De smaragden tafel: een theosofische lezing

De smaragden tafel is een esoterische tekst waarvan de oudheid nooit is vastgesteld, toegeschreven aan één van de grote figuren uit de antieke geschiedenis, de mythische Hermes Trismegistus.

Hermes is de Griekse naam voor de Egyptische god Thoth, van wie gezegd wordt dat hij de uitvinder is van de geneeskunde, de rechtspraak, de kunsten, de wiskunde, de muziek, de alchemie, de astrologie, de dichtkunst en het schrift. Ik omschrijf Trismegistus als mythisch, niet omdat ik niet in zijn bestaan geloof, maar omdat het waarschijnlijk altijd een open vraag zal blijven of één of vele auteurs verantwoordelijk zijn voor de oorspronkelijke hermetische teksten. Men zegt wel dat deze tussen twintig en zesendertigduizend in getal zijn, al zijn de meeste tot op heden niet bewaard gebleven.

Maar afgezien van de oorsprong is het belangrijk om iets te begrijpen over de leer van Hermes, niet alleen omdat die ons iets vertelt over de gemeenschappelijke intellectuele erfenis van de mensheid, maar ook omdat die tot ons spreekt over wat we tegenwoordig node dienen te horen: onze relatie met het Ene. Ofschoon ik er hier niet op in ga, ben ik mij wel bewust van de beroemde ontmaskering door Isaac Casaubon van de Egyptische oorsprong van het hermetische corpus, en heb ik zijn argument weerlegd in een academische publicatie: of tenminste heb ik een poging daartoe ondernomen. Maar dit is niet de plek om verstrikt te raken in nutteloze woordenstrijd over de oorsprong der dingen. Hier gaat het mij voornamelijk om de inhoud.

Mevrouw Dara Tatray is lid van de Olcott Loge en National Lecturer voor de TS in Australië.

i-s&s846

Theosofia 108/2 · april 2007        63

De hermetische traditie ontleent haar naam aan Hermes Trismegistus en haar inhoud aan de aloude wijsheid, het onderwerp van de vroege theosofische geschriften. De leer van Hermes is, net als de leer van Pythagoras, de Kabbala en de leer van Plato, gebaseerd op het denkbeeld van een zeer nauwe verbinding tussen geest en materie; tussen de mens en de natuur; tussen de macrokosmos en de microkosmos: en zij neigt ertoe deze dualiteiten te beschouwen als aspecten van een overkoepelende eenheid. Tijdens de vijftiende-eeuwse Renaissance probeerde een aantal wetenschappers en filosofen samen te vatten wat de aloude wijsheid voor hen betekende. Zij trachtten onder andere aan te tonen dat deze tradities elkaar niet alleen onderling verrijken, maar dat zij min of meer de takken van een gemeenschappelijke boom voorstellen, een gemeenschappelijke geesteshouding, de philosophia perennis.1

In 1463 vertaalde Marsilio Ficino het Corpus Hermeticum vanuit het Grieks in het Latijn. Hiervan vertegenwoordigt de Smaragden Tafel zoiets als een kroonjuweel, waarbij deze ‘in zijn mysterieuze passages alle occulte wijsheid van de ouden over goddelijke handelingen bij het scheppen van de wereld in zich besloten houdt…2 Isaac Newton was iemand die veel tijd en moeite stak in de bestudering ervan, waarbij hij hoopte ‘een nauwkeurige kennis van de werking van de Godheid bij het organiseren en belevendigen van de inerte deeltjes der materie in de microkosmos’ te verkrijgen.3 Eén van Newtons uitspraken was dat ‘alle materie die naar behoren gevormd is gepaard gaat met tekenen van leven’.4 H.P. Blavatsky gaf uiting aan dezelfde gevoelens toen zij zei dat dode materie niet bestaat.

