TVN Home » Tijdschrift Theosofia » Archief » 2004 » Juni » De kosmische verbinding, Beverley Champion
Beverley Champion

De kosmische verbinding, Beverley Champion

Beverley Champion is nationaal presidente van de Australische sectie.

‘Er bestaat geen dood, alleen schijnbaar, net als er geen geboorte is anders dan schijnbaar. De verandering van Zijn naar Worden schijnt geboorte te zijn en de terugkeer van Worden tot de staat van Zijn schijnt de dood te zijn.’

Die aanhaling van Apollonius van Tyana gaat verder met te zeggen dat in werkelijkheid niemand geboren wordt, noch sterft er ooit iemand. Geboorte is gewoon een zijn dat zichtbaar wordt vanwege de uiterlijke vorm die wordt aangenomen en dat weer onzichtbaar wordt bij wat sterven heet wanneer de vorm terzijde wordt gelegd. Het eerste is een reis door de dichtheid van de materie en het tweede is een terugkeer tot de subtiliteit van Zijn. Het is gewoon het Geheel dat zijn delen wordt. Die delen worden weer heel in de Eenheid van het Al… Het individu wordt tot geboorte gebracht door ouders heen, niet door middel van ouders, precies zoals dat wat van de aarde komt, niet geproduceerd wordt door middel van of eruit, maar erdoorheen. De verandering die ontstaat voor het individu is niet iets dat veroorzaakt is door zijn of haar zichtbare omgeving, maar veeleer een verandering in het Ene Ding of de Ene Essentie die ieder individu gewoon heeft… Het is alleen HET dat handelt en lijdt, dat Alles wordt voor allen, door allen… Eeuwige Godheid, beroofd van erkenning van zijn Eigen Zelf door namen en vormen… in plaats van te rouwen om de dood zouden wij haar moeten eren en vereren omdat wat IS nooit voorbijgaat.1

Deze aanhaling versterkt de theosofische lering dat er alleen maar Het Ene is, dat Het Ene is dat leeft en beweegt en is en dat wij allemaal maar een individuele focus zijn van dat Geheel. De verandering is van een rusttoestand naar het aannemen van vorm en beweging en wij noemen deze verandering reïncarnatie. Wij kunnen een verband zien met dit idee daar wij dit dagelijks doen op kleinere schaal, een tijd van rust of slaap gevolgd door een periode van activiteit.

Theosofia 104/3 · juni 2004        129

Als we deze verklaringen kunnen accepteren, zien we dat de dood een bepaalde leerervaring niet tot een einde brengt, maar slechts tot stilstand voor een rustperiode, waarbij een daarop volgende geboorte de hervatting is van die gestaakte activiteit. Wij neigen ertoe de twee woorden ‘leven en dood’ in eenzelfde zin te gebruiken alsof het tegenstellingen waren. Maar leven is niet het tegenovergestelde van dood, geboorte is het tegenovergestelde van dood. Het leven is een continuüm tussen de twee en ook tussen dood en wedergeboorte. Wij moeten erkennen dat het Leven een continuüm is als we de grote Wet van Universele Sympathie of de Kosmische Verbinding op de juiste wijze willen begrijpen.

Ons wordt verteld dat bij het uitwerken van deze grote Wet ieder van ons een radertje is dat een unieke rol te spelen heeft en bovendien dat er een trillende resonantie is die door het hele plan heen werkt. Wij erkennen dat wij de vrijheid hebben om het script te schrijven waardoor ons eigen leven resoneert, of, tenminste, de vrijheid om de woorden te schrijven bij de melodie die ons dagelijks leven vormt. Waardoor weerklinken wij anders dan door de Universele Wet van Sympathie?

Dit verborgen netwerk van geheime relaties is op allerlei manieren gekenschetst in termen zoals affiniteit, overeenkomsten, analogieën etc. Ons universum is een ‘naadloos universum’ genoemd. In de Christelijke Geschriften wordt vermeld dat de Meester Jezus een ‘naadloos kledingstuk’ droeg, hetgeen weer een mystieke allegorie is.2

Naadloos impliceert dat er geen naden zijn of geen zichtbare verbindingen zijn tussen aparte delen. Er zijn geen naden omdat er niets is dat verbonden moet worden, er is alleen maar Het Geheel met de illusie van aparte delen wanneer zij bekleed zijn met fysieke materie.

