TVN Home » Tijdschrift Theosofia » Archief » 2006 » Juni » Een reis zonder doel, Trân-Thi-Kim-Diêu
Tran Thi Kim Dieu

Een reis zonder doel, Trân-Thi-Kim-Diêu

Volgens de theosofie is het hele universum een manifestatie van het Allerhoogste, van Dat wat ongemanifesteerd en onkenbaar is; het is onveranderlijk en toch manifesteert het zich paradoxaal genoeg als het universum. Dit universum is bestemd om zich te ontwikkelen tot volmaaktheid, hetgeen de oorspronkelijke staat is van het Ongemanifesteerde. Als wij de menselijke situatie hiermee in verband brengen, dan zouden wij kunnen zeggen dat heel het leven bedoeld is om zich te ontwikkelen en om dat zichtbaar te maken wat in het begin was – en is – volmaaktheid.

Dit betekent dat het leven zeker een doel heeft: volmaaktheid bereiken en uitdrukken. Daarbij  wordt de cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte gezien als een onmetelijke, aeonen durende reis met als enig doel de ongemanifesteerde volmaaktheid manifest te maken. Het menselijk denken past de lineaire wijze toe om de gehele levenscyclus te zien als middel tot een doel. Deze manier van zien kan, hoe logisch zij ook is, een denken niet bevredigen, dat heel graag de feiten en het mysterie van het bestaan wil onderzoeken en dat zichzelf de onmogelijke vraag stelt: heeft onze reis een doel?

De eindeloze zoektocht van de mens

Gedurende haar hele geschiedenis heeft de mensheid een onbereikbaar iets gezocht, dat groot, mooi en edel is. Grote veroveraars en heersers, buitengewone denkers en stoutmoedige onderzoekers hebben geprobeerd voorbij de grenzen van hun land en de beperkingen van hun mogelijkheden te gaan, om mensen gelukkig te maken voorbij de structuur van het denken en de grenzen van het bekende. In iedere beschaving hebben helden en pioniers het aangedurfd om hun volk verder in de evolutie mee te nemen, daarbij minder gedreven door ambitie dan door de lokroep om te onderzoeken wat verder weg en in die tijd onbekend was.

Trân-Thi-Kim-Diêu is voorzitter van de Europese Theosofische federatie.

Zij zal inleidingne houden op The School of the Wisdom in Naarden van 15 tot 21 juni 2006 ‘Examining Mahayana Buddhism and J.Krishnamurti’s teaching…’

Theosofia 107/3 · juni 2006        95

Deze eindeloze zoektocht naar dat wat groter, edeler en mooier is, getuigt van het feit dat er in het bewustzijn zelf een inherent element is dat het denken voortstuwt, dieper het bewustzijn zelf in.Dit suggereert dat de zoektocht ingebouwd is in het bewustzijn en dat het één van de overheersende karaktertrekken van mensen is. De zoektocht moet begonnen zijn toen de mensheid begon te denken en zij zal nooit ophouden.

Het voortgaande evolutionaire proces

Parallel met de bewuste zoektocht gaat de stroom van de evolutie voorwaarts in zijn eigen tempo en draagt alle schepselen naar het ‘laatste’ stadium: volmaaktheid. Volgens een Soefi-dichter zijn alle mensen als vissen in het water, onbewust van hun stadium en wanhopig zoekend naar water om hun dorst te lessen. Men kan zich afvragen waarom men zich in dat geval druk zou moeten maken, aangezien alles uiteindelijk volmaakt zal zijn.

En toch, in plaats van alleen maar baat te vinden bij de algemene, natuurlijke beweging, kan men de weg uitvoerig beschrijven en het tempo van het hele proces bepalen. Dit houdt ook in dat diegenen die een groter inzicht hebben verworven, omdat zij het stadium van Zelfbewustzijn hebben bereikt, onvermijdelijk een grotere verantwoordelijkheid in deze evolutie zullen hebben.

Er zijn op het ogenblik twee verschillende bewegingen: het natuurlijke, onweerstaanbare, universele proces van evolutie dat alle schepselen tot volmaaktheid voert; en de andere: het individuele en wilsgestuurde proces, dat al of niet met het eerste kan samengaan. De twee bewegingen zullen naast elkaar bestaan en elkaar lange tijd beïnvloeden, totdat het individu zich ervan bewust wordt dat er geen andere weg is dan de universele weg, en beslist – voor eens en altijd – om in dezelfde richting te gaan. De mens kan besluiten dat noch spijt noch zelfmedelijden – noch iets anders – hem meer kan laten afwijken van de universele weg. Vanaf dat moment zijn er niet langer twee bewegingen, maar slechts één. De wil van de enkeling is nu één geworden met het universele proces, omdat er dan niet langer meer ‘mijn wil’ en ‘uw wil’ is, maar alleen ‘uw wil.’

