Hegel – A Very Short Introduction
Door Peter Singer
131 Pagina’s | 2001 (first publ. 1983) | Softcover | Uitgeverij Oxford University Press | ISBN 9780132301975
Singers boek vormt een ideale kennismaking met Hegel; zoveel duidelijk te hebben gemaakt in [zo’n kort] boek is een opmerkelijke prestatie.
Anthony Manser, Times Higher Educational Supplement
Cusanus – De leek over de geest
Door: Inigo Boeken
144 Pagina’s | 2001 | Hardcover | Uitgeverij Damon | ISBN 9789055731305
De leek over de geest (1450) behoort tot de sleutelgeschriften van de vroegmoderne filosoof Nicolaus Cusanus (1401-1464). In dit werk probeert Cusanus de ontdekking van menselijke vrijheid en creativiteit te integreren in een meer omvattende waarheidstheorie. Wie over de waarheid wil nadenken, is aangewezen op het concrete doen en laten van de handelende en denkende mens. De waarheid moet niet meer in donkere hoekjes of stoffige universiteitszalen gezocht worden, maar “roept in alle straten en stegen”. Het gesprek tussen een geleerde filosoof en een haast ongeletterde ambachtsman dat Cusanus in De leek over de geest ensceneert, vormt de speel-ruimte waarin hij de filosofie op zoek laat gaan naar de verschillende wijzen waarop de mens de waarheid tot uitdrukking brengt. In deze nieuwe bepaling van de taak van de filosofie ziet Cusanus een antwoord op de eindeloze pluraliteit van levensvormen, en dat zijn ook vormen van waarheid, waarmee hij in zijn tijd geconfronteerd wordt. Cusanus reikt in De leek over de geest, een werk waarin alle grote thema’s van Cusanus’ denken de revue passeren, het moderne denken over de waarheid maar ook over de verhouding van de mens tot de werkelijkheid een nieuw perspectief aan. Het gaat niet om de unieke maat, de ene waarheid of het ene leven, maar om het verzamelend overzien en waarderen.
Het raadsel Socrates
Door Rico Sneller.
137 Pagina’s | 2021 | Paperback |ISVW Uitgevers, Leusden | ISBN: 9789083121529.
Bij welke filosofische traditie je ook te rade gaat, overal kom je Socrates tegen. Sommigen noemen hem de vader van de filosofie, anderen zien hem als een leermeester in correct denken of morele moed. Zoveel tradities, zoveel Socratessen. En al die Socratessen zijn nog geloofwaardig ook.
Rico Sneller presenteert een geschiedenis van de filosofie aan de hand van alle Socratessen die de filosofische traditie rijk is. Na Xenofons en Aristofanes’ Socrates bespreekt hij de Socrates van Hegel, Kierkegaard, Nietzsche, Strauss en Derrida.
We zijn nog lang niet uitgepraat over Socrates. En wie Het raadsel Socrates leest al helemaal niet.
Vivekacudamani – Het Kroonjuweel van Onderscheidingsvermogen.
Door Sri Sankaracarya (700 CE – 750 CE), vertaling door Ferit Arav.
226 Pagina’s | 2021 | Paperback | Brave New Books | ISBN: 9789081653817.
Sri Sankara wordt beschouwd als de grootste spirituele leraar die Advaita Vedanta, ofwel de leer van non-dualiteit, toegankelijk heeft gemaakt voor hen die op zoek zijn naar kennis over de betekenis van het menselijk bestaan. Zij, in wie op een stil moment de vragen oprijzen ”Wie ben ik, wat is de wereld en wat is mijn relatie tot de wereld?”, zullen tijdens hun zoektocht een goede gids en een betrouwbare compagnon vinden in de werken van Sankara ons heeft nagelaten.
Hoewel de aangeboden kennis uit de moeilijk toegankelijke Veda’s stamt, legt Sankara deze kennis voor de rijpe zoeker op een begrijpelijke en herkenbare wijze uit. In Vivekacudamani, een van de omvangrijkste en onderrichtende werken van Sankara, wordt deze kennis aangereikt in de vorm van een dialoog tussen de leraar en de naar zelfkennis dorstende leerling. Een van de voornaamste begaafdheden van de leerling om deze kennis te kunnen ontvangen, is het vermogen tot onderscheid (viveka) dat ook in de titel van het boek genoemd wordt. Andere belangrijke vereisten waaraan de kandidaat leerling moet voldoen is het verlangen naar bevrijding, onthechtheid en een kalme geest.
Sankara legt de leerling stap voor stap uit dat ideeën over de eigen individualiteit en die over de wereld slechts uit identificaties bestaan met wat men als werkelijkheid beschouwt en die de oorzaak zijn van gebondenheid en het menselijke lijden. Deze schijnbare werkelijkheid is echter veranderlijk en voorbijgaand, en bedekt zijn bestaansgrond die onveranderlijk en eeuwig is: puur bewustzijn, of zoals in de Vedische traditie wordt genoemd, Brahman. Het zich bevrijden van deze illusoire bedekkingen leidt tot de uiteindelijke bestemming van de mens die onbeschrijflijk is.
Islamitische Filosofie – Een geschiedenis
Door Michiel Leezenberg.
399 Pagina’s | 2020, vierde druk | Paperback | Uitgeverij Bulaaq, Oostpoort | ISBN: 9789054601883.
De islamitische wijsbegeerte heeft zijn wortels in het antiek-Griekse denken, maar zet deze traditie op een geheel eigen wijze voort. Daardoor behandelt ze een voor ons relatief vertrouwde thematiek, maar slaat ze daarbinnen verassende, nieuwe paden in.
Dit helder geschreven overzicht presenteert de uitgangspunten en doctrines van de grote moslimdenkers van het Midden-Oosten, Noord-Afrika, islamistisch Spanje en het Perzische cultuutgebied. Deze denkers, onder wie Avicenna (Ibn Siena), Averroës (Ibn Roesjd), Ibn Chaldoen en Ibn al-Arabi, hebben denkbeelden ontwikkeld die tot op de dag van vandaag hun invloed doen gelden. Islamitische filosofie plaatst hun werk in een culturele en sociale context. Zodoende behandelt het ook de intellectuele achtergronden van allerlei hedendaagse religieuze en culturele stromingen in de islamitische wereld. Speciale aandacht wordt besteed aan poëtica en muziektheorie, mystiek, logica en taalfilosofie, en politieke theorie. Het boek vereist geen filosofische of historische voorkennis.
De auteur ontving voor dit boek de Socrates-wisselbeker voor het beste Nederlandstalige filosofieboek van 2002. Deze geheel herziene tweede editie bevat een nieuw hoofdstuk over islamitisch India.
Basisboek Oosterse Filosofie
Door Michel Dijkstra.
148 Pagina’s | 2018, tweede druk | Paperback | ISVW Uitgevers, Leusden | ISBN: 9789491693809.
Wie was Confucius en wat onderwees hij? Draait zen alleen om het bereiken van een serene levenshouding? En wat is precies het verschil tussen hindoeïstisch en boeddhistisch denken? Op deze en andere vragen geeft het Basisboek Oosterse Filosofie een helder antwoord.
De inleidende boek biedt een kernachtig overzicht van de drie belangrijkste tradities uit het oosterse gedachtegoed: India, China en Japan. Terwijl in de Indiase wijsbegeerte het zoeken naar het ‘zelf’ een belangrijk thema vormt, staan in het Chinese denken het ethische en sociaal-maatschappelijke kwesties centraal. De Japanners namen veel inzichten van de Chinezen over, maar transformeerden deze ook naar hun eigen smaak: een fraai voorbeeld van intercultureel filosoferen uit de middeleeuwen.
Behalve een eerste kennismaking met de belangrijkste filosofen uit Azië bevat het basisboek een ruime selectie fragmenten uit hun werk. Een glossarium complementeert dit overzicht van de oosterse filosofie, die in al zijn veelvormigheid, diepgang en complexiteit schouder aan schouder met het westerse denken staat.
Het Huis der Wijsheid – Hoe Arabieren de Westerse beschaving hebben beïnvloed
Door Jonathan Lyons, vertaal door Ruud van de Plassche en Jan van de Westelaken.
276 Pagina’s | 2010 | Softcover | Uitgeverij Bulaaq, Amsterdam | ISBN: 9789056401692
Oospronkelijke titel: House of Wisdom. How the Arabs transformed Western Civilization
Het Huis der Wijsheid (bayt al-hikma) werd begin negende eeuw in Bagdad gesticht. Het was een denktank, vertaalbureau en manuscriptendepot waar de beste Arabische geleerden tot halverwege de dertiende eeuw hebben gewerkt. Ze wijdden zich aan filosofie, wiskunde en astrologie en vertaalden Griekse teksten van bijvoorbeeld Aristoteles en Plato in het Arabisch, teksten die in het Westen onbekend of in de vergetelheid waren geraakt. In Het Huis der Wijsheid maken we kennis met Arabische geleerden als al-Khwarizmi, een pionier in de algebra, met Avicenna, de beroemde arts en filosoof, met Gaber, die de scheikunde verder ontwikkelde, en Averroes, die door zijn bijdragen aan de logica van Aristoteles bekend staat als ‘de commentator’.
Terwijl de Kruistochten een aanvang namen, reisde een handvol westerse geleerden naar het Oosten om kennis te maken met hun Arabische collega’s en hun werk, dat slechts mondjesmaat in het Westen was doorgedrongen. Zo keerde de nieuwsgierige monnik Adelard van Bath van Klein-Azië naar Engeland terug met manuscripten van Euclides over astronomie en wiskunde die het aanzien van de Europese wetenschappen ingrijpend zouden veranderen. Honderd jaar later, in 1209, reisde Michael Scotus naar Palermo waar hij Arabisch leerde en de christelijke wereld versteld zou doen staan met vertalingen van Plato, Averroes en Avicenna. De vernieuwende ideeën van deze en andere geleerden lagen aan de basis van onze Renaissance.