Waar de Smaragden Tafel tegenwoordig voor ons een even vitale boodschap kan betekenen als Newton dacht dat zij dit voor hem was in de zeventiende eeuw, voelt de gemiddelde lezer zich waarschijnlijk geconfronteerd met een gecodeerde boodschap waarvan hij of zij de code niet kent. Dit idee kreeg ik toen ik een artikel las van mevrouw B.J.T. Dobbs over Newtons vertaling van de onderhavige tekst. In de zeventiger jaren had zij een onmiddellijke klassieker met betrekking tot kennis over Newton gepubliceerd, The Foundations of Newton’s Alchemy (De grondbeginselen van Newtons alchemie, vert.). Dit was zo’n briljante wetenschappelijke tekst en zo goed geschreven dat dit, haar eerste boek, haar reputatie vestigde.5 Ik heb dat boek met grote bewondering gelezen, niet alleen vanwege de vlekkeloze wetenschappelijkheid, maar ook vanwege de ongebruikelijke openheid over de hermetische traditie. Het behandelde alchemie meer als wetenschap dan als pseudo-wetenschap. Dus toen ik een paar jaar later haar artikel las over ‘Newton’s Commentaar op de Smaragden Tafel’, en merkte dat voor haar de tekst ‘vrijwel onbegrijpelijk’ was, verwachtte ik dat het vol zou staan met alchemistische symbolen en moeilijk te doorgronden termen die ik niet zou begrijpen. Maar toen ik Newtons vertaling las zoals weergegeven in haar opstel, merkte ik tot mijn verbazing dat de tekst tamelijk gewoon was en helemaal niet onbegrijpelijk. Ik vond hem heel zinnig: en ik had het gevoel dat het verschil tussen haar respons en de mijne vast en zeker lag in mijn theosofische training; mijn bekendheid met de fundamentele denkbeelden van de aloude wijsheidstraditie. Dit deed mij opnieuw beseffen van welke onmisbare waarde de basale training in metafysica, kosmologie en filosofie de theosofische leringen zijn zoals die ons worden aangereikt op een zilveren dienblad, als het ware, wanneer we Isis Ontsluierd en De Geheime Leer lezen. In het onderhavige voorbeeld leken deze leringen de sleutel te bevatten tot het begrijpen van de Smaragden Tafel, een sleutel die professor Dobbs blijkbaar niet bezat.

64        Theosofia 108/2 · april 2007

Wij weten allemaal dat een aantal studenten zich verzamelde rondom mevrouw Blavatsky in haar appartement in Londen en dat zij in haar instructies aan hen vier fundamentele denkbeelden ontvouwde, waarvan zij zei dat de leerling ze nooit uit het oog mocht verliezen, ze steeds bij de hand moest houden bij het bestuderen van De Geheime Leer, de theosofie of de metafysica. Op zichzelf vertegenwoordigen deze vier denkbeelden samen een sleutel die overal toegang toe verschaft, niet alleen tot de hermetische traditie, maar ook tot de heilige tradities van bijna iedere beschaving.

De vier fundamentele denkbeelden zijn:

  1. de fundamentele eenheid van alle bestaan
  2. het denkbeeld dat er geen dode materie bestaat
  3. de notie dat de mens een microkosmos is, en
  4. het Grote Hermetische Axioma dat alle voorgaande omvat: zo binnen zo buiten; zoals het grote is, zo is ook het kleine; er is slechts EEN LEVEN en WET en hij die dit bestuurt is EEN. 6

HPB legt uit dat het beginsel van eenheid in de natuur verschilt van onze gebruikelijke ideeën over eenheid, ‘zoals wanneer we denken aan verschillende delen die samen één geheel vormen, of een natie die zich verenigt’. De lering is niet aldus. Veeleer is het dat ‘bestaan EEN DING is, niet een verzameling dingen die met elkaar verbonden zijn’. Fundamenteel (zei HPB) is er EEN WEZEN. Dat WEZEN heeft twee aspecten – geest en materie, bewustzijn en substantie, idee en vorm – dat wat zich manifesteert of wordt uitgedrukt en zijn voertuig of lichaam. Er kan geen dode materie zijn, omdat het Ene alles doordringt. Zij leerde ook dat, als men elk van deze aspecten diep genoeg onderzoekt – geest of materie – men altijd uiteindelijk bij het ENE uitkomt, omdat eenheid het meest fundamentele beginsel is in het universum. Moderne fysica en de wetenschap der ecologie lijken deze indruk te bevestigen; beide neigen naar monisme: zelfs als in dit stadium de dominante interpretatie neigt naar een zuiver fysicalistisch monisme.