De reis van de mens, het mentale pad

Iedereen die zichzelf en het universum waarin hij leeft enigszins begrijpt, zou het ideaal kunnen accepteren dat hij op weg is naar iets wat groter is. Diverse levensomstandigheden zullen hem de gelegenheid geven om te leren. Hoe hij daarmee omgaat zal een bewijs zijn van zijn echte begrijpen en de feitelijke verwerkelijking hiervan. Terwijl de voorbereiding stap voor stap wordt gedaan, kan de verwerkelijking plotseling of in stadia komen. De eerste stap van het leven is het afleren van wat men gedurende ontelbare levens heeft geleerd en verzameld. We kunnen hierbij denken aan één van de beroemde Zen-verhalen over de theesessie van een Zen-meester met één van zijn leerlingen. De meester vroeg de leerling om thee in een kopje te schenken dat al vol was. De leerling merkte op, dat hij dat niet kon doen. De meester wees er toen op dat hij op dezelfde wijze een hoofd dat al vol was niet kon onderrichten.

Het proces van het afleren kan lange tijd vergen, omdat men bij het leren het denken vult met verkeerde kennis. Het denken lijkt op een huis met twee deuren: een uitgang voor oude en een ingang voor nieuwe huisraad. Het nieuwe vervangt het oude. Het uiteindelijke resultaat is dat er geen fundamentele verandering is, niettegenstaande vele uiterlijke veranderingen. Ondanks de vele veranderingen en schokken in hun leven slagen de meeste mensen slagen er in om mentaal weer voorwaarden te scheppen die bijna lijken op die welke er al waren, zodat er geen echte verandering verwezenlijkt wordt.  Generaties mensen hebben dit ervaren: zij bleven, zich niet bewust van hun conditionering, veilig binnen hun gewoontes. De geest vervalt steeds maar weer in de groef van vooropgezette ideeën en vooroordelen, omdat hij zich niet bewust is van de motivaties van zijn eigen handelingen. Traditie, gewoonte of louter gemakzucht beheersen de manier van denken en leven.

Diegenen die een groter inzicht hebben verworven, omdat zij het stadium van Zelfbewustzijn hebben bereikt, zullen onvermijdelijk een grotere verantwoordelijkheid in deze evolutie hebben.

96        Theosofia 107/3 · juni 2006

Hoevelen van degenen die geboren en getogen zijn in een omgeving waar gejaagd wordt, durven zich te verzetten tegen de wreedheid van het jagen als sport? Hoevelen die een werelds leven leiden, durven toe te geven dat zij waarden erkennen die het bezitten méér waard zijn dan wereldse waarden? Erg weinig mensen hebben de moed om nieuwe manieren van denken en leven aan te nemen die hen van het gemak van het zich conformeren (aan de waarden van anderen) zouden beroven. Dus houdt de mensheid haar eigen tempo aan: een stap vooruit, een stap achteruit – een reis die geen enkele ‘vooruitgang’ brengt, behalve de voorwaartse beweging van het natuurlijke evolutionaire proces. Het resultaat is hetzelfde: een verwarde visie, bot redeneren, langzame groei en een traag verstand.

Gelukkig komt er onvermijdelijk een tijd wanneer in het natuurlijke evolutionaire proces het denken zich, wanneer het geen antwoorden meer op bepaalde vragen krijgt, beweegt naar diepere dimensies van bewustzijn. Dan is het heel vaak niet het antwoord dat er toe doet, maar de zoektocht zelf, omdat in dit proces het denken, als het volwassen is, zowel onverwachte zienswijzen zal vinden, als ook onvoorziene aspecten van het leven. Het denken kan ook nieuwe ontdekkingen doen, die actie vereisen die in overeenstemming is met het nieuwe inzicht.

Met het groeien van het inzicht verandert onze levensvisie en daarmee veranderen ook onze handelingen en relaties. Inzicht, leven en relaties horen bij elkaar. Zij kunnen niet gescheiden worden in het groeiproces van de ziel. Een ongeordend leven, of relaties die botsen getuigen niet van een evenwichtig leven of inzicht. Om onder deze omstandigheden te spreken over ‘harmonieus leven’ of ‘inzicht’  zou hypocriet zijn. Dit is geen harde kritiek, maar gewoon feitelijk waarnemen.