Jonathan Lyons studeerde geschiedenis en Russisch en werkte ruim twintig jaar als redacteur en correspondent voor Reuters, hoofdzakelijk in islamitische landen. Hij is nu verbonden aan de Monash Universiteit in Melbourne.
Plato – A very short introduction
By Julia Annas
104 Pages | 2003 | Softcover | Oxford University Press, Oxford | ISBN: 9780192802163
This publication is no. 79 of a series called ‘A Very Short Introduction’
Few philosophers have been more intent on vigorous philosophizing than Plato. But none has matched the imagination and creativity with which he engages readers and entices them to join him in philisophical conversation. This book introduces Plato’s many-sided and elusive genius in a way that is stimulating and accessible. In ethics, metaphysics, philosophy of mind, and theory of knowledge. Plato’s wide-ranging, bold and influential ideas still challange us today.
‘A thoroughly good idea, Snappy, smallformat…stylish design…perfect to pop into your pocket for spare moments’ Lisa Jardin, The Times
‘A very good idea, these Very Short Introductions, a new concept from OUP’ Nicholas Lezard, Guardian
Geschiedenis van de Filosofie
Door Hans Joachim Störig (1915 – 2012), uit het duits vertaald door P. Brommer e.a.
855 Pagina’s |42e druk 2020, 1e dr. 1959 |Hardcover | Uitgeverij Unieboek, Het Spectrum, Amsterdam | ISBN: 978904910427
Oospronkelijke titel: Kleine Weltgeschichte der Philosophie, 1e druk 1950
Leven en werk van de belangrijkste filosofen worden in deze klassieker uitvoerig besproken. Naast een uitvoerige kennismaking met de grote denkers en denkrichtingen van het Oosten, de Klassieke Oudheid en de Middeleeuwen, passeren ook de belangrijkste denkers van de Nieuwe Tijd de revue: bijvoorbeeld Locke, Berkeley, Hume, Voltaire, Rousseau, Kant, Schelling, alsook Hegel, Spencer, Marx, Schopenhauer, Kierkegaard, Nietzsche, Bergson, Husserl, Jaspers, Sartre, Heidegger, Wittgenstein en Popper.
Hans Joachim Störig (1915-2012) studeerde geschiedenis, filosofie en rechten in Freiburg, Keulen, Koningsbergen, Bazel. Hamburg en Berlijn. Hij promoveerde in filosofie en rechten en is later werkzaam geweest als uitgever, schrijver en vertaler. Verder doceerde hij aan de universiteit van München. Sinds de eerste verschijning van dit boek heeft Störig het werk herhaaldelijk gereviseerd en uitgebreid (als laatste in 1990).
Inleiding Taoïstische Filosofie – Leven vanuit Niet-Doen
Door Michel Dijkstra (red.), Rene Ransdorp, Jan De Meyer en Woei-Lien Chong.
184 Pagina’s | Tweede druk 2015 | Softcover | ISVW Uitgevers, Leusden | ISBN: 9789491693526.
De Daodejing van Laozi, de belangrijkste tekst van de taoïstische filosofie, is wellicht het meest vertaalde geschrift ter wereld op de Bijbel na. Een centraal begrip in dit mysterieuze boek is wuwei (‘niet-doen’). Dit idee houdt niet in dat je moet niksen in het leven, maar dat je niets afdwingt.
Deze gedachte komen we ook tegen bij Zhuangzi en Liezi, twee andere kopstukken van de taoïstische filosofie. Alleen als je open staat voor elke situatie en alles in zijn waarde laat, zul je ontspannen en vol vreugde je doel bereiken. Deze houding vereist wuxin (‘het zonder hart zijn’), ook te vertalen als ‘de lege geest’ of ‘het lege hart’. In deze inleiding worden de belangrijkste filosofische uitgangspunten van het taoïsme belicht. Daarbij komt een keur aan onderwerpen aan bod, zoals politieke filosofie, kennistheorie, het mensbeeld, als ook de invloed op het zenboeddhisme en parallellen met het Westerse denken.
Afkomstig uit Hoofdstuk 3 – ‘Zhuangzi en Wuwei: Handelen vanuit het Innerlijke Centrum’ (p. 107):
” Concentreer al je aandacht. Luister niet meer met je oren, maar luister met je hart. Luister niet meer met je hart maar luister met je qi. Luisteren houdt op bij de oren, het hart komt niet verder dan symbolen. Maar qi is leeg en laat daardoor alle dingen zijn, Dao concentreert zich alleen daar waar leegte is. Leeg zijn, dat is waar het vasten van het hart op neerkomt. “
Pluraliteit van de Levenskunsten
Door Tatjana Kochetkova, Nelleke Canters & Rico Sneller.
245 Pagina’s | Uitgegeven in 2017 | Softcover | Garant Uitgevers NV., Antwerpen – Apeldoorn | ISBN: 9789044135718.
We staan op de grens van twee grote culturele tijdperken. De opkomst van nieuwe technologieën, alsook de toenemende mondialisering van de wereld, openen de weg naar een nieuwe, nog niet geheel uitgekristalliseerde levenswijze. Wanneer oude maatschappelijk-culturele patronen tanende zijn, terwijl alternatieve vormen nog niet hun definitieve beslag hebben gekregen, is er een periode waarin de mens zich kan bevrijden van culturele maskers en kunstmatige constructies. Dit soort tussenperiodes zijn interessant voor persoonlijke ervaringen, innerlijke verdieping en doorbraken in de menselijke conditie.
Door de voortdurende maatschappelijke-technologische transformatie krijgen we voor het eerst in de geschiedenis de kans om de menselijke conditie radicaal te veranderen. Een van de kenmerken van dit historische proces is de opmars van wat inmiddels levenskunst is gaan heten: een actief zoeken naar manieren om het eigen leven adequaat vorm en richting te geven. Echter, er bestaat niet een levenskunst, maar er zijn verscheidene, waarvan sommige elkaar zelfs uitsluiten. Noemen we hier drie grote richtingen:
- Klassieke levenskunst (de oude Grieken: Aristoteles en de stoïcijnen; een voortzetting hiervan treffen we bij denkers als Simone de Weil, Foucault en Schmidt).
- Spirituele levenskunst (diepte- en transpersoonlijke psychologie, mindfulness, yoga, tai-chi, daoïsme, boeddhisme).
- Op techniek en wetenschap georiënteerde levenskunst, in het kielzog van de Verlichting.
Afkomstig uit Hoofdstuk 3 – ‘Daoïstische Levenskunst: Een Zoektocht naar Onsterfelijkheid’ (p. 70):
” Wie een rijkelijke portie Innerlijke Kracht in zich heeft, kan worden vergeleken met een zuigeling.
Zijn botten zijn zwak en zijn spieren zacht, maar hij balt stevige vuisten.
Dat wil zeggen dat zijn vitale essentie op zijn hoogtepunt is. Dat wil zeggen dat zijn innerlijke harmonie volmaakt is. Het begrijpen van deze harmonie noemen we bestendigheid. Het begrijpen van deze bestendigheid noemen we verlichting.
De levensenergie tot slaaf van de geest maken noemen we verstarring. Wanneer de dingen tot wasdom zijn gekomen, worden ze oud. Dat gaat in tegen de Weg. En wat ingaat tegen de Weg gaat vroeg ten onder. “
Uit: Dao De Ching, 55.
Plato: De Ideale Staat – Politeia
Door Plato (428/427 or 424/423 – 348/347 BC), vertaald door Gerard Koolschijn.
421 Pagina’s | Eerste druk 1975, 14de druk 2019 | Softcover | Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam | ISBN: 9789025369880.
Plato’s filosofie heeft alle eeuwen overleefd. Zijn grootste werk staat als een monument overeind. Maakt dit misdaad gelukkig? Is democratie de beste staatsvorm? Plato stelt: leven is een vak dat onderwezen kan worden. Politieke macht komt alleen toe aan wie dat onderwijs met succes hebben gevolgd.
Afkomstig uit Hoofdstuk – ‘Het Verhaal van Er’ [614 – 621]’ (p. 387):
” We moeten, wat zulke dingen betreft, altijd de middenweg weten te kiezen en uitersten uit de weg gaan, zowel, zoveel mogelijk, in dit leven als in heel het volgende, want dan hebben wij als mens de meeste kans op geluk. Zo was volgens de berichtgever over wat daar gebeurt toen ook het volgende gezegd:
Ook voor de laatste, die naar voren komt, mits hij kiest met verstand en leeft met volledige inzet, is een aanvaardbaar leven weggelegd. Wie begint met kiezen moet niet zorgeloos zijn. Wie ermee eindigt niet moedeloos. “
Plato * Sokrates – Martelaar van de Filosofie
Vertaald door Hans Warren en Mario Molegraaf.
207 Pagina’s | Uitgegeven in 2019 | Softcover | Prometheus Uitgeverij, Amsterdam | ISBN: 9789044641950.
Wie was hij, Sokrates, de man met de stompe neus en het scherpe intellect? Een moedige rebel of een gevaarlijke onruststoker? Hij heeft zelf geen woord geschreven, des te meer is er over hem geschreven. Eerst en vooral door Plato (ca. 427 – 347 v. Chr.) wiens oeuvre een grote hommage aan Sokrates is. Hij was diep verontwaardigd over het doodvonnis van Sokrates, in 399 v. Chr. voltrokken toen hij een man van zeventig was.
In dit boek zijn Plato’s werken over het proces tegen Sokrates en diens laatste dagen bijeengebracht: Euthyfron, Apologia, Sokratous (Sokrates’ verdedigingsrede), Kriton en Faidon. Indrukwekkende en ontroerende meesterwerken die ons heel dicht bij Sokrates brengen, de enige man uit de Oudheid die we allemaal zouden herkennen wanneer we hem op straat tegenkwamen. Maar we belanden ook midden in de woelige, maar waarachtige democratie die Athene was, en worden door het doodvonnis tegen Sokrates onvermijdelijk geconfronteerd met uiterst actuele vragen over de onbehaaglijke grenzen tussen democratie en rechtsstaat.
