Illusie en Werkelijkheid
Door Dr. Jacobus Johannes van der Leeuw (1893 - 1934).
237 Pagina's | Uitgegeven in 2011 | Softcover | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN: 9789061758013.
Engels origineel: The Conquest of Illusion | Uitgegeven in 1928, herdruk door Kessinger Publications 2010 | LL.D., Alfred A. Knopf, New York and London | ISBN: 9781161388084.
In Illusie en Werkelijkheid houdt J.J. van der Leeuw een onvermoeibaar pleidooi voor de filosofie van de ervaring. Deze filosofie gaat niet uit van een theoretisch model van de werkelijkheid, maar van het subjectieve principe 'dit heb ik gezien, dus weet ik.' De grote drijfveer achter de filosofie van de ervaring behoort, naast oprechte verwondering, een verlangen te zijn om de wezenlijke aard van onze wereld te leren kennen. Dit verlangen naar waarheid is een heilige aspiratie.
Van der Leeuw beschrijft in 11 hoofdstukken de illusies, waarmee de mens te maken heeft in zijn kijk op en worsteling met de wereld, op zoek naar waarheid. Het is duidelijk, dat de wereld, die hij waarneemt niet de wereld is, maar zijn wereld, door hemzelf geschapen. De werkelijke wereld kan pas worden gekend als de mens al zijn illusies en denkbeelden heeft overwonnen. In menig opzicht sluit Van der Leeuws benaderingswijze aan op de visie, zoals uitgedragen door Jiddu Krishnamurti (1895 - 1986), met wie de auteur van dit boek bevriend was. Van der Leeuw gaat in op de dualiteit van geest en materie, het mysterie van het begin van de schepping, het kwaad in de wereld, de vrijheid van de wil en de onsterfelijkheid van de ziel. Verder bespreekt hij het onderscheid tussen intuïtie en intellect, en geeft hij een analyse van de werelden van verschil tussen het relatieve en het Absolute.
Afkomstig uit Hoofdstuk 11 - 'In het Licht van het Eeuwige' (blz. 232):
" De beschilderde sluier, door hen die er waren, leven genoemd,
Die een nabootsing was, als met kleuren lukraak besmeerd,
Waarin alle mensen geloofden en waarop zij hun hoop hadden gevestigd, wordt opzij getrokken;
Het weerzinwekkende masker is gevallen, de mens blijft,
Zonder scepter, vrij, onbegrensd, maar aan een ieder
Gelijk, zonder klasse, zonder stam, en zonder natie,
Ontheven van ontzag, aanbidding en graad, koning(in)
Over zichzelf; rechtvaardig, zachtmoedig en wijs: maar
Zonder hartstocht? Nee, niettemin vrij van schuld of pijn
Die voor zijn wil waren gemaakt of waaronder hij heeft geleden,
Nochtans niet vrij, hoewel over hen regerend als waren zij slaven,
Van toeval, en de dood, en wisselvalligheid, niet vrij van
De belemmeringen van datgene wat zich anders boven
De hoogste ster van een onbeklommen hemel zou kunnen verheffen,
Als het duistere toppunt in de intense leegt.
'De mens blijft', en in hem wordt het geheim van de Werkelijkheid gevonden . . . "
- Percy Bysshe Shelley (1792 - 1822).
Illusie en Werkelijkheid
Door Dr. Jacobus Johannes van der Leeuw (1893 – 1934).
237 Pagina’s | Uitgegeven in 2011 | Softcover | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN: 9789061758013.
Engels origineel: The Conquest of Illusion | Uitgegeven in 1928, herdruk door Kessinger Publications 2010 | LL.D., Alfred A. Knopf, New York and London | ISBN: 9781161388084.
In Illusie en Werkelijkheid houdt J.J. van der Leeuw een onvermoeibaar pleidooi voor de filosofie van de ervaring. Deze filosofie gaat niet uit van een theoretisch model van de werkelijkheid, maar van het subjectieve principe ‘dit heb ik gezien, dus weet ik.’ De grote drijfveer achter de filosofie van de ervaring behoort, naast oprechte verwondering, een verlangen te zijn om de wezenlijke aard van onze wereld te leren kennen. Dit verlangen naar waarheid is een heilige aspiratie.
Van der Leeuw beschrijft in 11 hoofdstukken de illusies, waarmee de mens te maken heeft in zijn kijk op en worsteling met de wereld, op zoek naar waarheid. Het is duidelijk, dat de wereld, die hij waarneemt niet de wereld is, maar zijn wereld, door hemzelf geschapen. De werkelijke wereld kan pas worden gekend als de mens al zijn illusies en denkbeelden heeft overwonnen. In menig opzicht sluit Van der Leeuws benaderingswijze aan op de visie, zoals uitgedragen door Jiddu Krishnamurti (1895 – 1986), met wie de auteur van dit boek bevriend was. Van der Leeuw gaat in op de dualiteit van geest en materie, het mysterie van het begin van de schepping, het kwaad in de wereld, de vrijheid van de wil en de onsterfelijkheid van de ziel. Verder bespreekt hij het onderscheid tussen intuïtie en intellect, en geeft hij een analyse van de werelden van verschil tussen het relatieve en het Absolute.
Afkomstig uit Hoofdstuk 11 – ‘In het Licht van het Eeuwige’ (blz. 232):
” De beschilderde sluier, door hen die er waren, leven genoemd,
Die een nabootsing was, als met kleuren lukraak besmeerd,
Waarin alle mensen geloofden en waarop zij hun hoop hadden gevestigd, wordt opzij getrokken;
Het weerzinwekkende masker is gevallen, de mens blijft,
Zonder scepter, vrij, onbegrensd, maar aan een ieder
Gelijk, zonder klasse, zonder stam, en zonder natie,
Ontheven van ontzag, aanbidding en graad, koning(in)
Over zichzelf; rechtvaardig, zachtmoedig en wijs: maar
Zonder hartstocht? Nee, niettemin vrij van schuld of pijn
Die voor zijn wil waren gemaakt of waaronder hij heeft geleden,
Nochtans niet vrij, hoewel over hen regerend als waren zij slaven,
Van toeval, en de dood, en wisselvalligheid, niet vrij van
De belemmeringen van datgene wat zich anders boven
De hoogste ster van een onbeklommen hemel zou kunnen verheffen,
Als het duistere toppunt in de intense leegt.
‘De mens blijft’, en in hem wordt het geheim van de Werkelijkheid gevonden . . . “
- Percy Bysshe Shelley (1792 – 1822).