Te spreken over ‘eenheid als een fundamenteel principe’ is bijna een cliché in de Theosofische Vereniging; dus kan het gunstig zijn hier even bij stil te staan en er een poosje over na te denken. Wat zou het kunnen betekenen te zeggen dat eenheid een fundamenteel beginsel is? Hoe zou zo’n beginsel functioneren? Het woord beginsel (principle) wordt gedefinieerd als: a) een algemene waarheid of wet, fundamenteel voor andere waarheden; b) een wet of regel voor persoonlijk gedrag; c) dat wat inherent is in alles en er de aard of essentie van bepaalt; en d) een bron of oorzaak van waaruit iets voortkomt; fundamentele oorzaak.7 In dit geval zeggen we, als we zeggen dat de eenheid het fundamenteel beginsel is, dat eenheid de algemene wet is die ten grondslag ligt aan andere wetten; eenheid (en dus empathie) is de regel voor persoonlijk gedrag; eenheid is datgene dat inherent is aan alles en er de aard van bepaalt; en eenheid is de bron en oorzaak van waaruit alles voortkomt (en waarnaar alles terugkeert). Als wij hierover nadenken, zullen we waarschijnlijk getroffen worden door de diepte en grondige integriteit van dit beginsel.

De leringen van de aloude wijsheid stellen dat het beseffen van de waarheid het geboorterecht en de bestemming is van ieder mens.

Theosofia 108/2 · april 2007        65

Tegenwoordig is er eerder sprake van heelheid dan van eenheid. De beroemde fysicus David Bohm zei eens over heelheid dat het niet alleen maar een ideaal is waarnaar wij zouden kunnen streven, maar de waarheid over de realiteit. Blijkbaar vertegenwoordigen heelheid en eenheid hoe de dingen werkelijk in elkaar zitten. De fragmentatie en het gebrek aan eenheid die wij ervaren en overal om ons heen zien in de materiële en sociale wereld is een soort illusie, die plaatsvindt op een oppervlakkig niveau. Het is niet de hele waarheid over de realiteit. En de leringen van de aloude wijsheid stellen dat het beseffen van deze waarheid het geboorterecht en de bestemming is van ieder mens.

Het lijkt alsof we niet gemakkelijk door de illusie heenkijken naar de realiteit omdat het denken – het waarnemingsinstrument dat wij gebruiken – juist door zijn aard en structuur ongeschikt is voor deze taak. Door zijn aard verdeelt het denken altijd. Denken analyseert, zet zijn eigen territoriumpje uit, versnippert: dat doet het denken, dat is zijn taak. In de westerse verlichtingstraditie wordt ons de eigenschap rede/verstand voorgehouden als onze grootste deugd en hoogste vaardigheid, maar in de oosterse tradities, in de boeddhistische psychologie, in taoïsme en in raja yoga wordt het denken gezien als een weinig effectief waarnemingsinstrument, en geenszins een vingerwijzing naar het einde van de menselijke evolutie. Ook een heel aantal westerse filosofen, waarvan Henri Bergson wellicht de meest vooraanstaande is onder de modernen, heeft begrepen dat rechtstreekse intuïtieve waarneming, eerder dan de rede, de grootste eigenschap is van het menselijk denkvermogen.

Naar de Smaragden Tafel wordt soms verwezen als zijnde de blauwdruk, omdat het een patroon vormt dat zichzelf op alle niveaus in ieder rijk van het universum herhaalt; en omdat men, door dat te begrijpen, al het andere begrijpt. Dit is een notie waarmee een theosoof volkomen vertrouwd moet zijn, daar theosofie, net als de leer van Hermes, analoog is. Laten we daarom, gewapend met ons nog onvolmaakte begrijpen van eenheid, deze blijkbaar mystificerende tekst eens onderzoeken. Hier volgt (een vertaling van) Isaac Newtons vertaling uit 1690, de eerste vertaling in de Engelse taal:

Het lijkt alsof we niet gemakkelijk door de illusie heenkijken naar de realiteit omdat het denken – het waarnemingsinstrument
dat wij gebruiken – juist door zijn aard en structuur

ongeschikt is voor deze taak.