Afkomstig uit Hoofdstuk Sokrates’ Verdediging (p. 47 & 48):
” (Sokrates): Nou mannen van Athene, dat ik wat Meletos’ aanklacht betreft vrijuit ga, behoefy volgens mij geen lange verdediging. Het is daarom zo wel genoeg. Maar wat ik al eerder aanroerde, dat ik me bij veel mensen erg gehaat heb gemaakt, blijft als een paal boven water. Gesteld dat ik het proces verlies, dan zal ik het hierdoor verliezen – niet door Meletos of door Anytos, maar door mijn slecht naam en de afgunst van de massa. Al tal van goede mensen zijn daar het slachtoffer van geworden en er zullen er denk ik nog velen volgen. Wees niet bang dat het bij mij ophoudt. “
Kloppen waar geen Poort is – Linji, Hisamatsu, Sjestov & Plotinus
Door Ton Lathouwers.
119 Pagina’s | Eerste druk 2007, tweede druk 2010 | Softcover | Asoka, een imprint van Milinda Uitgevers BV. | ISBN: 9789056701666.
In deze bundel heeft Ton Lathouwers opmerkelijke fragmenten bijeengebracht van vier uitlopende klassieke auteurs. De teksten van Linji, Hisamatsu, Sjestov en Plotinus cirkelen alle rond het centrale concept van de ‘onmogelijke vraag’, binnen de Zentraditie ook bekend als ‘koan’. Koans zijn bedoeld om de vertrouwde grond onder onze voeten weg te slaan en uit te dagen tot het nemen van een bevrijdende stap. Koan-verhalen waren oorspronkelijke getuigenissen van de existentiele impasse en de daarop volgende ‘bevrijding’ van een enkeling. Later werden deze getuigenissen tot ‘officieel document’ (kung an) verklaard, waardoor ze voor iedereen toegankelijk werden.
Kloppen waar geen Poort is slaagt erin de betekenis en de kracht van de onmogelijke vraag los te weken uit haar oorspronkelijke context en dicht bij de ervaringswereld van de moderne Westerling te brengen. Zen (Linji, Hisamatsu) is niet de enige context, waarbinnen onmogelijke vragen werden gebruikt als middel tot het nemen van een bevrijdende stap. Ook de klassieke Westerse literatuur en filosofie (Sjestov, Plotinus) heeft teksten van gelijke signatuur voortgebracht.
Afkomstig uit Hoofdstuk ‘Fragmenten uit de Linji’ (p. 33):
” We zien ch’anmeesters, die zo schuchter zijn als een jong bruidje, bang dat ze uit hun klooster weggejaagd zullen worden of dat hun de maaltijden wordt ontzegd! Al vanaf het begin werd er niet geluisterd naar de echte leraren. Ze werden altijd weggejaagd. Maar precies daaraan kun je ze herkennen als mensen, die werkelijk iets waard zijn. Als iedereen het met je eens is, waar je ook gaat of staat, wat is dan nog de zin van jouw unieke persoon? “
Filosoferen met Kinderen
Door Nel de Theije-Avontuur en Leo Kaniok.
127 Pagina’s | Uitgegeven in 2011 | Softcover | Panta Rhei Uitgevers, Katwijk | ISBN: 9789088400575.
Over verhalen uit de hele wereld over grote waarden in het klein.
De verhalen in dit boek nodigen uit om te filosoferen met kinderen. Ze vertellen ons met ernst en humor over de grote waarden in het leven. De oorsprong van de verhalen is te vinden in alle culturen; ze behandelen universele thema’s, zoals geluk, liefde, vriendschap, vrede, vrijheid, respect en gelijkheid.
Elk verhaal is voorzien van een praatpapier, waarin de kerngedachte, de kernwaarden en de onderliggende thema’s zijn uitgewerkt. Samen met een aantal open vragen maken de praatpapieren het beleven van het verhaal nog intenser. De open vragen bevorderen kinderen tot zelf denken, eigen vragen stellen, en het vinden van eigen antwoorden.
Kortom, een boek met verhalen, die helpen bij groeien en wijzer worden. Dit boek is voor mensen uit het onderwijs, jeugdhulpverlening, ouders of anderen die met kinderen werken.
Afkomstig van p. 16:
Die ene zeester
Aan zee is het vloed geweest. De ver op het strand rollende golven hebben heel veel zeesterren meegenomen. Nu wordt het eb. De golven komen steeds minder ver. Ze kunnen de zeesterren niet meer mee terug nemen, de zee in. Die blijven liggen op het zand. Zonder water kunnen ze niet leven. Ze zullen verdrogen en doodgaan, voordat het weer vloed wordt. De nieuwe golven komen dan te laat. Er lopen veel mensen op het strand, die het zien gebeuren. En, er loopt ook een klein jongetje, dat zeesterren oppakt en ze weer in het water gooit. ‘Waarom doe je dat?’ vraagt een man. ‘Er liggen duizenden zeesterren. De meeste gaan toch dood. Wat maakt het nou uit, wanneer je er nog een paar redt?’ Het jongetje kijkt naar de spartelende zeester in zijn handen. Dan kijkt hij de man aan en zegt: ‘Ik kan niet voor al die zeesterren iets doen, maar voor deze wel!’ En hij gooit hem terug in de zee . . . ‘ “
Hoe word je een Stoïcijn? Oude Filosofie voor het Moderne Leven
Door Massimo Pigliucci, vertaald door Ruud van der Plassche.
239 Pagina’s | Vierde druk 2017 | Softcover | Uitgeverij Ten Have, Utrecht | ISBN: 9789025905675
Engels origineel: How to be a Stoic; Using Ancient Philosophy to Live a Modern Life | Published in 2017 | Basic Books, New York.
Toen Massimo Pigliucci de vijftig naderde, werd hij overvallen door grote levensvragen en het besef van zijn eigen sterfelijkheid. Dat stimuleerde hem zich te verdiepen in de praktische filosofie van de stoïcijnen, die uitstekend lijkt te passen bij seculiere Westerlingen. Ze leert je te concentreren op datgene wat binnen je macht ligt een een zekere gelijkmoedigheid te bereiken. In zijn boek combineert Pigliucci een glasheldere uitleg van deze tijdloze filosofie met persoonlijke voorbeelden. Ook formuleert hij twaalf leefregels voor de ‘moderne stoïcijn’.
Afkomstig uit Hoofdstuk ‘Aanhangsel – De Hellenistische Scholen in Praktische Filosofie’ (p. 219):
” Stoïcisme: Zeno van Citium, de stichter van het stoïcisme kreeg zijn eerste filosofisch onderricht van Crates, die een cynicus was en leerling van Diogenes van Sinope. Zoals de lezer inmiddels bekend zal zijn, sloeg het stoïcisme een brug tussen aristotelisme en cynisme, terwijl het zich tegelijkertijd sterk afzette tegen het epicurisme. De stoïcijnen erkenden met de cynici dat deugdzaamheid zowel noodzakelijk als voldoende is voor geluk, namen tevens van de peripatetici over dat daar toch ook een zekere aandacht voor uitwendige goederen voor nodig is, waar ze vervolgens een onderverdeling aanbrachten in neutrale zaken, die wel of juist niet de voorkeur verdienen. Deze mogen dan respectievelijk nagestreefd of vermeden worden, zolang ze geen afbreuk doen aan je integriteit of karakter. “
Stoïcijnse Levenskunst – Evenveel Geluk als Wijsheid
Door Miriam van Reijen.
167 Pagina’s | Uitgegeven in 2016, vierde druk | Softcover | ISVW Uitgevers, Leusden | ISBN: 9789491693830.
Mensen lijden emotioneel niet door andere mensen of door de dingen die hen overkomen, maar door hun eigen gedachten daarover. Het zijn irrationele gedachten, die negatieve emoties als irritatie, angst, teleurstelling, jaloezie en schuldgevoel veroorzaken. Daarom kan kritisch denken (filosoferen) hier verandering in brengen. Dit soort emoties heeft bovendien geen enkele positieve functie, ze betekenen alleen lijden. Inzicht en ambitie en moed kunnen meer tot stand brengen.
Wie in plaats van een lijder (passief) een leider (actief) wil worden, kan terecht bij de Stoïcijnse Levenskunst van Epictetus, Epicurus, Sartre, Seneca en Spinoza. Daarbij hoort ook het keuzes maken zonder nodeloze onzekerheid en gepieker vooraf en zonder zinloze spijt- en schuld-gevoelens achteraf. Miriam van Reijen legt uit, ook aan de hand van alledaagse voorbeelden, hoe het mogelijk is om te leven zonder emoties als irritatie, schuldgevoel en teleurstelling.
Afkomstig uit Hoofstuk 1 – ‘Praktische Filosofie’ (p. 33):
” De stoïcijnse filosofen waren juist kosmopolieten, wereldburgers, voor wie alle mensen fundamenteel gelijk waren. Ze gingen uit van de rede, de logos, waaraan alle mensen deelhebben. Stoïcijnen gaan ervan uit dat de ongewenste, vervelende, schadelijke passies (lijden!) niet noodzakelijk zijn en dat je deze kunt verminderen en zelfs voorkomen door een andere manier van denken. Dat kan volgens hen omdat ze ook uit een bepaalde manier van denken ontstaan. Stoïcijnen hebben dus – en ik kan niet dit genoeg benadrukken – niets tegen ‘goede’ gevoelens, die volgens hen – anders zouden ze er als filosoof niet mee bezig zijn – gebaseerd zijn op redelijke ofwel ware gedachten. Integendeel, als gedachten aan een kritisch onderzoek worden onderworpen, zoals Socrates al bepleitte, en irrationele gedachten worden vervangen door rationele gedachten, komen andere gevoelens in de plaats van de ongewenste. Het niet hebben van die ongewenste passies is de toestand van de ‘apatheia’. “
Stoische Notities
Door Rymke Wiersma.