Te lang heeft men althans in de westerse wereld niet alleen separatisme geaccepteerd, maar het actief aangemoedigd op talloze manieren met onze materiële, comfortabele en gezellige wereld van ‘mijn’ dingen. Onze economieën zijn juist gebaseerd op het idee dat wij voortdurend ons materiële speelgoed moeten inruilen voor het nieuwste model en dat wij geld moeten gebruiken als we bevredigend en succesvol willen leven. Dit hele pakket van conditioneren brengt een scheiding tussen ons aan, waarbij niet alleen de bezitters van de niets bezitters gescheiden worden, maar waardoor wij ook afgeleid worden van het doel van de menselijke reis die de uiteindelijke, bewuste realisatie is door ieder individu van onze unieke rol in het algehele plan van evolutie.

Waarom hechten wij waarde aan goud en zilver?

In zijn boek The Waking Dream geeft auteur Ray Grasse een voorbeeld van hoe de moderne mensheid haar conditionering in stand heeft gehouden door te wijzen op de grote waarde die mensen toeschrijven aan de twee metalen goud en zilver. Hij zegt dat dit nauwelijks verklaarbaar is in termen van hun praktisch nut. Hij suggereert dat de waarde die wij toekennen aan goud en zilver verband zou kunnen houden met de traditionele, astrologische verbinding van deze twee metalen met de Zon en de Maan. Hij citeert een andere schrijver, Norman O. Brown, die in een lezing over geld erop wees dat in de loop van de geschiedenis de waarde van goud grotendeels stabiel gebleven is op 13,5 maal de waarde van zilver. Dit rare feit is moeilijk alleen maar te verklaren in termen van conventionele marktdruk van vraag en aanbod, maar hij suggereert dat er een aanwijzing voor het mysterie kan liggen in het feit dat deze verhouding precies overeenkomt met de relatieve kringloopperiodes van de Zon en de Maan. Het Zonnejaar is 13,5 maal langer dan het maanjaar en of wij er nu voor kiezen deze overeenkomst tussen planetaire en monetaire waardepatronen wel of niet te zien als significant, het is toch een interessante hypothese.3

130        Theosofia 104/3 · juni 2004

Verscheidene lijsten van overeenkomsten tonen aan dat het metaal goud overeenkomt met de kleur oranje, met trots, met de Zon, met fysieke vitaliteit en met de muzieknoot Re. Het metaal zilver is geassocieerd met de kleur violet, idealisme, de Maan, het etherisch lichaam, nuttig bij de behandeling van huidziekten en de muzieknoot Ti.

Terwijl ik aan het lezen was over het metaal goud werd ik herinnerd aan één van mijn dromen waarin mij de vraag werd gesteld, ‘Wat is het goud van God?’ In mijn waaktoestand dacht ik lang na over deze vreemde vraag en ook over wat er bedoeld werd met het woord God. In de context van de droom leek God een symbool te zijn voor Het Geheel, dus ik vroeg mij af wat er geïmpliceerd werd met ‘het goud van God’. Het leek in verband te staan met waarden en ik bedacht dat individuen en zelfs culturen hele verschillende waarden hebben. Menselijke waarden lijken rechtstreeks gerelateerd te zijn aan de geaccepteerde normen en de economie van het land waar men woont. In de westerse maatschappij worden onze zogenaamde waarden zeker geassocieerd met geld. Wij moeten niet alleen onze waarden echt gaan onderzoeken, maar ook gaan begrijpen en, misschien nog belangrijker, onze ethiek gaan begrijpen.

Wij kennen een hoge waarde toe aan de twee metalen goud en zilver die wij opgraven uit de aarde. Hechten wij evenveel waarde aan ons ethisch gedrag in relatie tot onze omgang met diezelfde aarde waarop wij leven en waarvan ons fysieke bestaan afhankelijk is? Hoe gaan we om met onze planeet? Op mijn blocnote lees ik, ‘Leef nu de vragen en langzamerhand zult u uw weg leven naar de antwoorden.’ Als theosofen hebben wij het advies gekregen, ‘Leef het leven als u tot wijsheid wilt komen.’

Terwijl ik nadacht over de vraag in mijn droom, ‘Wat is het goud van God?’ en mijn aansluitende vraag over de aard van God, vond ik één definitie in een theosofisch tijdschrift. Om een aantal gedachten die daarin vervat waren te parafraseren, werd gezegd, ‘God is Leven.’ Het woord ‘Leven’ wordt tegenwoordig zo vaak gebruikt en biologen, fysici en chemici gebruiken het met verschillende betekenissen. Dichters dichten erover, moralisten preken erover en filosofen leggen het uit.

