TVN Home » Tijdschrift Theosofia » Archief » 2007 » Juni » Wie was … George Arundale
George Arundale

Wie was … George Arundale

George Sydney Arundale (1878-1945) was van 1934 tot 1945 de derde voorzitter van de Theosophical Society. Hij was een dynamische en inspirerende leider en werkte nauw samen met Annie Besant in haar veelzijdige werk. C. Jinarajadasa, die hem opvolgde, zei dat Arundale “het voorbeeld was van broederschap in actie.”

Zijn jonge jaren

G.S. Arundale werd geboren op 1 december 1878 in Surrey, Engeland. Omdat zijn moeder bij zijn geboorte was overleden, werd George door zijn tante mej. Francesca Arundale geadopteerd. Zij was in 1881 lid geworden van de Society en had vaak Madame H.P. Blavatsky te gast in haar huis, waardoor de jonge George de mogelijkheid had om haar te ontmoeten. In 1895 sloot hij zich aan bij de Theosophical Society en werd lid van de loge in Londen. Zijn opleiding kreeg hij gedeeltelijk in Duitsland en gedeeltelijk in Engeland en hij studeerde in 1900 af aan het St. John’s College te Cambridge. Daarna werd hij vice-voorzitter van de Europese Afdeling van de Theosophical Society en daar ontmoette hij ook Annie Besant. In 1902 ging hij op uitnodiging van Dr. Besant met zijn tante naar India, waar hij professor in de geschiedenis werd aan het Central Hindu College in Benares (nu Varanasi). In 1907 werd hij benoemd tot directeur van het Central Hindu College. Hij was zowel bij de docenten als bij de leerlingen populair, want hij begreep de jeugd erg goed en hij heeft zich zijn hele leven met hun welzijn bezig gehouden.

De Theosophical Society

George Arundale die in 1910 zijn eerste lezing voor de conventie hield, heeft regelmatig theosofische conventies toegesproken. Na een korte periode als voorzitter van de Theosofische Vereniging in Engeland (1915-1916) keerde Arundale naar India terug om Annie Besant te assisteren bij haar politieke activiteiten. Hij werd de organiserend voorzitter van de All-India Home Rule League en werd in 1917 door de regering samen met Annie Besant en B.P. Wadia drie maanden geïnterneerd. In 1920 trouwde hij met Rukmini Devi, een getalenteerd kunstenares, wier talenten hij aanmoedigde.

Van 1924 tot 1926 was hij voorzitter van de Arbeiders Beweging van Madras; hij had zich voor de vorming hiervan ingespannen, waardoor hij met succes een hoger minimum loon en minder werkuren voor de werkende mens wist te bereiken.

In 1925 werd hij lid van de Liberal Catholic Church; later werd hij een van de bisschoppen. Het zelfde jaar, het jaar van het gouden jubileum van de Theosophical Society, reisde hij uitgebreid door Europa, gaf lezingen voor de Society en bestudeerde de omstandigheden m.b.t. het onderwijs, de politiek en het sociale leven. Van 1926 tot 1928 was hij voorzitter van de Australische Afdeling; gedurende die tijd spande hij zich in om Australië bewust te maken van de grootheid die zij in zich had en begon met de krant Voorwaarts Australië om dat doel te ondersteunen. Hij speelde met behulp van anderen een rol in het oprichten van het eerste theosofische radio-station 2 GB.

George Arundale (1878 – 1945) was van 1934 tot 1945 de derde voorzitter van de Theosophical Society.

In toenemende mate wijdde Dr. Arundale zich aan de innerlijke kant van het werk in een poging om het lijden van de mensheid te verlichten.

Hij beijverde zich voor het verspreiden van ‘de grootse waarheden van de theosofie’.

124        Theosofia 108/3 · juni 2007

In 1927 was hij enige tijd weg uit Australië i.v.m. een rondreis door Europa en de Verenigde Staten van Amerika om lezingen te geven. Mevrouw Arundale en hij waren dat jaar de eregasten op de Amerikaanse Conventie. Van 1931 tot 1934 ondernam hij elk jaar zulke reizen met lezingen en activeerde daardoor enorm het theosofisch werk in de landen die hij bezocht.

Voorzitter van de
Theosophical Society

Toen Dr. Besant in 1933 stierf werd Dr. Arundale gekozen tot voorzitter van de Theosophical Society. Met goed voorbereid publiciteitsmateriaal begon hij het jaar daarop een ‘zuivere’ campagne die de studie van de theosofische basisprincipes aanmoedigde en zijn bekroning kreeg tijdens de mooie diamanten jubileumconventie in 1935 in Adyar. De loges werd dringend verzocht om nooit hun eerste doel te vergeten: het instrueren van leden in de theosofie, in een begrijpelijke taal. De volgende campagne had als titel: “Er is een plan.” In 1935 werden drie boeken van Dr. Arundale gepubliceerd, waarin hij zijn ideeën over menselijke en spirituele waarden naar voren bracht: Jij; Vrijheid en vriendschap en Goden in wording. In 1936, toen hij voorzitter was van het Vierde Theosofische Wereld-Congres in Genève, besloot hij dat de derde campagne zou moeten gaan over “begrip”, en omdat deze succes had werd zij voortgezet tot in 1938. Daarna was “Theosofie is de volgende stap” het thema, maar de Tweede Wereldoorlog brak uit en er kon niet veel meer worden gedaan. Hij gaf toen “brieven naar de afdelingen” uit, die op grote schaal gebruikt werden en nuttig waren. Omstreeks 1936 was er een zichtbare groei in het ledenaantal van een aantal nationale afdelingen, hetgeen erop wees dat de krachtdadige aanpak van de voorzitter vruchten afwierp. De campagnes brachten nieuwe interesse en activiteit teweeg. In 1937 hield Arundale op de Conventie een lezing over symbolische yoga, hij gebruikte daarbij zijn materiaal voor de “lezingen op het dak” in Adyar en voor zijn toespraken later toen hij op tournee was in Europa en Amerika. Deze lezingen verschenen als boek met de naam “Het Lotus vuur: een studie in symbolische yoga.” Vanwege de oorlogsomstandigheden echter was het reizen buiten India niet gemakkelijk. De bekwame en toegewijde werkers in iedere afdeling droegen onder zijn leiding de Society verder. Maar in heel Europa werd de ene loge na de andere en de ene afdeling na de andere  gedwongen om ermee op te houden.

