TVN Home » Nieuwsbrief » Het belang van studie – 4

Het belang van studie – 4

1 januari 2024

Volgens de Sankhya-leer, die voor een groot gedeelte de theoretische basis levert voor de Yoga-filosofie, heeft Prakrti een eigen, onafhankelijk bestaan. Purusha en Prakrti zijn de twee uiterste, eeuwige en onafhankelijke beginselen van het bestaan. Er zijn vele Puruha’s maar Praktri is één. De Purusha’s raken verwikkeld in de materie, gaan door de cyclus van evolutie onder de hoede en zorg van Prakrti, komen tot Zelfrealisatie en onttrekken zich dan helemaal aan de begoocheling en de invloed van Prakrti. Maar Prakrti blijft altijd dezelfde. [ . . . ]

Er moge hier op gewezen worden, dat we van een denkstelsel, hoe verheven en waar het ook mag zijn, niet mogen verwachten, dat het ons een absoluut en juist beeld geeft van de transcendente waarheden, zoals deze in wezen bestaan. Omdat nu eenmaal de filosofie door middel van het intellect werkt en het intellect zijn inherente beperkingen heeft. Het kan waarheden, die buiten zijn terrein liggen, niet begrijpen of formuleren. Wanneer filosofie dus op haar eigen manier deze werkelijkheden van het geestelijke leven aanpakt, kan ze ons slechts gedeeltelijke en verwrongen interpretaties geven van die realiteiten. Contradicties, paradoxen en inconsequenties zijn onvermijdelijk, als we proberen deze werkelijkheden door middel van het intellect te zien en te interpreteren. Wij hebben deze beperkingen te aanvaarden, wanneer we het intellect gebruiken als een instrument om deze waarheden in de beginstadia te begrijpen en te ontdekken. Het heeft geen zin dit instrument te verwerpen, hoe armzalig en onvolmaakt het ook is, omdat het ons ten minste enige hulp biedt om een poging in te zetten de waarheid te leren kennen op de enige manier waarop men deze kan leren kennen: door Zelfrealisatie.

Als we een land willen leren kennen, is de enige manier om dit te doen er heen te gaan en het met onze eigen ogen te zien. Maar het betekent niet, dat wij de atlassen en kaarten, die bedoeld zijn ons enig idee omtrent dat land te geven, nu maar moeten weggooien. Ze geven ons geen waarachtige kennis ten aanzien van dat land, maar ze helpen ons dat land te vinden en het meteen met eigen ogen te zien. Filosofie dient, op zijn best, alleen dit soort doel. Wie er genoegen meenemen het als vervanging voor het werkelijke te houden, begaan een grote fout. Wie het intellect volledig negeren, begaan eveneens een fout, omdat ze iets van zich werpen, dat nuttig gebruikt zou kunnen worden om hun gestelde doel te bereiken. De verstandige Yoga-leerling vat de divers stelsels van filosofie en religie niet al te zwaar op, als voorlopige uitleg en interpretatie van waarheden, die voorbij het domein van het intellect liggen, maar gebruikt ze zo goed hij maar kan om zonder omwegen die waarheden te ontdekken. Yoga is een uiterst praktische wetenschap en de waarheden en ervaringen  waarmee het zich bezighoudt zijn niet afhankelijk van de specifieke filosofie of filosofieën die men naar voren brengt om een rationeel beeld te verschaffen van het beoogde doel en van de diverse processen die daarheen leiden. Wij weten niet wat de werkelijke aard is van elektriciteit; er zijn vele theorieën. Maar dat weerhoudt ons niet om deze kracht te gebruiken om onze fysieke doeleinden op duizend en één manieren te verwezenlijken. Evenmin beïnvloedt de filosofie, die ons de theoretische achtergrond van Yoga verschaft, en haar ontoereikendheid in belangrijke mate de resultaten die door de Yoga-beoefening verkregen kunnen worden. Laat ons de filosofie haar juiste plaats geven bij het bestuderen van Yoga en haar niet verwarren met het praktische en wetenschappelijke gedeelte van het onderwerp.

Uit De Yoga-Sutra’s van Patanjali van I.K. Taimni