Maar de theosofie definieert Leven als een Principe, de fundamentele bron van alle dingen, de basis van ons universum en de onderliggende Waarheid waarop alle redeneren gebaseerd is. Leven conserveert, vernietigt en is het eerste, het laatste en alles in alles. Het heeft veel gedetailleerde aspecten, maar er wordt gesuggereerd dat het uit slechts drie universele fundamentele aspecten bestaat. De Drie-eenheid of De Drie is ons vertrouwd en onze auteur denkt dat theologieën en filosofieën het idee van De Drie-eenheid gecorrumpeerd dan wel gematerialiseerd hebben. Hij zegt dat de Christelijke Drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest de waarheid over God, die Leven is, zou moeten openbaren, maar is dat wel zo? Evenzo zijn de Hindoe Trimoerti van Brahma, Vishnoe en Shiva sterk gepersonaliseerd en worden zij beschouwd als mensen, wat ze niet zijn. Ik vraag me af waarom de mensheid de behoefte voelt om Goddelijkheid te materialiseren; om te personaliseren wat een Principe is.

Leven is Beweging

De anonieme auteur stelt dat Leven beweging is en deze waargenomen beweging vormt voor ons het verschil tussen een levend en een dood lichaam. Hij zegt dat beweging relatief is en dat niets in het universum zonder beweging is. Evenzo zegt H.P. Blavatsky in De Geheime Leer dat er geen dode of blinde materie bestaat. Deze hele beweging van leven van het simpelste organisme tot het complexe menselijk lichaam is evolutie genoemd, maar sommigen noemen het Gods werk. Leven is potentie, beweging van binnen naar buiten, van latentie naar zichtbaarheid met iedere vorm, een uitdrukking van het Ene leven of God. Leven is altijd van binnen naar buiten aan het bewegen en beweegt aldus hier en nu in iedereen, in welke vorm dan ook.

Theosofia 104/3 · juni 2004        131

De beweging van Leven is actief in de mens op een drievoudige manier. De macht te denken, te willen en te voelen zijn allemaal Levensbewegingen en onze verdere groei of evolutie hangt af van ons individuele cultiveren van deze krachten die nog slechts ten dele ontwikkeld zijn. De kracht om lief te hebben, mededogen te voelen voor andere levensvormen, komt voort uit het Goddelijk Centrum in allen. De mate van liefde die wij tonen kan echter gezegd worden de maat van onze evolutie te zijn. Bovenstaande gedachten van onze onbekende auteur zijn de moeite van het overdenken waard.4

Misschien kan een antwoord op de vraag ‘Wie of Wat is God?’ zijn: God is Leven. Leven is als een grote rivier, die gestaag maar doelgericht beweegt. De individuele eenheden van leven, ieder met zijn eigen vorm, zijn, vergeleken met de wervelingen en draaikolken, altijd één met de rivier maar met een illusoir eigen leven. De schijnbaar afgescheiden waterdruppels in het stuivend water van de oceaan die ontstaan wanneer de golf op de rotsen breekt, zijn, gedurende één kort moment in de tijd, een unieke uitdrukking van de oceaan, maar in werkelijkheid waren ze nooit iets anders dan de oceaan. Zou het ‘goud van God’ menselijke wezens kunnen betekenen? Zijn wij ontworpen om het mentale aspect van de natuur te vormen in het Grote Plan van Evolutie?

Drie grondstellingen

H.P. Blavatsky gaf ons drie wezenlijke en fundamentele denkbeelden om de Kosmos en onze menselijke verbinding ermee te verklaren. De eerste grondstelling gaat over de beweging van Leven, of met zijn alternatieve naam, Bewustzijn. Dit is beweging vanuit de ene bron van Zijn en onophoudelijke beweging naar meer en meer bewustzijn of zelfrealisatie. Deze beweging is het Worden en het proces vereist betrokkenheid van Geest met materie dat we Involutie noemen. Geest en Materie zijn slechts polarisaties van het ene spectrum. Met de identificatie van Zuivere Geest met voorbijgaande materie is het resultaat niet tweeledig zoals Geest en materie, maar Geest die verschijnt als materie.

De tweede grondstelling verwijst naar cycliciteit. Deze eeuwige beweging beweegt voortdurend in cycli die voortdurend veranderen en nooit statisch zijn. Oerenergie beweegt steeds vooruit waarbij elke cyclus gebouwd is op de ervaring van de vorige en zo schrijdt de Evolutie voorwaarts naarmate de Geest vollediger tot uitdrukking komt in de materiële wereld.

