Theosofie en Islam

Het woord ‘Islam’ betekent ‘onderwerping’ of overgave, maar de wortel is afgeleid van het Arabische ‘salam’, dat vrede betekent. De Islam eist dus overgave en onderwerping aan de wil van God; de overgave van het ego en het ontwikkelen van de deugden van liefdadigheid/ naastenliefde en mededogen.

Tegenwoordig zijn er ongeveer 1,2 miljard moslims in de hele wereld – een op de vijf mensen op deze planeet is een moslim – en de Islam is waarschijnlijk de snelst groeiende religie ter wereld. Maar voor de meeste mensen die niet tot de Islam behoren is er heel weinig bekend over haar geloofsleer en toepassingen in de praktijk, afgezien van oude vooroordelen en nieuwe spookbeelden van religieus geïnspireerde politieke extremisten.


De fundamentele theologische concepten van de Islam, geopenbaard aan de profeet Mohammed in het Arabië van de zesde eeuw zijn, op een paar frappante uitzonderingen na, vrijwel identiek met die van het Judaïsme en het Christendom, haar voorlopers. Er wordt wel gezegd dat Mohammed niet zozeer gestuurd werd om een nieuwe religie te stichten als wel om de bestaande religies nieuw leven in te blazen en opnieuw te grondvesten. De Koran stelt:

‘Stel dat wij in God geloven en in datgene dat ons geopenbaard is, en in hetgeen geopenbaard werd aan Abraham en Ismael, en aan Isaak en Jakob en de stammen, en in dat wat aan Mozes en Jezus werd gegeven, en in dat wat aan de profeten gegeven werd door hun Heer, wij maken geen onderscheid tussen enige van hen en wij onderwerpen ons aan Hem.’

[2: De Koe, vers 136]

De zuilen van de Islam

Hoewel er moslims te vinden zijn in ieder land van de wereld en moslims sterk verschillen in taalgebruik, ras, cultuur en traditie, zijn er voor hen allen een aantal basisprincipes die hun leven regeren en die een gemeenschappelijke band smeden. Dit zijn de Vijf Zuilen van de Islam, de grondvesten waarop de religie gebaseerd is.

Zehra Bharucha werkt op het nationale hoofdkwartier van de Theosofische Vereniging in Australië. Zij is een vijfde- generatie- lid van de Theosophical Society. Zij werd geboren in Pakistan.

6        Theosofia 107/1 · februari 2006

De eerste luidt:

Geloofsbelijdenis: De geloofsbelijdenis, de ‘kalma’ of ‘shahada’ die een centraal geloofspunt is. Een moslim moet tenminste één keer tijdens zijn of haar leven de ‘kalma’ hardop opzeggen, foutloos, met volledig begrip en overtuiging. Iedere religie bevat geloofsbelijdenissen die er de bouwstenen van vormen. Die van de Islam is kort, eenvoudig en eenduidig: Er is geen andere God dan God, en Mohammed is zijn Profeet.

Dit concept van ‘Tauheed’ (de Eenheid van God) is het belangrijkste aspect van de Islam. De Islamitische God is een vormloos wezen, een beginsel dat niet gemeten, niet gepersonifieerd of zelfs maar volledig begrepen kan worden. Dit Goddelijke beginsel is aanwezig in de hele schepping en God zelf is ‘Nur’ of Licht. Dit Licht kan vergeleken worden met Zuiver Bewustzijn en is het doel waarnaar iedereen streeft.

Op deze grondslag rusten de andere zuilen.

Gebed: Moslims wordt gezegd voortdurend in gebed te zijn, waarvan het leeuwendeel dient te bestaan uit lofprijzingen, dankbaarheid en meditatie. Vijf maal per dag wenden moslims overal ter wereld hun gezicht naar de heilige stad Mekka en aanbidden hun Schepper. Het gebed wordt voorafgegaan door een rituele zuivering om het lichaam op dezelfde manier te reinigen als de ziel gereinigd zal worden door de handeling van het gebed.

Vasten: Ieder jaar tijdens de maand Ramadan onthouden gezonde moslims die niet ziek zijn of op reis zijn zich van eten of drinken tijdens de uren van zonsopkomst tot zonsondergang. Na zonsondergang mogen zij een bescheiden maaltijd nuttigen. Het doel hiervan is tweeledig. Het voor de hand liggende doel is het aanleren van zelfdiscipline. Vasten leert de mensen ook mededogen en maakt hen bewust van de ontberingen die de minder gelukkigen doormaken. Maar er is nog een ander, dieper doel. Men zegt dat vasten onze afhankelijkheid van God onderstreept. Men zegt dat mensen even zwak zijn als rozenblaadjes; toch hebben ze allerlei pretenties en doen zij zich belangrijker voor dan ze zijn. Vasten roept ons terug tot onze zwakheden, maakt ons bewust van ons ego en leert ons dat wij dit in toom moeten houden en onze begeerten moeten veredelen om vooruitgang te boeken op het Pad.