In toenemende mate wijdde Dr. Arundale zich aan de innerlijke kant van het werk in een poging om het lijden van de mensheid te verlichten. In een poging om de mensen wakker te schudden voor een groter gevoel van verantwoordelijkheid, begon hij een kleine wekelijkse krant in Madras met de naam “Geweten”. Hij verwelkomde in Adyar Dr. Maria Montessori en haar zoon Mario Montessori, die naar India gekomen waren, maar vanwege de oorlog niet in staat waren om naar Italië terug te keren. Tijdens hun verblijf in Adyar leidden zij onderwijzers uit India en de nabij gelegen landen op in de bekende Montessori methode voor onderwijs aan kinderen.

In 1940 zette Dr. Arundale een afdeling voor vrede en wederopbouw op om zodoende een Charter voor de wereld klaar te hebben als de oorlog ophield. Elk jaar benadrukte hij dat leden “de grootse waarheden van de theosofie zouden moeten verspreiden”, hij ondernam reizen in India en ondersteunde de kunst en onderwijs instellingen en de activiteiten van Rukmini Devi. Hij werkte er hard aan om een beter begrip op te bouwen bij de mensen uit India voor de positie van Groot Brittannië in het westen en voor een liberalere houding van Groot Brittannië naar India toe. In 1941 werd Dr. Arundale de eervolle graad verleend van Vidya Kalanidhi, wat betekent: “onuitputtelijke bron van kunst en wijsheid” door het oude en zeer gerespecteerde instituut Shri Bharat Dharma Mahamandal, Benares (nu Varanasi) voor zijn “buitengewone verdiensten en uitzonderlijke talenten.” De twee speciale thema’s van Dr. Arundale waren: de eenheid van India en de ontwikkeling van de grootsheid in het individu.

Theosofia 108/3 · juni 2007        125

Als onderwijsdeskundige

Ter herinnering aan Dr. Besant’s liefde voor de jeugd, stichtte Dr. Arundale in 1934 in Adyar de “Besant Memorial School.” Omdat hij altijd al geïnteresseerd was in de ontwikkeling van de jeugd, hielp Dr. Arundale met het tot stand brengen van de “wereldfederatie van jong theosofen”, opgericht in 1935 met Rukmini Devi als voorzitter en hemzelf als ere-voorzitter exofficio.

Onder auspiciën van de Theosophical Society werd een Nationale Universiteit opgericht met Rabindranath Tagore als kanselier en Arundale werd de rector van het opleidingscollege voor leraren. Hij inspireerde hen met zijn idee van lesgeven als een heilig beroep. In 1926 was hij minister van onderwijs in het prinsdom Indore. Hij was echt een vooraanstaand persoon op het gebied van onderwijs in India. En het Nationaal Congres begiftigde hem met de graad van doctor in de literatuur als waardering voor zijn werk. Hij wilde ervoor zorgen dat de basis theosofische leringen het educatieve proces zouden beïnvloeden en gebruikte daarbij de slogan “onderwijs voor het leven, niet voor levensonderhoud.” In zijn opvatting was het sleutelwoord van onderwijs “dienstbaar zijn.”

De laatste dagen

In 1945 werd hem geadviseerd volledig rust te houden, want hij was ernstig ziek en niettegenstaande alle zorg en aandacht die aan hem gegeven werd, overleed hij op 12 augustus, precies op het ogenblik dat het nieuws door de wereld verspreid werd, dat de wereldoorlog beëindigd was. Een van de mooiste bijdragen aan het werk van de Society door Dr. Arundale wordt het best beschreven door een andere slogan die hij bedacht had – “samen anders”. Herhaaldelijk en met volharding benadrukte hij in zijn geschriften en lezingen dat verschil van mening alleen maar het werk van de Theosophical Society konden verrijken. Een andere belangrijke bijdrage was de nadruk die hij legde op pure  theosofie in de campagne die hij onder die naam begon. We kunnen niet zeggen dat een van zijn bijdragen belangrijker was dan een andere, maar de twee hierboven genoemde bijdragen brachten ontegenzeggelijk een definitieve verandering in de hoofden en harten van de leden tot stand en benadrukte nog eens scherp de vrijheid van de individuele gedachte die inherent is aan de theosofische leringen.

Dr. Arundale stond niet alleen bekend om zijn theosofisch werk, maar ook om zijn interesse in de Gemengde Vrijmetselarij en de Indiase Padvinders Beweging, hij was enige jaren Provinciaal Commissaris voor de Provincie Madras. Zijn vele boeken omvatten: Kundalini: een occulte ervaring, Het Lotus vuur, Een studie in symbolische yoga, Nirvana, Mount Everest, Een boek over leerlingschap en Jij.

EKB