschien drukt dat tegen die groeilijnen aan, die de kristalvormen van de rots bepalen.

Dit is misschien geen echte wetenschap en het lijkt misschien dwaas, maar als je er in slaagt je eenheid met dat leven te verwerkelijken, al is het maar even, dan voel je misschien iets aan van waaraan dat vage leven van de rots probeert te beantwoorden en hoe het probeert  geleidelijk aan verder te komen om zich vollediger uit te drukken in het plantenrijk.

Theosofia 107/5 · oktober 2006        177

Die verwerkelijking van het innerlijk leven zou het doel van de meditatie moeten worden. Als je dagelijks jouw leven en het leven  van de rots als één laat kloppen, dan zul je vroeg of laat een onvergetelijke blik opvangen van wat ‘eenheid van leven’ betekent. Dan kun je uit eigen ervaring spreken over wat Eenheid werkelijk betekent. Totdat we ook maar iets van die verwerkelijking bezitten, kunnen we herhalen wat in de boeken staat, maar we kunnen er niet met overtuiging met anderen over spreken, wat we wel zouden kunnen wanneer we de eenheid van leven niet in het hoofd, maar in het hart gevoeld hebben.

Je kunt op dezelfde manier je eenheid met een bloem, een dier of een vriend uitwerken en verwezenlijken. Stel je eens voor hoe je vriendschap zou toenemen als je die vriend kon meenemen in je meditatie, met hem in eenheid zou kunnen mee trillen en de schoonheid van zijn ziel verwerkelijken, die één is met jouw schoonheid. Zo’n vriendschap zou eeuwig duren. Je zou hem nooit kunnen opgeven, wat die vriend ook zou doen, want zijn onvolkomenheden zouden zeker steeds minder belangrijk worden.

Als je echt serieus bent, zou je zelfs iemand in je meditatie kunnen opnemen die je afkeer opwekt of die je irriteert. (ik gebruik het woord ‘vijand’ niet, want ik geloof niet in vijanden).

Doe het en erken objectief zijn goede eigenschappen zonder je daarover op te winden – want iedereen heeft goede eigenschappen. Herinner je de gelegenheden dat hij onzelfzuchtig handelde. Stap voor stap, terwijl je het goede in hem erkent, hef je jouw bewustzijn op naar het niveau waar jij – het Ego – één bent met het Ego van de persoon die jou pijn doet en in die eenheid word jij je bewust van de moeilijkheid die jullie beiden, als Ego’s, ervaren in het tot uitdrukking brengen van de innerlijke God hier beneden. Jullie hebben dezelfde moeite met het uitdrukken van het Zelf; en waarschijnlijk ben je, als iemand jou pijn doet, niet helemaal onschuldig. Maar als je je daarvan bewust bent, als je de moeite ziet die de Ego’s hebben om dingen te regelen die betrekking hebben op de schepselen hier beneden, dan zul je het begrijpen en in de goddelijke vreugde van dat begrijpen, zullen alle vijandschap en gevoelens van gekwetstheid snel uit je leven verdwijnen.

In werkelijkheid is geen mens je vriend en geen mens is je vijand; maar zij zijn allemaal op dezelfde manier je leraren.

En het zou wel eens zo kunnen zijn dat, in die aanraking van eenheid met dat andere ego, je hem net die extra kracht kunt geven die hij nodig heeft om de impulsen van zijn eigen persoonlijke instrument om te vormen. Vergeet niet, dat je inzicht niet naar een hoger niveau kan opstijgen zonder ook datgene op te heffen waarmee je je één voelt. Wanneer je dus over de rots mediteert, verhef je het leven van de rots; mediteer je over de bloem, dan verhef je de bloem; mediteer je over je vriend, dan verhef je je vriend; en op dezelfde manier verhef je degene die je pijn doet. Dat is een van de creatieve aspecten van meditatie. Meditatie is niet alleen bedoeld om degene te helpen die mediteert – het helpt dat/diegene waarover gemediteerd wordt, omdat alle leven één is en wat jij zelf voelt, helpt de/het ander(e) ook dat te voelen en te worden.

Als je op dezelfde manier iedere moeilijkheid, iedere onaangenaamheid uitwerkt en probeert de bedoeling ervan te begrijpen, wordt het leven zeker een vreugdevol avontuur en dat geluk, dat alle schepselen zoeken, zal komen, misschien geleidelijk aan, ja zelfs onbewust in het begin.

Uit: The Theosophist, februari 2003
Vertaling: EKB