Naastenliefde: Doordat de Islam een pragmatisch soort religie is, verdoet zij geen tijd met het speculeren over de oorzaken waarom sommige mensen zoveel bezitten in termen van materiële welvaart en anderen zo weinig. In plaats daarvan kijkt zij naar wat er moet gebeuren om het evenwicht te herstellen. Het antwoord is eenvoudig: zij die bezitten, moeten geven aan hen die niet bezitten. De basis van de moderne welvaartsstaat werd in de Koran uiteengezet als een oplopende belasting voor de bezittende klasse ten gunste van diegenen die niets bezitten. De Koran staat erop dat een tarief van 2,5 % van al het bezit (niet alleen het inkomen) geschonken dient te worden aan liefdadigheid. Aan de ene kant is dit een eenvoudige en praktische oefening, maar zoals bij de meeste dingen in de Islam, ligt er een diepere betekenis aan ten grondslag. Het onderliggende doel van liefdadigheid – God te behagen – tilt dit naar het niveau van mystiek. Alles behoort God toe, ongeacht wie er tijdelijk als bezitter fungeert. Zo beweegt de gever zich door te geven voorwaarts op het Pad, door onthechting te beoefenen van materiële zaken.

Pelgrimage: De vijfde zuil van de Islam is de pelgrimstocht. Tijdens zijn of haar leven wordt van iedere moslim die daartoe in staat is verwacht dat hij of zij de ‘Hajj’, Hadji, of pelgrimstocht naar Mekka maakt, waar het woord van God voor het eerst aan Mohammed geopenbaard werd. Het voornaamste doel van de pelgrimage is de toewijding aan God te vergroten, maar het dient ook als een krachtige herinnering aan de menselijke gelijkheid en broederschap. Wanneer zij Mekka bereiken, leggen de pelgrims hun normale kleding en andere onderscheidingstekens van hun rang en status af en hullen zij zich in twee eenvoudige kledingstukken die lijken op lakens. Zowel de prins als de arme benaderen hun God niet verdeeld door belemmeringen van rijkdom, klasse, geloofsleer of huidskleur. Aldus schrijft de Islam een volledige levenswijze voor aan zijn volgelingen, een pad van onderwerping en genade dat uiteindelijk zal leiden tot verlichting en de Waarheid.

Theosofia 107/1 · februari 2006        7

‘U dienen wij en U smeken wij om hulp. Leid ons op het juiste pad, het pad van hen aan wie U gunsten geschonken hebt.’

 [1: De Opening, verzen 4-6].

De Zesde Zuil: In deze verwarrende tijd lijkt het gepast om kort één ander aspect van de Islam te bespreken waarnaar soms verwezen wordt als ‘De Zesde Zuil’. Dit is het begrip ‘Jihad’. In tegenstelling tot het populaire (en onjuiste) geloof, betekent het woord alleen maar ‘inspanning, moeite en worsteling’ maar het heeft intussen de betekenis gekregen van een Heilige Oorlog. In feite is de Islamitische notie van een Heilige Oorlog vrijwel identiek met de notie van een Rechtvaardige Oorlog in het Christendom, zelfs wat betreft het geloof dat martelaren in beide oorlogen verzekerd zijn van een plaats in de hemel. Alweer moet in beide gevallen de oorlog er één ter verdediging zijn of gevochten worden om een zichtbaar onrecht goed te maken. Er mag zo min mogelijk schade aangericht worden, de vijandelijkheden dienen te eindigen wanneer de missie voltooid is en er mag niet worden teruggeslagen.

‘Verdedig uzelf tegen uw vijanden, maar val hen niet als eerste aan: God haat de agressor.’ [2: De Koe, vers 190]

Maar er is een andere, belangrijkere betekenis van Jihad die in het Westen volkomen onbekend is. De Islam gelooft dat de strijd tegen het kwaad in ons eigen hart en het gevecht tegen de verleiding om verkeerde dingen te doen uitgaat boven de strijd met de vijand van buitenaf. Dit is de Grotere Jihad, de strijd binnenin ons, en deze is veel belangrijker dan de Kleinere Jihad, ofwel conflicten met vijanden van buitenaf. De Islam gelooft dat de meest essentiële Jihad de spirituele strijd van de ziel vormt om op te stijgen naar eenheid met God. Uiterlijke strijd is een tijdelijke defensieve maatregel om de veiligheid te verzekeren om een goed leven te leiden in overgave aan God. Dus is de strijd om een toestand van verlichting te bereiken in feite datgene waar het in wezen om draait bij de Jihad. Het is jammer dat dit bijzondere aspect van de religie verdraaid is voor politieke doeleinden.

Theosofie en Islam

Zelfs bij een oppervlakkige vergelijking tussen Theosofie en Islam zien we opvallende uitgesproken parallellen. Datgene wat aanhangers van de theosofie (theo-goddelijk, sofie-wijsheid) en gnostieke wijsheid (hikmat-al-marifa) in de Islam met elkaar verbindt, is het gemeenschappelijk streven, de zoektocht naar en het beleven van het pad dat leidt tot waarheid. Dit kan alleen gerealiseerd worden door meditatie, door het beoefenen van onzelfzuchtigheid en door dienstbetoon aan de mensheid.