66        Theosofia 108/2 · april 2007

Smaragden Tafel

Het is waar en ongelogen, zeker en zeer waar.

Wat beneden is, is zoals dat wat boven is en dat wat boven is, is er evenals dat wat beneden is om de wonderen van slechts één ding te verrichten.

En zoals alle dingen geweest zijn en ontstaan zijn uit één door de bemiddeling van één: zo worden alle dingen geboren uit dit ene ding door aanpassing.

De Zon is zijn vader, de maan is zijn moeder, de wind heeft hem in zijn buik gedragen, de aarde is zijn verzorgster. De vader van alle volmaaktheid in de hele wereld is hier. Zijn kracht of macht is volledig als deze veranderd wordt in aarde.

U moet de aarde scheiden van het vuur, het subtiele van het grove, mild en met grote ijver. Hij stijgt op van de aarde naar de hemel en vervolgens daalt hij weer af naar de aarde en ontvangt de kracht van hogere en lagere dingen.

Op deze manier zult u de glorie van de hele wereld krijgen en daardoor zal alle onbekendheid of duisternis van u wijken.

Zijn kracht is boven alle kracht verheven, want zij overwint ieder subtiel ding en dringt door in ieder solide ding.

Zo werd de wereld geschapen.

Hieruit zijn en ontstaan bewonderenswaardige adaptaties  waarvan het middel (of het proces) hier is en hierin.

Vandaar dat ik Hermes Trismegistus genoemd word, daar ik drie delen bezit van de filosofie van de hele wereld.

Hetgeen ik gezegd heb over de werking van de Zon is volbracht en beëindigd.8

Het is duidelijk dat passages zoals ‘de wonderen verrichten van slechts één ding’; en ‘de vader van alle volmaaktheid in de hele wereld is hier’; om maar niet te spreken over de noties van ‘het scheiden van het subtiele van het grove, mild en met grote ijver’ – sommigen obscuur, esoterisch en zelfs pretentieus in de oren zullen klinken. Maar als men het beziet vanuit het gezichtspunt van het Ene Leven, ervan uitgaande dat er slechts één ding bestaat/in existentie is; en dat de ultieme realiteit, de bron en oorzaak en het uiteindelijke doel, altijd aanwezig is, immanent in elk atoom – dan wordt de tekst begrijpelijk.

Alles wat bestaat in de natuurlijke wereld belichaamt de ‘wonderen’ of de vermogens van het Ene Leven. Niet alleen is alles ontstaan uit dat Ene Leven, maar de vader van al die volmaaktheid is altijd hier. Dat ‘zijn kracht of macht volledig is als het veranderd wordt in aarde’ lijkt het doel van evolutie uit te drukken; een proces dat het potentieel binnen het Ene Leven ontvouwt, een potentieel dat anders latent zou blijven. Wat betreft het ‘scheiden van het subtiele van het grove, mild en met grote ijver’, zullen vele lezers aangenomen hebben dat dit versluierde instructies zijn voor het werken in een alchemistisch laboratorium: een recept voor het afscheiden van goud uit lood, misschien. Hierin weerklinkt de opvatting van de Vedanta, van het boeddhisme en van de theosofie dat we onderscheid moeten maken tussen het onwerkelijke en het Werkelijke, het vervlietende en het eeuwige. In de Upanishad staat: leid mij uit het onwerkelijke naar het Werkelijke, leid mij uit de duisternis naar het Licht, leid mij uit de dood naar de Onsterfelijkheid. Het proces waardoor deze reis wordt gemaakt is het afscheiden van het subtiele van het grove met ijver: en een heel groot deel van dat proces is viveka, of onderscheidingsvermogen.

Alles wat bestaat in de natuurlijke wereld belichaamt de ‘wonderen’ of de vermogens van het Ene Leven.