209 Pagina’s | Uitgegeven in 2011 | Softcover | Uitgeverij Atalanta, Utrecht | ISBN: 9789073034440.
De Stoicijnen en andere Klassieke Filosofen als Bron van Inspiratie voor Geluk en een Mooiere Wereld.
Bij Stoïcisme wordt meestal eerder gedacht aan het verdragen van de wereld dan aan het veranderen ervan. Toch is een stoïcijnse levenshouding bij uitstek een actieve houding, met als doel ‘goed’ te leven. De stoïcijnen waren hun tijd ver vooruit met hun ideeën over gelijkheid tussen mensen, kosmopolitisme en de ontkenning van het bestaan van belangentegenstellingen. Deze en andere ideeën uit de stoïcijnse ethiek zijn zowel uitdagend als ondersteunend, niet alleen bij het streven naar persoonlijk geluk, maar ook bij het verbeteren van de wereld, dat wil zeggen de onderlingen verhoudingen tussen mensen. We kunnen dus op minstens twee manieren inspiratie putten uit de Oude Stoa: door te leren ‘stoïcijns’ met tegenslag om te gaan, en door kennis te nemen van de stoïcijnse invulling van het goede leven.
Niet alleen de stoïcijnen, maar ook de atomisten, de cynici en de skeptici vormden een inspiratiebron voor de notities in dit boek. Een boek over persoonlijk geluk en wereldverbeteren en hoe die twee elkaar kunnen versterken in plaats van in de weg zitten. Het echte geluk wordt niet veroorzaakt door omstandigheden, maar door denkactiviteit. Het wordt niet bereikt door consumeren of navelstaren, maar door actieve inzet om goed te leven, en dus door de inzet voor een betere wereld. Toch is er minstens een zeer gunstige omstandigheid die je kunt treffen, en dat is in aanraking te komen met het stoïsch gedachtegoed.
Afkomstig uit Hoofdstuk VI – ‘Kosmopolitisme, Vriendschap en Samenleven’ (p. 49):
Samenleven
” Ook over het samenleven werden uitspraken gedaan. ‘Wijzen hebben geen wetten nodig’. Dat idee was al vaker geopperd. Xenokrates (van de Akademia, de school van Platoon, ca. 396 – 314) beweerde: ‘Degenen, die oprecht naar wijsheid streven doen vrijwillig wat de anderen doen gedwongen door de wet’. En Aristippos (de eerder genoemde hedonist) zegt in dezelfde trant: ‘Als alle wetten zullen worden opgeheven, zullen wij filosofen onveranderd voortleven’. Zenoon schreef in zijn Politeia: Niet-wijzen kunnen ook geen staat vormen; alleen een staat van wijzen verdient onze belangstelling’. Bij Platoon wordt de stad bestuurd door wijzen (mannen en vrouwen), in Zenoon’s Politeia is iedereen wijs en regeert niemand over anderen. Wijzen hebben geen heersers en geen wetten nodig, want wijzen handelden weloverwogen, op grond van eigen inzicht. Dit is Zenoons uiteindelijke ideaal: een wereldcommune van wijzen’. “
Somnio Scipionis – (Vision of Scipio)
By Marcus Tullius Cicero (106 BC. – 43 BC).
19 Pages | Unknown publication date | Pocket Pamphlet No. 1 | The Wizards Bookshelf, San Diego U.S.A. | No ISBN.
This short fragment of Cicero generally known as the Vision of Scipio to those, who are seeking for the scattered pearls, which once adorned the sacred bosom of the pure virgin of the mysteries, before she was defiled and her robe and jewels trampled in the mire of the sty, is perhaps the most interesting record in the voluminous writings of the great Roman orator.
Whence Tully derived his information, whether from the writings of the outer schools of Pythagorean and Platonic philosophy, or from private sources, is in the present case immaterial.
From page 18:
” Since, therefore, it is evident that that only is eternal, which is self-motive. Who is there to deny that this is a rational attribute of Souls? For everything which is set in motion by external impulse is destitute of the Soul principle, whereas everything ensouled is energised by an interior and self-created motion; for this is the Soul’s proper nature and power. “
Studies in Abhidharma Literature and the Origins of Buddhist Philosophical Systems
By Erich Frauwallner (1898 – 1974), translated from the German by Sophie Francis Kidd and under the supervision of Ernst Steinkellner.
247 Pages | Published in 1995 | Softcover | State University of New York | ISBN: 0791427005.
This is a translation of Frauwallner’s Abhidarmastudien. It analyzes the literary traditions, doctrinal tendencies, and structural methods of the Buddhist Abhidharma Canon in order to expose the beginnings of systematic philosophical thought in Buddhism. Frauwallner’s insights illuminate the path of meditation toward liberation, the development of Buddhist psychology, and the evolution of the Buddhist view of causality and the problem of time. He provides a clear explanation of the gradual development of Buddhist thought from its early doctrinal beginning to some of the most complex and remarkable philosophical edifices in history.
From Chapter I – ‘The Earliest Abhidharma’ (p. 3):
” The question as to how the system of the Sarvāstivāda originated, the last authoritative summary of which is represented by Vasubandhu’s Abhidharmakośa and Saṃghabhadra’s Nyāyānusāra, can be answered – at least as far as the earliest period is concerned – with reference to a wealth of material in the canonical Abhidharma works of this school. Thus, it is with these works that research must begin, and the following essay is an attempt to characterize these works, assign them a place in the overall development, and demonstrate the contribution of each particular work to this development. ”
The Mind of Adi Shankaracharya
By Y. Keshava Menon.
121 Pages | Published in 1976 | Jaico Publishing House, India | No ISBN.
On the intellectual level, Indian philosophy is logical and rational and proceeds on the same kind of axioms, overt or implied, as Western philosophy. Shankara was one of the most subtle of Indian philosophers, and though for him intellectual dexterity was not an end in itself, the reader will find some reasoning worthy of his steel in the following pages. Equally, however, it would be an error to bring to Shankara the same spirit of mesmerised reverance that many Christians bring to the Elizabeth English of the Authorised Version of the Bible. Reverence and blind faith are also not enough. Perhaps the most helpful thing that can be said is that the reader who wants to get the best out of Shankara should approach him with a cool, constructively critical mind, but determined to study philosophy as a whole and not to reject conclusions out of hand. There is ratiocination in plenty for him, but if he is not prepared to test the philosophy for himself, he would have gained little from Shankara.
From the Introduction (p. VII):
” Though he is considered one of the foremost of India’s philosophers, Shankara is also one of the most misunderstood. We have heard fire-eating revolutionaries advance the theory that the essence of Shankara philosophy is on all fours with the materialistic interpretation of life formulated by Hegel, on which is built the edifice of Marxism. Pandit Jawarharlal Nehru, in the course of his record of the cultural history of the world, testifies to Shankara’s merits as an outstanding Shaivite. In his own time, Shankara was hailed as Shanmathatshapanacharya (founder of six faiths). Obviously, all of them cannot very well be right. Much of the misunderstanding of Shankara’s position may be due to the absence of a lucid presentation of his life and works in a comprehensive and readable form. This short monograph is an attempt to meet that need for the benefit of those, who have no previous acquaintance with philosophy. “
Illusie en Werkelijkheid
Door Dr. Jacobus Johannes van der Leeuw (1893 – 1934).
237 Pagina’s | Uitgegeven in 2011 | Softcover | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN: 9789061758013.
Engels origineel: The Conquest of Illusion | Uitgegeven in 1928, herdruk door Kessinger Publications 2010 | LL.D., Alfred A. Knopf, New York and London | ISBN: 9781161388084.
In Illusie en Werkelijkheid houdt J.J. van der Leeuw een onvermoeibaar pleidooi voor de filosofie van de ervaring. Deze filosofie gaat niet uit van een theoretisch model van de werkelijkheid, maar van het subjectieve principe ‘dit heb ik gezien, dus weet ik.’ De grote drijfveer achter de filosofie van de ervaring behoort, naast oprechte verwondering, een verlangen te zijn om de wezenlijke aard van onze wereld te leren kennen. Dit verlangen naar waarheid is een heilige aspiratie.
Van der Leeuw beschrijft in 11 hoofdstukken de illusies, waarmee de mens te maken heeft in zijn kijk op en worsteling met de wereld, op zoek naar waarheid. Het is duidelijk, dat de wereld, die hij waarneemt niet de wereld is, maar zijn wereld, door hemzelf geschapen. De werkelijke wereld kan pas worden gekend als de mens al zijn illusies en denkbeelden heeft overwonnen. In menig opzicht sluit Van der Leeuws benaderingswijze aan op de visie, zoals uitgedragen door Jiddu Krishnamurti (1895 – 1986), met wie de auteur van dit boek bevriend was. Van der Leeuw gaat in op de dualiteit van geest en materie, het mysterie van het begin van de schepping, het kwaad in de wereld, de vrijheid van de wil en de onsterfelijkheid van de ziel. Verder bespreekt hij het onderscheid tussen intuïtie en intellect, en geeft hij een analyse van de werelden van verschil tussen het relatieve en het Absolute.
Afkomstig uit Hoofdstuk 11 – ‘In het Licht van het Eeuwige’ (blz. 232):
” De beschilderde sluier, door hen die er waren, leven genoemd,
Die een nabootsing was, als met kleuren lukraak besmeerd,
Waarin alle mensen geloofden en waarop zij hun hoop hadden gevestigd, wordt opzij getrokken;
Het weerzinwekkende masker is gevallen, de mens blijft,
Zonder scepter, vrij, onbegrensd, maar aan een ieder
Gelijk, zonder klasse, zonder stam, en zonder natie,
Ontheven van ontzag, aanbidding en graad, koning(in)
Over zichzelf; rechtvaardig, zachtmoedig en wijs: maar
Zonder hartstocht? Nee, niettemin vrij van schuld of pijn
Die voor zijn wil waren gemaakt of waaronder hij heeft geleden,
Nochtans niet vrij, hoewel over hen regerend als waren zij slaven,
Van toeval, en de dood, en wisselvalligheid, niet vrij van
De belemmeringen van datgene wat zich anders boven
De hoogste ster van een onbeklommen hemel zou kunnen verheffen,
Als het duistere toppunt in de intense leegt.
