Jezus, de Gnosis en het Dogma
Door Riemer Roukema.
294 Pagina's | Uitgegeven in 2007 | Softcover | Uitgeverij Meinema, Zoetermeer| ISBN: 9789021141688.
Kunnen wij nog achterhalen wie Jezus is en waar hij voor staat? Sinds de vondst van de geschriften van Nag Hammadi en andere gnostische boeken menen velen dat Jezus eigenlijk een gnostische wijsheidsleraar is. In het Evangelie van Thomas zou zijn gnosis bewaard gebleven zijn en de kerk zou Jezus' eigen onderricht hebben verdonkeremaand. In dit boek wordt op grond van historische argumenten betoogd dat Jezus geen gnosticus is, maar een jood, die in de traditie van het Oude Testament staat. De opvatting van de vroege kerk dat Jezus tegelijk ook de Zoon van God en zelf God is, blijkt joodse wortels te hebben. Zelfs de basis van het dogma van de drie-eenheid blijkt heel vroeg te zijn gelegd. De auteur laat zien dat dit dogma meer recht van spreken heeft dan de gnostische visie op Jezus.
Afkomstig uit Hoofdstuk 10 - 'Conclusies en Evaluatie' (p. 252):
" In Paragraaf 5.1 hebben wij uit de hoofdstukken 2 tot 4 al enkele voorlopige conclusies getrokken ten aanzien van de verhouding tussen Jezus en de gnosis van de gnostici. Wij concludeerden daar dat aan de nieuwtestamentische getuigenissen over Jezus een grotere mate van historische betrouwbaarheid moet worden toegekend dan aan de uiteenlopende gnostische visies op Jezus. Volgens de nieuwtestamentische evangelien stond Jezus in de lijn van het Oude Testament en vertrouwde hij op de God van Israel. Hij verkondigde de komst van Gods koninkrijk en trad op met goddelijk gezag. Hij beschouwde zichzelf als Messias, de Mensenzoon en Gods Zoon. Zijn dood aan een kruis heeft geen einde gemaakt aan de beweging die hij op gang had gebracht. Zijn leerlingen ervoeren dat hij uit de dood was opgewekt, weer aan hen verscheen en hen instrueerde. Volgens hen was zijn plaats voortaan in de hemel, aan Gods rechterhand. Daar kon hij door mensen worden aangeroepen, hetgeen wijst op de goddelijke status die aan hem werd toegekend. "
Jezus, de Gnosis en het Dogma
Door Riemer Roukema.
294 Pagina’s | Uitgegeven in 2007 | Softcover | Uitgeverij Meinema, Zoetermeer| ISBN: 9789021141688.
Kunnen wij nog achterhalen wie Jezus is en waar hij voor staat? Sinds de vondst van de geschriften van Nag Hammadi en andere gnostische boeken menen velen dat Jezus eigenlijk een gnostische wijsheidsleraar is. In het Evangelie van Thomas zou zijn gnosis bewaard gebleven zijn en de kerk zou Jezus’ eigen onderricht hebben verdonkeremaand. In dit boek wordt op grond van historische argumenten betoogd dat Jezus geen gnosticus is, maar een jood, die in de traditie van het Oude Testament staat. De opvatting van de vroege kerk dat Jezus tegelijk ook de Zoon van God en zelf God is, blijkt joodse wortels te hebben. Zelfs de basis van het dogma van de drie-eenheid blijkt heel vroeg te zijn gelegd. De auteur laat zien dat dit dogma meer recht van spreken heeft dan de gnostische visie op Jezus.
Afkomstig uit Hoofdstuk 10 – ‘Conclusies en Evaluatie’ (p. 252):
” In Paragraaf 5.1 hebben wij uit de hoofdstukken 2 tot 4 al enkele voorlopige conclusies getrokken ten aanzien van de verhouding tussen Jezus en de gnosis van de gnostici. Wij concludeerden daar dat aan de nieuwtestamentische getuigenissen over Jezus een grotere mate van historische betrouwbaarheid moet worden toegekend dan aan de uiteenlopende gnostische visies op Jezus. Volgens de nieuwtestamentische evangelien stond Jezus in de lijn van het Oude Testament en vertrouwde hij op de God van Israel. Hij verkondigde de komst van Gods koninkrijk en trad op met goddelijk gezag. Hij beschouwde zichzelf als Messias, de Mensenzoon en Gods Zoon. Zijn dood aan een kruis heeft geen einde gemaakt aan de beweging die hij op gang had gebracht. Zijn leerlingen ervoeren dat hij uit de dood was opgewekt, weer aan hen verscheen en hen instrueerde. Volgens hen was zijn plaats voortaan in de hemel, aan Gods rechterhand. Daar kon hij door mensen worden aangeroepen, hetgeen wijst op de goddelijke status die aan hem werd toegekend. “