De Islam en De Geheime Leer

De Proem (Proloog) van De Geheime Leer noemt drie grondstellingen. De eerste gaat over ‘een alomtegenwoordig, eeuwig, grenzenloos en onveranderlijk beginsel waarover alle bespiegeling onmogelijk is, daar het het menselijk voorstellingsvermogen te boven gaat’… De Koran noemt dit beginsel ‘Het Wetende Al en het Allesdoordringende Al’ [2,15] en vervolgt: ‘Hij is de Eerste, Hij is de Laatste, Hij is ook de Uiterlijke, Hij is ook de Innerlijke. De Gemanifesteerde, en toch de Ongemanifesteerde, de Heer, Voorschrijver, Kenner van alle Dingen.’ [57: Het IJzer, vers 3].

Zelfs bij een oppervlakkige vergelijking tussen Theosofie en Islam zien we opvallende uitgesproken parallellen.

8        Theosofia 107/1 · februari 2006

De Tweede grondstelling spreekt over de ‘absolute universaliteit van de wet van periodiciteit, van eb en vloed, van neergang en opkomst, die de natuurwetenschap op alle gebieden van de natuur heeft waargenomen en beschreven’. Deze Wet der Cycli wordt genoemd in de Koran als in ‘En u was zonder leven en Hij gaf u leven? Wederom zal Hij er voor zorgen dat u sterft en u weer tot leven brengen, dan zult u tot Hem teruggebracht worden’ [2: De Koe, vers 28]. Dit toont duidelijk aan dat de geboorte een voortgaan is en de dood een terugkeer, hetgeen beschreven wordt als een vernieuwing.

De Derde grondstelling verhaalt over de ‘fundamentele gelijkheid van alle zielen met de universele overziel … en de verplichte pelgrimstocht voor iedere ziel’. De Koran spreekt over ‘de Kenner van het Ongeziene en het Geziene, de Machtige, de Genadige, Die alles wat hij geschapen heeft prachtig gemaakt heeft, en Hij begon de schepping van de mens uit stof… toen maakte Hij hem compleet en ademde in hem uit zijn Geest…’ [De Adoratie, vers 7]. Dit denkbeeld wordt dan afgerond in de Uitspraken van de Profeet Mohammed die zei ‘O Mens! Gij dient terug te keren tot God, uw God, uw Zelf, met moeite en pijn, door stap voor stap, fase voor fase omhoog te klimmen’.

In De Geheime Leer maakt H.P. Blavatsky ook melding van generaties helderzienden die gediend hebben als boodschappers van de Wijsheidsleringen. De Koran spreekt over de overtuiging dat ‘wij geloven in Allah en in datgene wat ons geopenbaard is … Wij maken geen enkel onderscheid tussen hen en wij onderwerpen ons aan Hem’ [2: De Koe, vers 136].

Broederschap in de Islam

Evenals in de theosofische leringen wordt het beginsel van Universele Broederschap keer op keer benadrukt in de leringen van de Islam. De Koran stelt:

‘O mensheid, Wij hebben u vast en zeker geschapen vanuit een man en een vrouw, en tot stammen en families voor u gemaakt opdat u elkaar kent’

[49: De Appartementen, vers 13].

Het vers toont duidelijk aan dat het beginsel van de broederschap der mensheid vastgelegd is in zeer specifieke termen. Deze tekst is niet gericht tot gelovigen, maar tot mensen in het algemeen, aan wie verteld wordt dat zij allemaal als het ware leden zijn van één familie en dat hun verdeling in naties, stammen en families niet mag leiden tot vervreemding, maar tot een betere bekendheid met elkaar. Aangezien de Theosofie dezelfde leringen omvat, blijkt dat zowel Theosofie als de Islam dezelfde opvattingen delen.

De religie van de Islam omvat gebed, vasten, het maken van een pelgrimstocht en ook het geven van aalmoezen. Politieke onlusten, aangestookt door extremisten met hun eigen vooroordelen en agenda’s, zullen uiteindelijk geleidelijk verdwijnen. Maar dit zou de boodschap van broederschap, gelijkheid en trouw, die de Islam en andere geloofsrichtingen te bieden hebben, niet mogen overschaduwen. De denkbeelden van de Islam reiken verder dan de eigen gemeenschap en bieden een oprechte boodschap van vrede, liefde en tolerantie. Het is te hopen dat de verwarring waarin men op dit moment verwikkeld is op den duur voorbij gaat.

Verwijzingen:

Blavatsky, H.P., The Secret Doctrine, deel 1 en 2, The Theosophy Company, Los Angeles, California, USA, 1947.

Smith, Huston, The World’s Religions: Our Great Wisdom Traditions, Harper Collins Publishers Inc., San Francisco, 1991.


Uit: Theosophy in Australia, maart 2004
Vertaling: A.M.I.

Theosofia 107/1 · februari 2006        9

Terug naar Theosofische Vereniging Website