‘De mens blijft’, en in hem wordt het geheim van de Werkelijkheid gevonden . . . “
- Percy Bysshe Shelley (1792 – 1822).
Viveka-Cudamani or Crest-Jewel of Wisdom of Śrī Samkarācārya
Text in Devanāgarī and translation by Mohini Mohun Chatterji (1858 – 1936).
228 Pages | First edition 1932, 2nd to 5th reprints 1947 – 1983, 6th reprint 1995, 7th reprint 1999 | Hardcover | The Theosophical Publishing House, Adyar | ISBN: 8170592526.
The English translation appeared for the first time in Vols. VII (1885 – 18886 and IX (1887 – 1888) of The Theosophist.
Vivekachudamani literally means ‘crest jewel of wisdom’. It is an important work of Śrī Samkarācārya, one of the greatest sages of Ancient India. Endowed with lofty and sharp intellect, he wrote many incisive commentaries on great standard works of Hindu philosophy. But they are beyond the reach of those, who have not attained a high proficiency in Sanskrit and other collateral philosophical disciplines. Here in Vivekachudamani he distils the quintessence of what he taught, that is, the non-dual or Vedanta or Advaita Vedanta in easy Sanskrit verses, whose sublimity of content is matched only by their lyrical beauty. Each verse is presented here with a free-running English translation.
HPB Teaches – An Anthology
579 Pages | First edition, first reprint 2006 | Hardcover | The Theosophical Society, Adyar | ISBN: 8170593972.
With a title like H.P.B. Teaches, the reader may wonder: ‘teaches what‘? HPB herself gives the answer: ‘metaphysics, psychology, philosophy, ancient religions, zoology, natural sciences’. One might add occult symbolism, spiritual evolution, guidance on moral and social issues, after death states, cycles and human destiny. Aside from the major books she is famous for – Isis Unveiled (1877), The Secret Doctrine (1888), The Key to Theosophy and The Voice of Silence (1889) – it is estimated that in a brief span of seventeen years, from 1874 to 1891, Mme. Blavatsky wrote close to one thousand articles, essays, and letters to journals, which in many cases focus within the space of a few pages on the topics listed above.
For the first time in one volume a representative selection of articles by Helena Petrovna Blavatsky (1831 – 1891), co-founder of the Theosophical Society, is available. The forty articles in this book cover every facet of HPB’s writings in English, including one of her semi-fictional stories.
From page 21:
” Many thousand years ago the wise King Solomon declared that ‘There is nothing new under the Sun’, and the words of this very wise man ought to be repeated till the farthest ends of time. There is not a science, nor a modern discovery in any secretion of it, but was known to the Cabalists thousands of years since. This will appear a bold and ridiculous assertion, I know: and one apparently unconfirmed by any authority. But I will answer that where truth stares one in the face, there can be no other authority than one’s senses. “
Hsün Tzu – Basic Writings
By Hsün Tzu (born ca. 312 B.C.).
177 Pages | First edition 1963, 1966 | Softcover | Columbia University Press, New York | ISBN:
Translations from the Asian Classics
Hsün Tzu set forth the most complete, well-ordered philosophical system of his day. Although basically Confucian, he differed with Mencius, his famous predecessor in the Confucian school, by asserting that the original nature of man is evil. To counteract this evil, he advocated self-improvement, the pursuit of learning, the avoidance of obsession, and constant attention to ritual in all areas of life. He also expounded on such objects as military affairs, Heaven, music, and the rectification of names. On government, Hsün Tzu believed that the rulers of the nation should play a crucial role in the process of educating and uplifting the population.
With a translation by the noted scholar Burton Watson, Basic Writings includes an introduction to the philosopher in relation to Chinese history and thought. Readers familiair with Hsün Tzu’s work will find that Whatson’s lucid translation breathes new life into this classic. For those not yet acquainted with Hsün Tzu – Basic Writings will reach a new generation whol will find his ideas on government, language, and order and safety in society surprisingly close to the concerns of our age.
Gifts of the Lotus – A Book of Daily Meditations (Quest Miniature Series)
By Virginia Hanson.
191 Pages | 1974, fourth printing 1988 – A Quest Miniature | Softcover | Quest Books, U.S.A. | ISBN: 0835604500.
Here are 366 Meditations – one for each day of the year. Each from the heart of a spiritually oriented philosopher, from Plato to Emerson to Sri Aurobindo to a host of theosophical students and scholars. Inside of this miniature Quest book is a complete philosophy for living: quiet, short, engaging thoughts, each alive with the spirit of being. In truth, this is not a book to be studied. It is a book to be carried in the pocket or purse. It is a book to be treasured.
From page 41:
” 25. A doctrine of ‘Truth’, presenting itself without proof on the bare value of its own nobility, is as disturbing a factor to the majority of men as would be the stranger without name or country. We are afraid of it; it is to us an invasion from an unknown world. And such it is; it is an invasion from another world, from the only real world, the world of Reality . . . “
TAO – De Levende Religie van China
Door Lao Tzu (601 BC – unknown), commentaar door Kristofer Schipper.
317 Bladzijden | Eerste druk 1988, 9de druk 2009 | Softcover | J.M. Meulenhoff Uitgeverij | ISBN:
In TAO beschrijft Kristofer Schipper in heldere taal de geschiedenis van de Chinese Leer. Hij verdiept zich in de rituelen, die erbij horen en de elementen, waaruit de leer is opgebouwd, zoals de grote aandacht voor het mensenlijk lichaam en de kosmologie. Tao is zowel een uitstekende inleiding voor buitenstaanders als waardevol studiemateriaal voor wie al meer vertrouwd is met de leer. Tao is veel meer dan een godsdienst, het is een manier van kijken en een manier van in het leven staan. Een religie zonder gelovigen en zonder canonieke leerstellingen.
Het boek biedt meerwaarde voor iedereen, die meer over China te weten wilt komen. In alles wat in de afgelopen eeuw in dit machtige rijk is voorgevallen, zowel onder het maoïsme als tijdens de gigantische industrialisatie, heeft de Tao bewust of onbewust doorgewerkt.
Kristofer Schipper was hoogleraar aan de Leidse Universiteit en aan de École Pratique des Hautes Études in Parijs en is opgeleid tot taoïstisch meester.
The Dialogues of Plato and The Upanisad-s
35 Pages | Published in 2005, The Adyar Library Pamphlet Series No. 57 | Softcover | The Adyar Library and Research Center | ISBN: 8185141495.
The quest for Self-knowledge, or love of wisdom is the central theme of Greek philosophy and Upanisadic Tradition. Prof. Kazanas discusses in this paper some apparent similarities, as well as fundamental differences between the Upanisadic teachings and the Platonic dialogues on soul, body, desire, education, reincarnation, etc. His discussion is quite scholarly but very readable.
De Mens, God en het Universum
By Iqbal Kishen Taimni (1898–1978).
508 Pagina’s | Eerste druk 2015 | Hardcover | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN: 9789061750987.
English original: Man, God and The Universe | First edition 1969, revised edition 1974, 2nd edition 2014 | Quest Books, U.S.A. | ISBN: 9780835604475.
Is de mens, zoals sommigen stellen, een toevallige indringer in een in essentie vijandige wereld? Is hij tot zelfvernietiging voorbestemd door zijn eigen onbeteugelde begeerten en gewelddadigheid? Of schuilt zijn bestemming in het tot bloei brengen van de zaden van de ultieme Werkelijkheid die in de geheime plekken van zijn eigen wezen verborgen ligt en die hij in zichzelf moet ontdekken en koesteren? In dit diepzinnige en inspirerende boek neemt een wetenschapper en filosoof en specialist op het gebied van yoga een beslissend standpunt in.
De diepste interesse van de denkende mens moet ongetwijfeld liggen in de aard van, en de relatie tussen de drie grote factoren, die in de titel van dit boek worden genoemd: de mens, zijn oorsprong, zijn reden van bestaan en zijn bestemming: God, niet als een op een mens gelijkende Godheid, maar als de bron van al het leven zelf en elk wezen: en het universum, de omgeving, waarin het verbazingwekkende schouwspel van de evolutie – zowel de goddellijke als de menselijke – wordt opgevoerd.
Ondanks de verheven reikwijdte van de ideeën, die in dit boek worden aangeboden, zijn ze eenvoudig te begrijpen door hun helderheid van presentatie en door de vele diagrammen en tabellen, waarmee zij worden toegelicht. De verhelderende synthese van Oosterse en Westerse benaderingswijzen zou het boek de moeite waard moeten maken voor nadenkende mensen over de gehele wereld.
Dr. I.K. Taimni (1898-1978) was vele jaren professor in de scheikunde aan de Universiteit van Allahabad in India. Hij begeleidde toegepast onderzoek en heeft vele artikelen geschreven voor technische tijdschriften in verscheidene landen. Naast zijn professionele werk heeft hij het Kaśmir Śaivisme diepgaand bestudeerd en dit laatste heeft, gecombineerd met zijn grote kennis van de theosofie, vorm gekregen in dit boek. Hij was onderscheiden met de Subba Row Gouden Medaille voor zijn bijdragen aan de theosofische literatuur. Zijn boeken hebben vele herdrukken gezien en zijn vertaald in verscheidene talen.
Van I.K. Taimni verschenen ook: De Yoga-Sūtra’s van Patañjali;
Een weg tot zelfontdekking;
Het geheim van Zelf-realisatie;
Zelf-realisatie door liefde;
De Śiva-Sūtra.