De eerste stap naar geestelijke groei is het zich ontdoen van alles wat niet daartoe bijdraagt: de mentale warboel van vooroordelen en conventionele ‘goede’ gedachten wegdoen. Emotionele tendensen, onophoudelijk gebabbel, absurde vergelijkingen, de angst om te verliezen, om overgeslagen te worden, om te falen enz. verstoren het denken voortdurend. Het zich realiseren dat al deze verstoringen slechts manifestaties zijn van het persoonlijk ego is een andere stap naar het zich niet meer associëren met het ego. Het is ook een stap naar Zelfverwerkelijking, hetgeen het einde van het ego is.

Een reis zonder doel

Het lijkt alsof het universele bewustzijn een ‘rondreisje’ maakt door de verscheidenheid van alle natuurrijken en menselijke zielen, waar het pijn en lijden moet ervaren vóórdat het weer ontwaakt tot zijn eigen dimensies, die immens groot en onbegrensd zijn. Gezien vanuit het perspectief van de menselijke ziel is deze ‘rondreis’ nu eens pijnlijk, dan weer bevredigend, zelfs prettig. Het kan de menselijke ziel naar bevrijding leiden. Vanuit het standpunt van de ziel lijkt dit een doel te zijn. Maar het zichzelf een doel stellen, zelfs dat van bevrijding, zal het ego in een zichzelf versterkend raamwerk opsluiten. De beloning die vervat is in het idee van bevrijding, weerhoudt het menselijk bewustzijn er inderdaad van om de werkelijke bevrijding te bevorderen. Desalniettemin kan de reis niet de dwalende beweging zijn van een mens die zich vergist, die in de war is gebracht door zijn eigen onvermogen om te onderscheiden tussen een overvloed aan ervaringen.

Met het groeien van het inzicht verandert onze levensvisie en daarmee veranderen ook onze handelingen en relaties. Inzicht, leven en relaties horen bij elkaar.

Theosofia 107/3 · juni 2006        97

Kan een reis dan zonder doel zijn? Het antwoord zou kunnen zijn: men blijft hier, waar men is, in dat wat is, te midden van alle dingen. Kan de menselijke geest of het bewustzijn zich realiseren dat er geen begin en geen eind is? Kan er bewustzijn zijn, dat alles zich ontwikkelt binnen een altijd bewegende substantie en dat de altijd bewegende eigenschap daarvan onbeweegbaar is? Ofwel, om het op een andere manier uit te drukken: het einde van de reis zit in het begin (besloten). Is er dan (überhaupt) wel een reis? Ja, het spreken over een reis is een manier om te zeggen dat het bewustzijn voortdurend in zichzelf beweegt. Dat is de reis van zelf naar Zelf. Het doel ligt in het begin besloten en het begin is: NU.

Het NU wordt vaak geïnterpreteerd als het heden. Maar het heden is steeds weer voorbijgaand, aangezien het de tijdelijke werkelijkheid is tussen twee permanente onwerkelijkheden, het verleden en de toekomst. Het heeft geen enkel werkelijk bestaan. Maar het NU, dat niet de tegenwoordige tijd is, heeft een werkelijk bestaan. Bovendien, het zou wel eens de werkelijkheid zelf kunnen zijn. Noch het bestaan, noch de toekomst bestaan feitelijk, omdat zij behoren tot het gebied van de tijd. Het NU valt daar buiten. Het is het element dat alle mystieke en transcendentale ervaringen van de diverse religieuze tradities verzamelt, hen verenigt en regenereert.

HIER en NU is de reis zonder doel en gedurende die reis is er alleen maar ‘uw wil.’ Het lijkt een lange weg om te gaan, alleen omdat het juiste inzicht mankeert – het inzicht van het feit dat er geen doel kan zijn tussen Zelf en Zelf.

Uit: The Theosophist, mei 2004
Vert: EKB

Niemand bestaat alleen maar op zichzelf, onafhankelijk van alle andere factoren van het leven …

Omdat er geen begin gevonden kan worden van enig individu of enig innerlijk of uiterlijk verschijnsel, betekent dit dat elk daarvan de totaliteit van het universum als zijn basis heeft.

Lama Anagarika Govinda