Theosofia 108/2 · april 2007        67

Tenslotte biedt de Smaragden Tafel de mogelijkheid dat door dit proces van afscheiding te ondergaan, het Grote Werk van innerlijke transformatie, alle onduidelijkheid zal verdwijnen. Velen die deze woorden in de loop der jaren gelezen hebben, kregen waarschijnlijk dollartekentjes in de ogen. Zodra u het proces dat beschreven wordt in deze esoterische tekst vervolmaakt hebt, zal u alles geopenbaard worden. Dat mag dan waar zijn, maar in de praktijk kan dit proces alleen vervolmaakt worden door de zelfloze mens; door iemand die niet gemotiveerd wordt door persoonlijk gewin. (Om te beginnen is het onmogelijk om het subtiele te scheiden van het grove zonder beide heel helder te zien. En zodra u het subtiele duidelijk ziet, valt het grove vanzelf weg). In de aloude wijsheidstraditie denkt men dat wanneer het individuele zelf gezuiverd wordt, het ook transparant wordt, en dat alles duidelijk wordt voor die persoon. Maar tegen die tijd is er geen afgescheiden zelf meer om daarvan te profiteren. Op soortgelijke wijze formuleert De Stem van de Stilte dit:

Help de natuur; werk met haar mee; en zij zal u beschouwen als een van haar scheppers en zich voor u buigen. Wijd zal zij voor u openen de poorten van haar geheime kamers, onthullen voor uw oog de schatten, die verborgen zijn, in het diepste van haar maagdelijke boezem. Onbezoedeld door handen der materie, toont zij haar schatten slechts aan het oog van de geest – het oog dat nooit zich sluit, maar ongesluierd in al haar rijken ziet.9

Precies zoals wordt aangegeven in de Tafel, wanneer de hand van de materie (het grove) is weggetrokken voor het oog van de geest (het subtiele), dan blijft er niets verborgen of verduisterd in alle koninkrijken of rijken van de natuur. Alles wordt helder voor iemand die zelf helder is geworden.


De centrale lering van de Smaragden Tafel kan worden uitgedrukt in vier punten, die bijna woordelijk uit de tekst te halen zijn:

1. Dat wat beneden is, is zoals hetgeen boven is en dat wat boven is is zoals dat wat beneden is, om de wonderen van slechts één ding te doen.

2. En zoals alle dingen ontstaan zijn en voortgekomen uit één door de bemiddeling van één: zo worden alle dingen geboren vanuit dit ene ding door aanpassing.

3. De vader van alle volmaking in de hele wereld is hier. Zijn kracht of macht is volledig als zij veranderd wordt in aarde.

4. Scheid de aarde van het vuur, het subtiele van het grove, mild en met grote ijver… Aldus zult u de glorie krijgen van de hele wereld en daardoor zal alle onduidelijkheid/verduistering verdwijnen.

Langs theosofische lijnen weergegeven, wordt deze lering:

Alles wordt helder voor iemand die zelf helder is geworden.

68        Theosofia 108/2 · april 2007

1. Dat wat boven is en dat wat beneden is zijn twee aanzichten van het ENE WEZEN, evenals geest en materie, bewustzijn en vorm, yin en yang, de primordiale positieve en negatieve energieën. Zij alle manifesteren het potentieel binnen het Ongemanifesteerde.

2. Het ENE is de bron, oorzaak, binnenste aard en ultiem doel van alles in manifestatie, waarbij de fenomenale wereld een uitdrukking is van de krachten, latent in het universele bewustzijn. Het proces waardoor dit bereikt wordt is de aanpassing van de materie aan de geest en van de geest aan de materie; dat is de ontwikkeling van toenemend ingewikkelde vormen, als antwoord op het geleidelijk ontplooien van de oneindige krachten van het Ene Leven.

3. De ultieme realiteit, of de totaliteit van het leven, is altijd en overal aanwezig, maar men zegt dat haar kracht volledig is wanneer zij zich manifesteert op ieder zijnsniveau, inclusief het fysieke.