Wilde beesten in de filosofische woestijn – Filosofen over telepathie en andere buitengewone ervaringen
187 blz. | Paperback | Uitgeverij Ten Have, 2011
Wetenschappers nemen ‘paranormale ervaringen’ nauwelijks serieus. Vroeger was dat anders. Het concept ‘paranormaal’ bestond niet eens. Voor filosofen als Kant, Schopenhauer en Bergson waren het hooguit bijzondere, intrigerende ervaringen. William James, die uitgebreid studie maakte van spiritistische mediums, noemde ze ‘wilde beesten in de filosofische woestijn’.
Dit boek maakt duidelijk dat voor veel filosofen – van Kant tot Derrida – omstreden verschijnselen als telepathie en helderziendheid een serieus studieobject vormen. De auteurs bestuderen veelzeggende teksten van filosofen die tot nu toe weinig aandacht kregen. Ze laten zien hoe elk van deze denkers op eigen wijze een serieuze interpretatie probeerde te geven van zulke ervaringen, die op het eerste gezicht ons begrip te boven lijken te gaan. Dr. Hein van Dongen is filosofisch consulent, docent en onderzoeker voor diverse instellingen. Prof.dr. Hans Gerding is directeur van het Parapsychologisch Instituut te Utrecht en bijzonder hoogleraar Metafysica in de geest van de theosofie aan het Instituut voor Wijsbegeerte van de Universiteit Leiden. Dr. Rico Sneller is universitair docent Wijsgerige ethiek aan het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschappen.
Illusie en Werkelijkheid
Door Dr. Jacobus Johannes van der Leeuw (1893 – 1934).
237 Pagina’s | Uitgegeven in 2011 | Hardcover | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland | ISBN: 9789061758006.
Engels origineel: The Conquest of Illusion | Uitgegeven in 1928, herdruk door Kessinger Publications 2010 | LL.D., Alfred A. Knopf, New York and London | ISBN: 9781161388084.
In Illusie en Werkelijkheid houdt J.J. van der Leeuw een onvermoeibaar pleidooi voor de filosofie van de ervaring. Deze filosofie gaat niet uit van een theoretisch model van de werkelijkheid, maar van het subjectieve principe ‘dit heb ik gezien, dus weet ik.’ De grote drijfveer achter de filosofie van de ervaring behoort, naast oprechte verwondering, een verlangen te zijn om de wezenlijke aard van onze wereld te leren kennen. Dit verlangen naar waarheid is een heilige aspiratie.
Van der Leeuw beschrijft in 11 hoofdstukken de illusies, waarmee de mens te maken heeft in zijn kijk op en worsteling met de wereld, op zoek naar waarheid. Het is duidelijk, dat de wereld, die hij waarneemt niet de wereld is, maar zijn wereld, door hemzelf geschapen. De werkelijke wereld kan pas worden gekend als de mens al zijn illusies en denkbeelden heeft overwonnen. In menig opzicht sluit Van der Leeuws benaderingswijze aan op de visie, zoals uitgedragen door Jiddu Krishnamurti (1895 – 1986), met wie de auteur van dit boek bevriend was. Van der Leeuw gaat in op de dualiteit van geest en materie, het mysterie van het begin van de schepping, het kwaad in de wereld, de vrijheid van de wil en de onsterfelijkheid van de ziel. Verder bespreekt hij het onderscheid tussen intuïtie en intellect, en geeft hij een analyse van de werelden van verschil tussen het relatieve en het Absolute.
Afkomstig uit Hoofdstuk 11 – ‘In het Licht van het Eeuwige’ (blz. 232):
” De beschilderde sluier, door hen die er waren, leven genoemd,
Die een nabootsing was, als met kleuren lukraak besmeerd,
Waarin alle mensen geloofden en waarop zij hun hoop hadden gevestigd, wordt opzij getrokken;
Het weerzinwekkende masker is gevallen, de mens blijft,
Zonder scepter, vrij, onbegrensd, maar aan een ieder
Gelijk, zonder klasse, zonder stam, en zonder natie,
Ontheven van ontzag, aanbidding en graad, koning(in)
Over zichzelf; rechtvaardig, zachtmoedig en wijs: maar
Zonder hartstocht? Nee, niettemin vrij van schuld of pijn
Die voor zijn wil waren gemaakt of waaronder hij heeft geleden,
Nochtans niet vrij, hoewel over hen regerend als waren zij slaven,
Van toeval, en de dood, en wisselvalligheid, niet vrij van
De belemmeringen van datgene wat zich anders boven
De hoogste ster van een onbeklommen hemel zou kunnen verheffen,
Als het duistere toppunt in de intense leegt.
‘De mens blijft’, en in hem wordt het geheim van de Werkelijkheid gevonden . . . “
- Percy Bysshe Shelley (1792 – 1822).
Van der Leeuw beschrijft in 11 hoofdstukken de illusies waarmee de mens te maken heeft in zijn kijk op en in zijn worsteling met de wereld, op zoek naar waarheid. Het is duidelijk dat de wereld die hij waarneemt niet de wereld is, maar zijn wereld, door hemzelf geschapen. De werkelijke wereld kan pas worden gekend als de mens al zijn illusies en denkbeelden heeft overwonnen. In menig opzicht sluit Van der Leeuws benaderingswijze aan op de visie zoals uitgedragen door Jiddu Krishnamurti, met wie de auteur van dit boek bevriend was. Van der Leeuw gaat in op de dualiteit van geest en materie, het mysterie van het begin van de schepping, het kwaad in de wereld, de vrijheid van de wil en de onsterfelijkheid van de ziel. Verder bespreekt hij het onderscheid tussen intuïtie en intellect, en geeft hij een analyse van de wereld van verschil tussen het relatieve en het Absolute.
The Self and Its Problems
By Charlotte W. Woods.
182 Pages | The Blavatsky Lecture for 1919 | Photo copy (1992) from the first edition published by The Theosophical Publishing House, London in 1922 | Kessinger Publishing Company, Montana U.S.A. | ISBN: 1564592642.
CONTENTS:
1. The Problem of the Self from Descartes to Kant.
2. The Problem of the Self in Current Philosophy.
3. The Problem of the Self in Theosophic Mysticism.
4. An Examination of the Forgoing Standpoints.
5. Conclusion.
From Chapter 4: ‘An Examination of the Forgoing Standpoints’:
” We have thus arrived at a definition of the self in our philosophy; it is the ground and condition of the manifold of experience, the unity, purpose, and wholeness, which give meaning to bare multiplicity and stability to that which is mobile and changing . . . “
Vrije Wil en Vrijheid van Handelen
Door Dr. W.H. van Vledder.
27 Pagina’s | Uitgegeven in 1981 | Lecture | Uitgeverij der Theosofische Vereniging in Nederland, Utrecht | Geen ISBN.
De publicatie betreft de inhoud van een Rede uitgesproken bij het aanvaarden van het ambt van bijzonder hoogleraar in de metafysica in de geest van de Theosofie aan de Rijksuniversiteit te Leiden op vrijdag 3 april 1981.
Afkomstig van pagina 21:
” We kunnen het probleem van de vrije wil en de vrijheid van handelen nu ook als volgt benaderen. Uitgaande van de mens levend in wat wij het veld van openbaring hebben genoemd, zien wij de mens gebonden door zijn gericht zijn op al wat hem omringt. Wij hebben dat een horizontale relatie genoemd. De moeilijkheid is nu hierin gelegen, dat de mens zijn aandacht naar buiten richt, dat hij vraagt om meer ruimte voor zichzelf, waardoor een steeds grotere afgescheidenheid onstaat. die – paradoxaal – zijn wezenlijke vrijheid belemmert. Afgescheidenheid, begeerte naar vrijheid en ik-gerichtheid zijn omgekeerd evenredig met de wezenlijke, innerlijke geestelijk gerichte vrijheid. De naar buiten gerichte mens is zich daar echter niet van bewust. “
Seeking Wisdom
By Nilakanta Sri Ram (1889 – 1973).
233 Pages | Second reprint, 2004 | Softcover |Theosophical Publishing House, Adyar | ISBN: 8170590701.
From Chapter I – ‘Seeking Wisdom’:
” In the ‘Dialogue’ dealing with the death of Socrates, Plato explains that the true philosopher meets death as a friend and not as an enemy., because he understands the nature of the change, which death brings about. It is a natural and happy change. One’s attitude towards death depends on one’s understanding of life, the true nature of which is inseparable from the truth with regard to death. Philosophy means literally ‘Love of the Wisdom’. These are two words, each of which has an extraordinary and beautiful meaning. It would be well worth while for us to try to understand what the true nature of Love is, and what is really meant by Wisdom, which of course is not mere knowledge. “
Beyond the Postmodern Mind – The Place of Meaning in a Global Civilization (1989 edition)
By Huston Smith. (1919- 2016).
281 Pages | First Quest Edition 1984, 2nd edition 1989, 3rd printing 1992. | Softcover | Quest Books, U.S.A. | ISBN: 0835606473.
NB: This is the second edition (1989): its latest and third edition (2003) can be purchased in our Webshop here.
This study was first published in 1982 and is considered a classic in its disciplined analysis of contemporary reductionist philosophy. It explores the limits of science and points society’s way out of the dark woods where science has stranded us. Smith uses the term ‘modern’ mind to denote the so-called Enlightenment outlook of Newtonian physics and rationalism, which cut the ground from under the religious foundations of Western life. In the ‘post-modern’ age of the late nineteenth and the twentieth centuries, people lost their humanistic confidence.
Although science may have won a battle ove religion, it has in the process undermined its own empirical foundation: and having destroyed confidence in intuitive revelation, the mind is (as H.G. Wells once suggested) ‘at the end of its tether’. Despite the ravages of analytical philosophy and existentialism, Smith feels there is a fundamental view of reality, that flourishes throughout the world under various disguises. The uneasy post-modern mind, Smith says, awaits discernment of a new metaphysics.