De derde grondstelling beschrijft de fundamentele identiteit van iedere ziel met de Wereldintelligentie of de Wereldziel en rept over een verplichte pelgrimage door incarnatie volgens de karmische wet, waarbij het enige te bereiken privilege verkrijgbaar is door eigen inspanning.5

Mensen – reizende ‘Vonken van God’

Er is tot nu toe gesuggereerd dat datgene waar sommigen naar verwijzen als God, juist het Levensprincipe is dat de Bron en Voedster van alles is. Hoe definiëren wij deze Godsvonk, al reizend van leven naar leven, dat wij een mens noemen? Het is te makkelijk te zeggen dat wij zijn ‘gemaakt naar Gods evenbeeld’ of dat wij ‘Goden in wording’ zijn. Als wij al een beeld zijn van de Ene Architect, waarom hebben sommige Godsvonken het dan beter dan andere? Voor een eventueel antwoord kunnen wij teruggaan naar de derde grondstelling, die, geparafraseerd, ons vertelt dat in overeenstemming met de karmische wetten, geen ziel een onafhankelijk, bewust bestaan kan hebben totdat het door een ongelofelijke hoeveelheid ervaring gegaan is in elke elementale vorm van de gematerialiseerde wereld en zijn individualiteit heeft verworven, aanvankelijk door natuurlijke impulsen en daarna door zelfbedachte en door het zelf ingegeven pogingen, in toom gehouden door zijn eigen karma… en dat geen enkele speciale gave verkregen wordt behalve die welke door persoonlijke inspanning verworven zijn, leven na leven.

132        Theosofia 104/3 · juni 2004

Dit zou de reden kunnen zijn waarom sommige Godsvonken het beter hebben dan andere! Wanneer wij ieder identiek zijn met de Wereldziel, is het niet al te moeilijk te begrijpen dat als wij weigeren samen te werken met de krachten of wetten van de natuur en als we zelf actief het algehele plan tegenwerken, ons dan een moeilijke tijd te wachten staat in de vorm van persoonlijk karma. Ons wordt verteld dat het ontplooien van het Goddelijk plan afhankelijk is van de medewerking van de verscheidene gemanifesteerde delen en hieruit valt de logica van co-creatie te begrijpen.

Je kunt het zien als in elkaar passend als een legpuzzel, maar als ook maar één stukje niet mee wil werken aan de hem toegewezen taak om persoonlijke verantwoordelijkheid te nemen in het evolutieproces, dan duurt het evenzolang voordat het hele plaatje verschijnt. Actrice Lily Tomlinson zou gezegd hebben, ‘We zitten hier allemaal samen in – alleen.’ G.K. Chesterton zei, ‘De vraag is niet of deze grote waarheden er iets toe doen voor ons, de vraag is of iets anders er iets toe doet.’

Of we nu het doel van de menselijke reis Verlichting noemen, het bereiken van Christusbewustzijn, Zelfrealisatie of Kosmisch Bewustzijn, dit zijn alleen maar etiketten voor dezelfde ervaring, die het samensmelten is van het kleine zelf met het Centrum waar alles zoals wij weten Een en Ondeelbaar is. Wij zijn al Dat, maar de persoonlijke verantwoordelijkheid moet het nog waarmaken. Naarmate wij verder reizen op onze persoonlijke zoektocht naar Waarheid, ontdekken wij uiteindelijk dat onze Waarheid verborgen is, niet in de zoektocht maar in de zoeker. Datgene wat God genoemd wordt moet niet gezocht worden, alleen de zoeker moet bekend worden. Hier is de Kosmische Verbinding waar de geïndividualiseerde ziel zijn fundamentele identiteit kan realiseren met de Intelligentie die onze wereld leidt.

Via haar gedicht ‘Homing’ geeft Sue Patton Thoele ons de volgende prachtige ideeën aan:

‘Wij zijn allen vrije geesten, zielen op onze eigen paden naar Eenheid,
Andere wezens kunnen ons beïnvloeden, maar de reis is van ons alleen,
Het pad is onze keus, de bestemming is onze beslissing.
Sommigen beginnen aan dit levensavontuur als lichtbrengers,
Terwijl anderen schaduwen volgen bezwaard door pijn,
Maar iedere ziel in het midden ervan is wijs,
In staat zijn eigen weg naar huis te vinden.’

Noten

1. Mead, G.R.S., Apollonius of Tyana, TPH, London & Benares, 1901,p.149.

2. Het nieuwe testament, de Bijbel

3. Grasse, Ray, The Waking Dream, Quest Books, Wheaton, 1996.

4. The Theosophical Movement, The Theosophy Co.,India,Vol.67 No.9, July 1997.

5. Blavatsky, H.P., The Secret Doctrine, TPH, Adyar, 1978, Proem.

Uit: Theosophy in Australia,
september 2001
Vertaling: A.M.I.