4. Onze rol is uiteindelijk onszelf te openen voor die kracht, ons bewust te worden van het Ene Leven. Om dit te doen moeten wij het subtiele scheiden van het grove, het vergankelijke van het permanente, het gedeeltelijke van het geheel, mild, dat wil zeggen zonder geweld, maar met overgave. Zoals geïmpliceerd wordt in de yoga-sutra van Patanjali – yogas citta-vrtti-nirodha – yoga is het ophouden van de modificaties van het denkvermogen. Deze vertaling omvat het denkbeeld van het afscheiden van het subtiele van het grove, mild, zonder geweld, zonder onderdrukking, maar door het grove natuurlijkerwijs te laten wegvallen als het subtiele eenmaal ontwaard is. Door dit proces van loutering en ontwaken van het zelf te ondergaan, zal het individu – nu één met het Zelf van Alles – worden als een zuiver instrument in de handen van God en alle duisternis zal verdwijnen. Zijn wezen zal zo helder en zuiver worden als het allerbinnenste van het universum en in de woorden van De Stem van de Stilte, de hele natuur zal zich voor hem buigen omdat hij de kosmische bedoeling vervuld heeft.

Nu we iets van de bedoeling van deze prachtige tekst gedistilleerd hebben, waarbij wij het beginsel van eenheid als gids gebruikt hebben, moeten we bedenken dat, net als bij alle leringen van deze aard, de diepten onpeilbaar zijn. We zijn hier alleen maar over de oppervlakte gegleden, maar dit is een voorbeeld van de manier waarop theosofische leringen licht kunnen werpen op de heilige tradities van de wereld. Er is weinig gezegd over het gebruik van het woord ‘adaptatie’ in deze hermetische tekst, hoewel het de moeite waard zou zijn na te denken over het feit dat, zoals we hier zien, adaptatie geen zuiver fysicalistische connotaties hoeft te hebben.

In de Smaragden Tafel worden alle dingen geboren uit het Ene Leven ‘door adaptatie’. Die adaptatie wordt voortdurend bemiddeld door het Ene, misschien in een dans waarbij geluk en planning elk hun rol spelen. Teksten zoals de Smaragden Tafel en zelfs ook de theosofische klassiekers zoals Isis Ontsluierd, De Geheime Leer, De Stem van de Stilte en Licht op het Pad moeten van tijd tot tijd herlezen worden in het licht van wetenschappelijke doorbraken en nieuwe inzichten in de filosofie van de wetenschap. Zij kunnen ook aanwijzingen bevatten voor toekomstige doorbraken.

Theosofia 108/2 · april 2007        69

Noten

1. Faivre, A., Theosophy, Imagination, Tradition: Studies in Western Esotericism (Christine Rhone, Trans.), State University of New York Press, Albany, 2000.

2. Dobbs, B.J.T., Newton’s Commentary on the Emerald Tablet of Hermes Trismegistus: Its Scientific and Theological Significance. In I. Merkel & A.G. Debus (Eds.), Hermeticism and the Renaissance: Intellectual History and the Occult in Early Modern Europe (pp.182-91), Folger Books, USA, 1988, pp.183/4.

3. Dobbs, B.J.T., ‘Newton as final cause and first mover’, Isis 85, 1994, p.642.

4. Dobbs, B.J.T., op.cit., 1988, p.185.

5. Dobbs, B.J.T., The Foundations of Newton’s Alchemy or The Hunting of the Greene Lyon, Cambridge University Press, Cambridge and New York, 1975/1983.

6. Hoskins, I.H., Foundations of Esoteric Philosophy from the Writings of H.P. Blavatsky, The Theosophical Publishing House, Wheaton, Illinois,1980,pp.16-18.

7. Funk & Wagnalls, Funk & Wagnalls Standard College Dictionary, Harcourt, Brace & World, Inc., New York, 1963.

8. Dobbs, B.J.T., op.cit., 1988,pp.183/4.

9. Blavatsky, H.P., The Voice of the Silence, Theosophy Company (India), Bombay, 1889/1984,p.16.

Uit: The Theosophist, december 2003 Vertaling: A.M.I.

Karma is een voortdurende schepping
en niet iets dat op de loer voor ons ligt;
het is geen zwaard dat boven ons hoofd hangt,

dat ieder moment op ons neer kan vallen.


Een manier om karma op een praktische wijze

te kunnen waarderen is ons die karmische wetten voor de geest te halen:

gedachte schept  het karakter;

verlangen schept de gelegenheid;

handeling schept de omgeving.

A. Besant

70        Theosofia 108/2 · april 2007

Terug naar Theosofische Vereniging Website