From Chapter 3 – ‘Perennial Philosophy, Primordial Philosophy’ (p. 70):
” A life, that identifies primarily with its physical pleasures and needs (getting and spending we lay waste our days) is superficial;
one that advances its attention to the mind can be interesting if it moves on to the heart (synonym for soul), it can be good.
And if it passes on to spirit – that saving self-forgetfulness and egalitarianism in which one’s personal interests loom no larger than those of others – it would be perfect. “
Indian Philosophy – Volume 1
By Dr. Sarvepalli Radhakrishnan (1888 – 1975).
738 Pages | First published in 1923, 1999 edition | Oxford India Paperbacks | Softcover | Oxford University Press, New Delhi | ISBN: 0195638190.
Long acknowledged as a classic, this pioneering study of Indian thought charts a fascinating course through an intricate history. From the ṛg-veda to Rāmānujā, Radhakrishnan traces the development of Indian philosophy, while showing its growth as a single tradition of thought through the ages. Individual philosophers and their views are interpreted in the light of this broad argument. Throughout, the author’s concern is to show ancient philosophical texts at their best and relate these to contemporary issues of philosophy and religion. The essential elements of individual texts and philosophies are emphasized in order to prevent meaning and significance from being obscured by detail. Parallels between Indian and Western philosophical traditions are also regularly drawn.
From the Introduction (p. 25):
” The founders of philosophy strive for a socio-spiritual reformation of the country. When the Indian civilisation is called a Brāhmanical one, it only means that its main character and dominating motives are shaped by its philosophical thinkers and religious minds, though, these are not all of Brāhmin birth. The idea of Plato, that philosophers must be the rulers and directors of society is practised in India. The ultimate truths are truths of spirit, and in the light of them actual life has to be refined. “
The Negative Approach
235 pages | Gebonden/Hardcover | Theosophical Publishing House Adyar, 1998
This book contains essays on a variety of subjects in the fields of religion, philosophy, psychology, education, the meaning of life and everyday living. An original light is cast on some teachings of Hinduism and Buddhism which are interpreted psychologically in a way reminiscent of Krishnamurti’s teachings.
The author’s approach is logical, sometimes inspiring and often useful in helping us towards a certain understanding of that which cannot be expressed in words.
A well-known author and eloquent speaker, Rohit Mehta lectured in many parts of the world on religion, philosophy, yoga, and psychology. Other titles by the author: – The Eternal Light – The Search for Freedom
TAO Teh King – A Tentative Translation from the Chinese
Door Lao Tse (601 BC – unknown), vertaald door Dr. Isabella Meers.
105 Pages | First edition 1922, 3rd reprint 1983 | Softcover | Theosophical Publishing House, Adyar | ISBN: 0722903006.
The name ‘Lao Tsu’ means ‘old young’, so that on the very threshold of our study we find a paradox, and we may call the wonderful teacher ’the old philosopher’, ’the old child’ or ’the young old man’. His family surname was Li. He wrote this book Tao Teh King, a book around which cluster much speculation and much literature in Chinese and other languages. The word ‘King’ we may leave out of count as it simply means classic, and was not given by Lao Tzu himself, but was added much later as a mark of respect.
From chapter XLVII (p. 67):
” Without going out of my door
I know the Universe
Without opening my window
I perceive Heavenly Tao
The more I go abroad, the less I understand
That is why the self-controlled man
arrives without going
names things without seeing them,
perfects without activity. “
Beyond Logic & Mysticism
By Tom McArthur.
144 Pages | First Quest Edition 1990 | Softcover | Quest Books, U.S.A. | ISBN: 0835606597.
This is an exercise book not for the body, but for the mind. It comes complete with review puzles, questions and applications for the concepts introduced in each chapter. It’s less of a ‘how-to’ book, however, than a playground for the mind. Tom McArthur teaches a unitive approach to life as series of overlapping techniques and concepts, in clear, direct language.
In fact, this new book about thinking is easy to read, with plenty of helpful illustrations. Sages and saints throughout time have pointed the way to a more inclusive or unitive way of perceiving life that’s free from restraints that conditional thinking puts on us in our limited, everyday thinking. These common ways are too boxed-in, restrictive and non-inclusive. With unitive thinking, we transcend the normal limitations inherent in everyday modes of thought and refuse to be limited to one vision of how things are. At this level of thinking, one has two visions. The secret is allowing yourself enough ‘elbow room’ by accepting alternative views as valid. Unitive thinking, moreover, is waking from sleep of ordinary perception to the infinite possibilities of reality. It involves responding to differences we encounter in the world and realizing the unity within ourselves and the greater whole. The sense of separateness that divides us from others is the illusory result of limits we place on our thinking.
From Chapter 8 – ‘The Scale of Things’ (p. 113):
” In the beginning was darkness wrapped in darkness
And everything was unmanifest water;
Whatever was, that Unity, coming into being, hidden by the void,
Was kindled through the power of heat . . .In the beginning this Oneness evolved . . .
Was there a below? Was there an above?
Scatterers of seed there were, and powers,
With energy beneath and impulse above.Who knows truly? Who can here declare it?
Whence was it born, whence came this emanation?
By its coming forth the Gods came into being
But who knows where it came from?Where this emanation came from –
Whether a God created it, or whether he didn’t;
Only its overseer in the highest heaven knows –
Or perhaps he does not know either. “
From the ṛgveda.
Mencius
By Mencius (372–289 BC or 385–303 or 302 BC), translation and introduction by D.C. Lau.
280 Pages | First published 1970 | Paperback | Penguin Books, London | ISBN: 0140442286.
With an introduction by D.C. Lau.
” The Mencius is the most beautifully written and perhaps the most authorative of the Four Books that make up the essential Confucian corpus. “
As centralized government replaced feudalism in China, the ideas of Confucius (551 – 479 B.C.) faced the challenge of increasing cynicism. It was Mencius, in the years just after 320 B.C., who adapted them to the new age and thus helped to formulate a Confucian orthodoxy that has remained deeply influential ever since. Whether he is expounding his doctrine of the basic goodness of human nature – the ‘original heart’, which can be lost or overwhelmed by our selfish impulses – developing his method of argument by analogy or offering strikingly modern views on the duties of the subjects and their rulers and the evils of war, Mencius is always fascinating and often profound. This superb translation, complete with a masterly Introduction and Appendices on the historical and philosophical background, presents him directly to the English reader.
Questioning Krishnamurti – In Dialogue with Leading Twentieth Century Thinkers (2001 Edition)
By Jiddu Krishnamurti (1895 – 1986), edited by David Skitt.
254 Pages | Published in 1996, first Indian edition 2001 | Softcover | Krishnamurti Foundation India, Chennai | ISBN: 8187326212.
In the last two decades of his life, Krishnamurti engaged in several discussions with scientists, Buddhist scholars, philosophers, artists, and a Jesuit priest. This Volume contains his conversations with Chogyam Trungpa Rinpoche, Renee Weber, David Bohm, Jonas Salk, Walpola Rahula, Bernard Levin, Huston Smith, Iris Murdoch, and Pupul Jayakar. These offer a profound insight into his philosophy of life.
In his Foreword to the book, editor David Skitt says: For the first-time reader, the range and vocabulary of these conversations may seem daunting. Is this philosophy, psychology, or religion? Or all three? Krishnamurti himself did not like giving a name to what he talked about. His agenda was very open-ended, always totally free to cover any aspect of the human condition. For Krishnamurti, a religious view of life is inseparable from exploring whether we mistakenly apply the biological model of evolution to the psychological sphere; and whether the computer is an accurate simulation of the human brain. For him, these are not incidental but crucial issues that determine the quality of our lives, not just topics of intellectual ‘interest’.
From Chapter – ‘What is Your Secret’ (p. 198)?:
“K: Again, what do you mean by ‘individual’?
BL: Well, we’re all independent, separate personalities.
K: Are we?
BL: Well, aren’t we?
K: I doubt it. We’re not individuals, we are the result of a million years of collective experiences, memories, all that. We think we are individuals, we think we are free, we are not. To us, freedom means choice. Choice means confusion, you don’t choose if you are clear.
BL: You said once, one of your most striking phrases as I remember, that your purpose was to set Man free.
K: Yes, it sounds . . . (laughs). “
Questioning Krishnamurti – In Dialogue with Leading Twentieth Century Thinkers (1996 Edition).
By Jiddu Krishnamurti (1895 – 1986), edited by David Skitt.
255 Pages | Published in 1996. The first Indian edition 2001 is available in our webshop here | Softcover | Thorsons, an Imprint of HarperCollinsPublishers, London & San Francisco | ISBN: 0722532849.
In the last two decades of his life, Krishnamurti engaged in several discussions with scientists, Buddhist scholars, philosophers, artists, and a Jesuit priest. This Volume contains his conversations with Chogyam Trungpa Rinpoche, Renee Weber, David Bohm, Jonas Salk, Walpola Rahula, Bernard Levin, Huston Smith, Iris Murdoch, and Pupul Jayakar. These offer a profound insight into his philosophy of life.
In his Foreword to the book, editor David Skitt says: For the first-time reader, the range and vocabulary of these conversations may seem daunting. Is this philosophy, psychology, or religion? Or all three? Krishnamurti himself did not like giving a name to what he talked about. His agenda was very open-ended, always totally free to cover any aspect of the human condition. For Krishnamurti, a religious view of life is inseparable from exploring whether we mistakenly apply the biological model of evolution to the psychological sphere; and whether the computer is an accurate simulation of the human brain. For him, these are not incidental but crucial issues that determine the quality of our lives, not just topics of intellectual ‘interest’.
From Chapter – ‘What is Your Secret’ (p. 198)?:
“K: Again, what do you mean by ‘individual’?
BL: Well, we’re all independent, separate personalities.
K: Are we?
BL: Well, aren’t we?
K: I doubt it. We’re not individuals, we are the result of a million years of collective experiences, memories, all that. We think we are individuals, we think we are free, we are not. To us, freedom means choice. Choice means confusion, you don’t choose if you are clear.
BL: You said once, one of your most striking phrases as I remember, that your purpose was to set Man free.
K: Yes, it sounds . . . (laughs). “
Het Beeldende Denken – Leven En Werk Van Mathieu Schoenmaekers
Met bijdragen van Henk de Jager, Henrik G. Matthes en Matthieu H.J. Schoenmakers (1875 – 1944).
159 Pagina’s | Copyright 1992 Stichting E.C.H.O | Softcover | Ambo, Baarn | ISBN: 9026311516.
Matthieu Schoenmaeckers genoot in de eerste helft van deze eeuw in wijde kringen bekendheid als origineel religieus denker. De filosofische methode, die hij had ontwikkeld, noemde hij aanvankelijk ‘christosofie’ en later ‘beeldende wiskunde’ of ‘positieve mystiek’. Het ging hem daarbij om de mystieke, maar tegelijk mathematisch exacte zegging van de werkelijkheid als universele verhouding van tegendelen.
Aanvankelijk verkeerde hij vooral in literaire kringen, waar hij bij schrijvers als Emants, Kloos, Verweij, Van Eeden en Marsman een welwillende gehoor vond. Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog ging hij veel meer om met beeldend kunstenaars, zoals Mondriaan, Van Doesburg, Van der Leck en Vantongerloo, en met musici als Van Domselaer. Schoenmaekers’ filosofie was een bron van inspiratie voor veel van deze kunstenaars, die begonnen te denken en te schrijven over de richting, waarin moderne kunst zich zou moeten ontwikkelen.
Afkomstig uit Hoofdstuk: ‘Kunst en Gedachte’ (blz. 135):
” De kunstenaar is een mens van roeping, hij is een vanuit de fundamenteelste levensroerselen gezondene, hij is een apostel. Ik zeg hier nadrukkelijk ‘kunstenaar’ en niet ‘artiest’. Er is voor goed luisterende Hollandsche ooren een groot verschil tussen ‘artiest’ en ‘kunstenaar’. De artiest is een min-of-meer excentriek mens, die tracht anderen te verbazen op een behagelijke wijze. Ik hoef hem niet te beschrijven. U weet wat ik bedoel. De kunstenaar echter is een mens van roeping, hij gaat onder zijn medemensen, als een die beseft, hoe door alle vergankelijkheid heen het eeuwige gelden blijft, onvoorwaardelijk; en de eenheid van het strak-eeuwige met het grillig-vergankelijke is het rythme van zijn kunst. Woorden zijn tijdelijk en klanken zijn tijdelijk en lijnen zijn tijdelijk. Maar woorden en klanken en lijnen worden waarneembare eeuwigheidsopenbaring als de dichter de woorden rythmeert, als de componist de klanken rythmeert, als de beeldende mens de lijnen rythmeert. Die rythmeering is de roeping van de kunstenaar. En, zoals alle roeping is zij niet voor de geroepene alleen, maar voor allen die met goede wil zich voor haar openstellen. Roeping is een sociale werkelijkheid. “
How The World Can Be The Way It Is
By Steve Hagen.
343 Pages | A Quest Original, First Edition 1995 | Hardcover | Quest Books, U.S.A. | ISBN: 0835607194.
An Inquiry for the New Millennium into Science, Philosophy, and Perception.
In this wise and original book, science writer and Zen priest Steve Hagen helps us learn to perceive the world directly – as it is, not merely as we conceive it to be. Using a provocative mix of examples from quantum physics and philosophy as well as Zen teaching stories, Hagen helps us see ourselves and the world with the clarity and wisdom born of a new innocence. When we are able to just see, we are able to live a life of beauty, awareness and Truth, in a world in which everything is utterly immediate and alive.
From page 1:
” All phenomena, existing and apparent,
Are ever transient, changing and unstable;
But more especially the worldly life
Hath no Reality, no permanent gain.
And so, instead of doing work that’s profitless,
The Truth Divine I’ll seek.
To the Dragkar-Taso Cave I’ll go,
to practice meditation. “
- Milarepa.
TAO Te Tjing
Door Lao Tse (601 BC – unknown), bewerkt en ingeleid door Prof. H. van Praag, vertaald door J.A. Blok.
159 Pagina’s | Eerste druk 1910, 13de herziene druk 2013 (Klassiekers) | Softcover | Ankh-Hermes BV., Utrecht | ISBN: 9789020209952.
Het boek Tao Te Tjing is een van de belangrijkste geschriften van het Taoïsme. Centraal staan ‘het volgen van het Tao’ en ‘woe-wei’, het niet ingrijpen, het loslaten dat wil zeggen, je niet verzetten tegen de loop der dingen, maar daar spontaan in meegaan. De Tao Te Tjing is een Wijsheidsboek, dat door zijn diepgang en oorspronkelijkheid wordt gerekend tot de hoogtepunten van de wereldliteratuur. Het werk wordt toegeschreven aan Lao Tse, een oudere tijdgenoot van Confucius (551 – 479 v. Chr.).
Uit Hoofdstuk 8 zoals vermeld in de Inleiding (p. 33):
” Het hoogste goed is als water.
Water doet alle wezens goed en strijdt niet.
Het woont op plaatsen door alle mensen veracht.
Daarin komt het goede Tao nabij.
Hij leeft gaarne op lage plaatsen.
Zijn hart houdt van de diepte.
In weldoen houdt hij van de liefde,
in spreken van de waarheid,
in bestuur van de orde,
in werken van bekwaamheid,
in handelen van de geschikte tijd.
Hij strijdt niet, daardoor treft hem geen blaam. “
Giordano Bruno – An Apostle of Theosophy
By Helena Petrovna Blavatsky (1831 – 1891).
109 Pages | Published in 2000 | Softcover | Theosophical Publishing House Adyar | ISBN: 8170594138.
The story of a profound philosopher and religious reformer who incurred the wrath of the Catholic Church for his attacks on Aristotelian logic and his championship of Copernican cosmology. After lifelong persecution he was burnt at the stake as a heretic in 1600. He taught with eloquence the Immanence of God who is Universal Life; the eternity of the Spirit, being part of the Universal Life; and based on these two facts, a life dedicated to the True, the Good, and the Beautiful.
Annie Besant (1847-1933) led the fight for the rights of women and laborers in her native England; later she worked with Mahatma Gandhi and spearheaded India’s struggle for freedom. Theosophist Joy Mills describes her as “a feminist before the movement for women’s rights was fully launched; she stood for freedom when half the world was held in the bonds of colonialism.” A student of India’s spiritual traditions, Annie Besant was famed as an orator, author, and international President of the Theosophical Society.
Overpeinzingen
Marcus Aurelius Antoninus (121 – 180)
200 pagina’s | Hardcover gebonden | Ankh-Hermes, Deventer | ISBN: 9789020208726
Marcus Aurelius, Romeins keizer van 161 tot 180, wordt beschouwd als de laatste grote vertegenwoordiger van Stoa, een filosofische stroming in de klassieke oudheid. Tijdens zijn veldtochten hield hij een filosofisch dagboek bij. Deze persoonlijke aantekeningen laten hem zien als een van de nobelste figuren uit de klassieke oudheid. Marcus Aurelius’ stoïcisme is vooral een praktische levensfilosofie.
Overpeinzingen bevat een gevarieerde collectie fascinerende spirituele ontboezemingen en overdenkingen, die ook heel inspirerend kunnen zijn voor de mens die in de 21e eeuw op zoek is naar zingeving en verlichting. Tijdloze wijsheid.
Spinoza – Wijsgeer uit de Zeventiende Eeuw (Symposionreeks 2)
Door anonieme schrijvers, met een cover tekst door Drs. P. F. W. Huijs.
67 Pagina’s | Uitgegeven in 2001 | Softcover | Rozekruis Pers, Haarlem | ISBN: 9067322490.
In de Symposionreeks verschijnen de teksten van Symposia, die jaarlijks gehouden worden door het Lectorium Rosicrucianum, de Internationale School van het Gouden Rozenkruis, op het conferentieoord Renova, te Bilthoven.
Op vierentwintig-jarige leeftijd werd Baruch de Spinoza uit de Amsterdamse synagoge gezet en voor het leven vervloekt, omdat hij Godslasterlijk zou zijn. Het getuigt van een ongekende moed en onverschrokkenheid om op zo’n moment te kunnen zeggen: ‘Heel goed, het is niets anders dan wat ik zelf had willen doen, maar naliet om geen schandaal te veroorzaken’. Dezelfde onverschrokkenheid spreekt uit Spinoza’s onderzoek naar de menselijke rede. Op meetkundige wijze geeft hij vorm aan zijn filosofie; opgesplitst in definities, axioma’s, stellingen en bewijzen.
In zijn Verhandeling over de Verbetering van het Begrip, waarin hij zoekt naar ‘iets werkelijk goeds’, waarvan de ontdekking me in staat zou stellen tot een voortdurend, hoogst en oneindig geluk’ is er nergens iets te vinden over een verdriet om het loslaten van aardse zaken. Uitgangspunt van Spinoza’s filosofie is de volledige identiteit van God en de Natuur: het Ene, onpersoonlijk en ondeelbaar; een volstrekt Al. Hij zegt: ‘Al verandert het voorkomen van het heelal ook op oneindig veel wijzen, toch blijft het immer hetzelfde. ‘
Afkomstig van de backflap:
” . . . dat ik over God en de Natuur een mening koester geheel verschillend van die welke moderne christenen plegen te verdedigen. Mijn stelling is namelijk dat God de immanente zoals men zegt, en niet de transcendente oorzaak van alle dingen is. Alle dingen zijn in God en bewegen in God, zo verklaar ik met Paulus en wellicht ook met alle antieke filosofen, zij het dan misschien op een andere wijze. ” Uit: Brief 73; Den Haag, 1 december 1675 aan Henry Oldenburg, p. 399.